Nieuws

Eigenaar persbureau reageert op bedreigingen na foto nazivlag: ‘100% vertrouwen in mijn mensen’

08-08-2022 16:10

Nazivlag ter illustratie, niet dezelfde vlag als de in het artikel genoemde / Foto Pixabay

In de nacht van zaterdag op zondag is langs de A1 bij Stroe een vlag met een hakenkruis opgehangen en brand gesticht. Het ophangen van een hakenkruisvlag is strafbaar en de politie is op zoek naar de daders. De fotograaf die de vlag vastlegde, een medewerker van Persbureau Heitink, wordt op sociale media massaal beschuldigd van betrokkenheid bij het ophangen van de vlag

Bedreigingen en doodsverwensingen

Zo laat zelfbenoemd onderzoeksjournalist Annelies Strikkers weten het ‘uiterst merkwaardig’ te vinden dat een persfotograaf snel ter plaatse is bij een incident.

PersVeilig, een gemeenschappelijk initiatief van politie en media, bevestigt dat Heitink aanhoudend bedreigd wordt:

”De kwaadaardigheid is ongekend: stop met het vals beschuldigen van een professionele fotograaf en het bedreigen van hem en zijn gezin!”

De eigenaar van Persbureau Heitink laat in een verklaring weten afstand te nemen van de aan zijn bedrijf gerichte beschuldigingen en bedreigingen:

”Ik ben geschokt van de vele bedreigingen, doodsverwensingen aan mij en mijn familie. De hoeveelheid mensen die proberen mijn adres te achterhalen is ontelbaar. Ik heb 100% vertrouwen in de fotografen en cameramensen die voor mijn bedrijf werken. Ik bescherm ze en dat zal ik altijd blijven doen.”

Kogelwerend vest

Persfotografen hebben tegenwoordig steeds vaker last van agressie tijdens hun werk. PersVeilig liet vorig jaar weten dat er veel meldingen binnenkwamen van 112-fotografen die zich niet veilig voelden. Aan Editie NL vertelde Heitink eerder al dat hij tegenwoordig zelden meer zonder beschermende middelen op een melding afgaat:

“In principe heb ik bijna altijd bij meldingen een kogelwerend vest en een steekwerend vest bij me. Want ja, mocht er iets gebeuren, dan zijn we in ieder geval een soort van beschermd. Zo ver gaat het helaas tegenwoordig wel.”