Nieuws

SCP: ‘Turkse, Marokkaanse, Somalische mensen minst positief over homoseksualiteit’

17-05-2022 17:43

Groene olifant
Shutterstock.

Nederlanders denken de afgelopen vijftien jaar positiever over homo- en biseksualiteit. Zeker in vergelijking met de opvattingen in andere Europese landen. Alleen in IJsland zijn ze nog positiever over homo- en biseksualiteit. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de opvattingen van Nederlanders over LHBT’s.

Het onderzoeksrapport Opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa 2022 laat echter ook zien dat de laatste paar jaar deze positieve tendens niet verder heeft doorgezet. Zo ligt zichtbare intimiteit tussen mensen van gelijk geslacht nog erg gevoelig en de acceptatie van transgender personen en seksuele diversiteit is minder groot dan die van homo- en biseksuelen.

De islam

Verder komt uit het onderzoek naar voren dat het afkeuren van homo- en biseksualiteit vooral te maken heeft met de religieuze achtergrond. Zo staat van de Rooms-Katholieken 1% van de ondervraagden negatief ten aanzien van homo- en biseksualiteit, bij de ‘protestantse kerk’ staat 13% van de ondervraagden er negatief tegenover en maarliefst 25% van de ondervraagden die negatief staan tegenover homoseksualiteit behoort tot de categorie ‘overige religie’.

Die ‘overige religie’ lijkt in dit geval vooral ‘de islam’ te betekenen, zo valt te lezen in het rapport:

“Over het algemeen hebben mensen met een Turkse, Marokkaanse en vooral Somalische achtergrond de minst positieve opvattingen ten aanzien van homoseksualiteit. De opvattingen van mensen zonder migratieachtergrond of met een Iraanse migratieachtergrond zijn het meest positief. Ook zijn de opvattingen van de Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders overwegend positief. De Poolse groep denkt ook overwegend positief over homo- seksualiteit, al zijn hun opvattingen wat minder positief dan die van de Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders. Onder alle groepen geldt dat maar een klein deel het niet eens is met de stelling dat homoseksuele mannen en vrouwen hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen.

De weerstand is ook relatief klein ten opzichte van twee mannen die hand in hand met elkaar lopen. Bij de Turkse, Marokkaanse en Somalische Nederlanders is minder dan de helft van mening dat het goed is dat homoseksuelen met elkaar mogen trouwen en geeft juist meer dan de helft aan dat het een probleem is als hun kind iemand van hetzelfde geslacht als vaste partner zou hebben. Bij de andere groepen, uitgezonderd de Poolse groep, is dit precies omgekeerd. Een nipte meerderheid van hen vindt het wel goed dat homoseksuelen met elkaar mogen trouwen, maar een minderheid (38%) geeft aan het geen probleem te vinden als hun kind iemand van hetzelfde geslacht als vaste partner zou hebben.

Dat Turkse, Marokkaanse en Somalische Nederlanders gemiddeld genomen de minst positieve houdingen hebben, heeft onder meer te maken met hun religieuze achtergrond.”

Het is merkwaardig hoe het SCP over mensen met een Turkse, Marokkaanse en Somalische achtergrond uitsluitend schrijft over ‘religieuze achtergrond’, die dus in elk geval niet ‘Rooms-katholiek’ of ‘protestantse kerk’ is, zonder die religieuze achtergrond ook daadwerkelijk te benoemen. Maar gezien de afkomst van genoemde mensen is die voor het overgrote deel vrijwel zeker islamitisch.

In het rapport schrijft het SCP daarover dat de religies onder ‘overig’ niet kunnen worden gespecifieerd:

“Helaas is de omvang van de steekproef te klein om dieper op deze groepen in te gaan en verschillen binnen deze groepen in kaart te brengen. Deze groep bestaat onder meer uit gereformeerd protestanten, moslims, hindoes en boeddhisten.”

Kennelijk was de omvang van de steekproef wel omvangrijk genoeg om mensen met bovengenoemde afkomst in kaart te brengen. De vraag is hoe groot een ‘omvang’ dan moet zijn om tenminste te kunnen concluderen dat genoemde landen overwegend islamitisch zijn.

Verder is het natuurlijk jammer dat we nu niet weten hoe ‘boedhisten’ en ‘hindoes’ over homoseksualiteit denken. Maar blijkbaar staan mensen met een Indiase, Thaise en Cambodjaanse afkomst niet zo negatief tegenover homoseksualiteit. Of er wonen gewoon zo weinig mensen met die afkomst in Nederland dat de ‘omvang’ van de steekproef te klein was.