Nieuws

Nederlandse universiteiten worstelen met Chinese samenwerking

13-07-2022 14:05

Standbeeld van Confucius in Heilongjiang, China. Bron: Aphotostory via Shutterstock

De Vrije Universiteit stopt met een onderzoekscentrum dat werd gefinancierd door China. Het Cros Cultural Human Rights Centre had als doel om de discussie over mensenrechten te verrijken met niet-westerse perspectieven. Zo’n initiatief krijgt meestal ruim baan, ware het niet dat in januari bleek dat een Chinese universiteit in de periode 2018-2020 voor de financiën van het centrum opdraaide. Hiernaast leken medewerkers van het centrum zich aan een bepaald soort politiek correctheid te houden, waarbij niet met beschuldigende vingertjes naar de Chinese overheid gewezen diende te worden. Liever geen kwade woorden over Oeigoeren, Tibet, of Hong Kong. Ook leken de onderzoekers heel selectief om te gaan met hun bronnen en methodes.

De VU stelde een onderzoekscommissie in om de problemen te onderzoeken. Deze commissie concludeert dat er geen directe aanwijzingen zijn dat medewerkers zich lieten ”kopen” door China. Wel was de conclusie dat het werk van het centrum beneden de maat was, en vrij kritiekloos over China sprak. Een medewerker van het centrum zei bijvoorbeeld op LinkedIn dat verhalen over dwangarbeid of genocide in Xinjiang voortkwamen uit westerse leugens. Het streven van het centrum om te werken met niet-westerse perspectieven op mensenrechten leek nobel, maar zorgde ook voor een afwijzende houding tegenover het idee van universele mensenrechten. De VU maakt nu een einde aan de samenwerking.

Yantai

Het is zeker niet de eerste keer dat een Nederlandse universiteit worstelt met de Chinese contacten. In 2019 zette de Rijksuniversiteit Groningen een streep door een geplande campus in het Chinese Yantai. Ook hier speelden toen zorgen over de Chinese beïnvloeding van onderzoekers en studenten. Er waren vragen over het waarborgen van de academische vrijheid. Uiteindelijk liep het plan stuk op de planning en uitvoering. De universiteit in Groningen was te klein om alles alleen te doen, en wilde te snel gaan. Bovendien had men de steun vanuit de rijksoverheid voor het project overschat.

Ook maakte de RUG in maart bekend de samenwerkingsovereenkomst met het Groningen Confucius Instituut niet te verlengen. Het Confucius Instituut is een wereldwijd initiatief van de Chinese overheid om de kennis van de Chinese taal en te versterken. Een Groningse hoogleraar Chinese taal en cultuur was in dienst van de RUG, maar was voor de helft van zijn salaris afhankelijk te zijn van het Instituut. Bovendien stond in zijn contract dat hij het imago van China niet mocht beschadigen. Het hoofdkwartier van de Confucius Instituten, Hanban, moest maar bepalen wanneer hier sprake van was. Een duidelijke inbreuk op de academische onafhankelijkheid.