Er zijn op dit moment geen concrete aanwijzingen voor een terroristische aanslag in Nederland maar een aanslag blijft voorstelbaar. Het dreigingsniveau in Nederland blijft dan ook vastgesteld op ‘aanzienlijk’ (niveau 3 van 5). Dit blijkt uit het 56ste Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).
Aanhangers van het jihadisme vormen een belangrijke terroristische dreiging voor ons land, hoewel de Nederlandse jihadisten niet of nauwelijks in het openbare domein zichtbaar zijn. Ook blijft oplettendheid geboden voor rechts-extremisme omdat vanuit enkele jonge aanhangers dreiging kan uitgaan. Daarnaast zijn er binnen de radicale onderstroom tegen het gevoerde coronabeleid aanwijzingen voor verdere radicalisering. Hierbij wordt de geweldsdreiging voornamelijk gevormd door individuen en kleine groepen die vatbaar kunnen zijn voor opruiende (online) complottheorieën.
De jihadistische beweging in Nederland is de laatste twee jaar grotendeels naar binnen gekeerd. De afgelopen jaren zijn er steeds minder publieke uitingen van jihadistisch gedachtegoed te zien, zowel fysiek als online. Dit is mede een gevolg van overheidsingrijpen. De meeste jihadisten in Nederland maken deel uit van fysieke netwerken. Online is er een kleine groep die, los van fysieke netwerken, radicaliseert. Zij vinden hun inspiratie in de propaganda van ISIS, dat haar aanhangers via officiële en niet-officiële mediakanalen blijft oproepen om zelfstandig aanslagen te plegen.
In 2022 zullen naar verwachting verschillende personen vrijkomen, zowel in Nederland als andere Schengenlanden, die zijn veroordeeld voor terroristische misdrijven, onder wie een aantal mannen en vrouwen die veroordeeld zijn voor hun uitreis naar Syrië en Irak. Hoewel een groot deel van de gedetineerden na vrijlating hoogstwaarschijnlijk geen nieuwe plannen zal maken voor een terroristisch misdrijf, blijft na hun vrijlating waarschijnlijk bij enkelen sprake van een verhoogde dreiging.
De dreiging vanuit de jihadistische beweging in Europa is al langere tijd relatief stabiel. De dreiging in Europa komt vooral voort uit alleenhandelende daders en kleine groepen of cellen, die organisatorisch los staan van ISIS, maar wel door (het gedachtegoed van) de organisatie worden geïnspireerd. Veelal worden relatief eenvoudige aanslagmiddelen gebruikt. Het aantal jihadistische aanslagen in Europa was in 2021 significant lager dan in 2020.
Zoals ook in het vorige Dreigingsbeeld vastgesteld is binnen het rechts-extremisme het accelerationisme de stroming in Nederland waar de meeste geweldsdreiging vanuit gaat. Enkele honderden Nederlandse accelerationisten zijn online in beeld gekomen; van enkelen kan dreiging uitgaan. Op diverse online netwerken van deze stroming blijkt een fascinatie voor wapens te bestaan. Zorgen zijn er dat individuen met deze ideologische achtergrond zich bij de krijgsmacht of bij een schietvereniging willen aanmelden om zo ervaring op te doen met het gebruik van wapens. Nieuw is dat de oorlog in Oekraïne aantrekkingskracht kan uitoefenen op Nederlandse rechts-extremisten, maar vooralsnog is er bij hen weinig animo om te vertrekken naar Oekraïne en zich aan te sluiten bij rechts-extremistische groepen aan Oekraïense of Russische zijde.
In Nederland kwam het ongenoegen over de coronamaatregelen voornamelijk tot uitdrukking door activiteiten van een activistische bovenlaag en een radicale onderstroom. Personen binnen de radicale onderstroom kunnen zich gehoord en in hun radicale gedrag gelegitimeerd voelen door uitlatingen van verschillende personen in het publieke domein, onder wie enkelen die binnen het politieke discours een geradicaliseerd COVID-19-narratief met daarin veel complottheorieën bezigen.
Virologen maken duidelijk dat het risico van nieuwe coronavarianten niet is geweken, waardoor acties uit de radicale onderstroom na eventueel nieuwe maatregelen kunnen heropleven. Daarnaast zullen agitatoren en complotdenkers zich waarschijnlijk ook op andere maatschappelijke thema’s gaan richten waarin ze zich verzetten tegen de overheid.