Buitenland

Voormalige premier Pakistan niet vervolgd voor belediging rechtbank in ruil voor excuses

22-09-2022 15:31

Imran Khan op bezoek bij de VN in New York in 2019. Lev Radin/Shutterstock

Pakistan lijkt even aan een nieuwe ramp te ontsnappen. Een woordvoerder van de voormalige premier Imran Khan heeft laten weten dat zijn baas bereid is tot het maken van excuses in een rechtszaak. Khan had tijdens een speech gezegd dat hij een rechter zou gaan vervolgen, omdat deze betrokken was bij de arrestatie van een medewerker van Khans campagneteam. De vrouwelijke rechter en betrokken politieofficieren zouden de medewerker onterecht vast hebben gehouden, terwijl hij volgens Khan op borgtocht vrij had moeten komen.

Het dreigen met vervolging kwam Khan aanvankelijk op een aanklacht wegens terrorisme te staan. Deze werd maandag al ingetrokken, omdat de uitspraken van Khan niet onder de definitie van een terroristische daad vielen. Dit gebeurde na een periode van spanning over zijn mogelijke arrestatie. Aanhangers van Khan hadden zich al verzameld bij zijn woning, toen eind augustus bekend werd dat zijn borgtocht verlengd zou worden. Dit bespaarde de Pakistaanse politie een mogelijke rel om zijn arrestatie.

Nu is de rechtbank ook bereid om een mogelijke aanklacht voor minachting van de rechtbank te laten vallen. Khan moet dan wel voor 3 oktober schriftelijk zijn excuses maken voor zijn uitspraken. Dit is hij dus bereid te doen, om zo een nieuwe aanklacht te ontlopen.

Khan werd in april dit jaar afgezet als premier na een motie van wantrouwen, waarbij zijn bondgenoten in het parlement zich tegen hem keerden. Sindsdien houdt Khan campagnebijeenkomsten om zijn kiezers op te trommelen voor nieuwe verkiezingen. Tijdens de crisis rond zijn afzetting weigerde de plaatsvervangend voorzitter van het parlement aanvankelijk de motie van wantrouwen tegen Khan door te laten gaan. Khan zelf sprak van een poging van buitenlandse mogendheden, doelend op de VS, om het regime te veranderen.

Khan zou ruzie hebben gekregen met het hoofd van het machtige Pakistaanse leger, over de benoeming van een nieuwe chef bij de inlichtingendienst ISI. Het leger zou vervolgens parlementariƫrs onder druk hebben gezet om hem weg te stemmen. Deze analyse wordt echter door zowel Khan als het leger weersproken. Er lopen nog wel andere zaken tegen Khan. De belangrijkste hiervan is een beschuldiging van onwettige financiering van zijn partij door buitenlandse geldschieters.