De Portugal Post – Kakelshows zoals in Nederland kent men hier niet

23-10-2022 11:40

De Portugal Post, Arthur van Amerongen

OPINIE

Safari Eurabia is de langverwachte opvolger van mijn bestseller Brussel: Eurabia. Safari is Swahili en afgeleid van het Arabische zelfstandig naamwoord ‘safari’, dat ‘reis’ betekent. De rode draad door Safari Eurabia is de prangende vraag hoe het staat met de islam in het ondergaande Avondland. Waar ligt de loyaliteit van Europese moslims: bij Allah en zijn profeet of bij de seculiere samenlevingen waar ze wonen? Is de islam een serieuze bedreiging voor Fort Europa en zullen de baardmannen met hun kromzwaarden uiteindelijk de boel overnemen, het Avondland omvolken en het judeo-christelijke erfgoed opblazen, zoals ze dat deden met de boeddhabeelden in de rotswand van Bamiyan in Afghanistan? Of ontstaat er uiteindelijk gewoon een gezellige knusse Europese islam?

Artikel gaat verder na advertentie.

 

 

Ik bezocht tijdens mijn negen maanden durende safari Spanje, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Zweden, Denemarken, België, Albanië, Noord-Macedonië, Kosovo en Bosnië. Zwitserland, Oostenrijk, Italië en Griekenland en opvangkampen langs de grenzen van Fort Europa, met hoofdzakelijk moslims die wachten op de vlees- en honingpotten van Nederland, Duitsland en Engeland, bewaar ik voor de volgende safari.

Mijn patrie de cœur Portugal kreeg geen apart hoofdstuk omdat er maar zestigduizend moslims wonen, geconcentreerd in Lissabon. Trendwatcher des vaderlands Adjiedj Bakas had een paar jaar geleden serieuze plannen om met zijn Joodse echtgenoot Vinko Davids in de Algarve te gaan wonen. Bakas voelde zich bijzonder veilig in mijn biotoop en schreef mij:

“Hier geen mohammedaanse potenrammers, dus ik kan gewoon hand in hand met mijn man over straat flaneren. Er is nauwelijks misdaad, hoogstens wat dronken Britten die elkaar en het kroegmeubilair slopen in Albufeira. Je kan hier dus gewoon het touwtje van opa Terlouw uit de brievenbus laten hangen. Portugal ligt niet op de route voor mensensmokkelaars en is te arm om horden migranten van uitkeringen te voorzien, zoals in Noord-Europa wel gebeurt. Met circa 0,2 procent moslims is Portugal praktisch islam-vrij, en dat vinden veel Noord-Europeanen rustgevend.”

Er waren een paar Portugese jihadi’s, maar die groeiden op in Engeland en bekeerden zich bovendien op latere leeftijd tot de islam. Zoals Nero Saraiva en zijn Nederlands-Portugese bruidje Angela Barreto uit Soesterberg.

Artikel gaat verder na afbeelding.

 

‘Mooie Angela’ kreeg zes jaar celstraf. Zij is een van de bekendste Nederlandse jihadbruidjes (die door de vaderlandse media liever ‘Syriëgangers’, ‘uitreizigers’ en ‘terugkeerders’ worden genoemd). In de zomer van 2014 reisde Angela naar Syrië om te trouwen met Fábio Poças, beter bekend als Abdulrahman Al-Andalus. Ze was net bekeerd en kreeg twee kinderen met Fábio. Het gezin leefde volgens haar vreedzaam en gelukkig in de Syrische stad Manbij totdat ze de stad moest verlaten toen de bombardementen door de internationale coalitie begonnen. Fábio sneuvelde in 2017 en Angela werd doorgeschoven naar de hierboven al genoemde Nero Saraiva, de gevaarlijkste van de Portugese jihadistische groep en de enige die de val van IS overleefde. Met hem trouwde ze en vluchtte ze naar Baghouz, waar beiden gewond raakten. Tijdens de rechtszaak noemde ze zichzelf een dom gansje. Nuno Tiago Pinto, de diretor executivo van Sábado (het grootste weekblad van Portugal) denkt hier heel anders over.

Artikel gaat verder na afbeelding.

 

Ik ken Pinto omdat hij mij ooit interviewde over Molenbeek en de overwegend Belgisch-Marokkaanse daders van de aanslagen in Brussel en Parijs. Pinto schreef onder andere Herois Contra o Terror, een pakkend boek over Mário Nunes, de Portugese militair die voor de YPG (de Koerdische strijdkrachten) ging vechten tegen ISIS. Een ander geweldig boek van de Portugese terreurexpert is Os Combatentes Portugueses do Estado Islâmico. Ik ontmoette Nuno op de redactie van Sábado, op een boogscheut afstand van het Estádio da Luz, de voetbaltempel van Benfica. Voor Os Combatentes Portugueses do Estado Islâmico, de Portugese strijders van Islamitische Staat, interviewde hij Angela via Skype.

Pinto:

“Nero Saraiva was een van de eerste jihadisten die in 2012 in Syrië aankwam. Hij werd emir van een bataljon en was het oudste lid van een jihadistisch netwerk van Portugese staatsburgers dat zich bij Islamitische Staat aansloot. Saraiva had nauwe banden met de bende die bekend staat als de ‘Beatles’ en die te maken had met de executie van de Amerikaanse journalist James Foley. Angela vertelde mij dat ze amper kon geloven dat haar nieuwe echtgenoot emir was. Hij zat meestal thuis en snauwde dagelijks dat ze Portugese gerechten als rijstpudding of een nepversie van kabeljauw-pastei moest maken, met tonijn uit blik. Daar klaagde ze over. En ze klaagde over de sleur.”

Volgens Angela stortte ISIS ineen door de zonden van moslims die daar woonden. Het had niks te maken met de slappe amateurvijanden van de PKK. Als moslims zondigen, kan Allah een straf uitspreken – zelfs tegen degenen die niets met de zonden te maken hadden, maar die mensen er niet van weerhielden ze te begaan.

Artikel gaat verder na afbeelding.

 

Pinto:

“Dom is ze absoluut niet, al moet ik eerlijk zeggen dat ik geen hoogte van haar kon krijgen. Dan zou ik haar in het echt moeten ontmoeten. Ze praatte wel een soort gebroken Portugees, ik neem aan dat haar Nederlands beter is. Volgens haarzelf was ze maar een doodgewoon huisvrouwtje en had ze bovendien nergens spijt van. Allah had alles zo gepland. Ze wil uiteindelijk het liefst met haar zoon in Portugal gaan wonen. Dat vond ze een veel betere optie dan Nederland. Daar kon haar zoon geen vredig leven hebben.”

Ik vind alles best, als mooie Angela maar niet in de Algarve komt wonen. Ik ken hier eigenlijk maar twee Marokkanen en dat zijn geen praktiserende moslims. Eentje dealt toevallig hasjiesj in een park in Olhão en de andere verkoopt heerlijke Marokkaanse lekkernijen op de markt, zoals huisgemaakte harissa. Voordat het boek dan echt losbarst, hier eerst een waargebeurde anekdote over Syrische asielzoekers in de Algarve. Ze vonden Portugal te min en wilden liever in Duitsland wonen.

Artikel gaat verder na afbeelding.

 

Help, de Syriërs komen!

‘De Syriërs komen!’ Het schattige vissersdorpje Fuseta is in rep en roer. Op de radio hoorde ik iemand zeggen dat het er maar vijftig zijn, maar in de kroeg van Mario is de klandizie ervan overtuigd dat het om achthonderd vluchtelingen gaat: allemaal alleenstaande jonge moslimmannen. Een lokale hotemetoot had zitten borrelen met een eurocraat in Brussel, met de Grote Bosatlas erbij, en toen prikte de eurocraat met zijn vorkje precies op Fuseta: “Kijk, lekker dicht bij Marokko, dat vinden die Syriërs vast gezellig. Net alsof ze thuis zijn!”

De locatie van het kamp is inmiddels bekend gemaakt: een braakliggend terrein aan de rafelrand van Fuseta waar zigeuners nu nog hun peerden parkeren. Fuseta is een schattig vissersdorpje tussen Olhão en Luz de Tavira, vlak bij mijn Villa Vischlugt. Er wonen amper tweeënhalfduizend mannen en vrouwen en die zijn allemaal familie van elkaar. De ruwe zeebonken van Fuseta visten vroeger op kabeljauw nabij Groenland en Newfoundland, zo ver en zo veel en zo vaak mogelijk weg van moeder de vrouw en wellicht niet geheel onterecht.

Fuseta leeft van toerisme en als je dan iets niet moet hebben op het maagdelijke strandje aldaar, is het een peloton ongeschoolde mohammedaanse testosteronbommen die nog nooit een dame in bikini hebben gezien.

Ik bestel nog een mojito bij Mario. De Cubaan heeft de homoseksualiteit uitgevonden en verbeterd en zijn barretje is dan ook het leukste in de wijde omtrek. Hij scharrelt met een opgewekt zigeunerjongetje dat de asbakken leegt. Diens verdere talenten zijn mij nog niet geopenbaard. Mario stampt de ingrediënten fijn in de vijzel. “Arturito, ik weet precies wat die mensen moeten doorstaan, want ik ben ook een vluchteling. Bij mij zijn ze welkom, zolang het maar geen engerds met baarden zijn. Het liefst christelijke knullen met goede gebitten en een volle bos haar. Fors geschapen vind ik ook geen enkel probleem.”

Ik feliciteer hem met zijn humanitaire intenties. Mario: “Corazon, ik ben vaak in Syrië geweest. Het zijn in de regel redelijk beschaafde mensen die zeker niet onwelwillend staan tegenover homoseksualiteit. Ik heb altijd mogen hoeren en snoeren in Damascus en Aleppo, uiteraard in de tijd van de baas. Het wemelde er van de animeertenten vol Oostbloksnollen in synthetische jurken. Die zullen inmiddels ook wel gesloopt zijn door de mohammedaanse horden van IS.”

Een van de voordelen van het wonen in Portugal is het volledig ontbreken van een brede maatschappelijk discussie over Zwarte Piet, racisme, het Midden-Oosten, IS en de islam in het algemeen. Kakelshows zoals in Nederland kent men hier niet. De stoïcijnse Portugezen praten hoofdzakelijk over voetbal, het weer, de diverse oogsten en de economische crisis.

De komst van de Syrische vluchtelingen naar Fuseta maakt echter wel wat los, zo merk ik in het barretje. Een tandeloos boertje naast mij (Mario heeft ook normale klanten) zegt dat hij gehoord heeft dat de vluchtelingen 20 euro zakgeld per dag krijgen en daarmee zonder te werken boven het minimuminkomen van 500 euro zitten. Een andere stamgast vreest dat zo’n kamp toeristen zal afstoten. Mario stelt ze gerust: “Die mensen zijn een zegen voor onze economie. Zodra die tenten of die containers er staan, ga ik daar personeel werven. Twee voor in de kroeg, twee voor het huishouden. En een hele domme als vaste toyboy. Die krijgt geen salaris want ik ben zijn hoofdprijs.”

Eind goed, al goed, want de Syriërs weigerden naar Portugal te komen omdat ze het een arm en onbeschaafd rotland vonden, met vies eten en weinig zon. Ik ben een keer of zes in Syrië geweest en je kan er lekker hoemoes en falafel eten, maar ik zag meteen dat het land niet snel een Nobelprijswinnaar zou voortbrengen, laat staan een raketgeleerde of een fatsoenlijke parodontoloog. De ‘hoogopgeleide’ Syriërs wilden naar Duitsland en om ze niet schofferen, werden ze op hun wenken bediend. Iedereen blij, alleen zag de Portugese hotemetoot die de invasie in het lieflijke Fuseta bedacht, een vette vluchtelingenbonus aan zijn neus voorbij gaan.

En dan nu onze Spanjeman Raulito!

¡Hola bribones! Wat een fijne week is het geweest. Het mocht ook wel eens. Een hele zomer, plús de nazomer, geklaag van Nederlandse vakantiegangers over hoe het thuis gaat en hoe het beter zou kunnen. Als fijne bijvangst een op zich lieve dame die zich niet aan mijn reeds tweeëneenhalf jaar volgehouden protocol van afstand houden hield en mij, in een onbewaakt ogenblik overviel met un embrazo en een paar besos waar ik zo’n enorme hekel aan heb.

Over corona hebben jullie mij dus ook nooit horen klagen. Ik vind het heerlijk, zo’n reden om het obligate gekus met vrijwel wildvreemden, of zelfs met niet-wildvreemden, waar je het liefst met een grote boog omheen zou lopen. Zij ook om jou, vergis je niet, maar op de een of andere manier heeft het drie-kussen-verwelkomingsritueel vaste voet in het Hollandsch bewustzijn gekregen. Brrrr.

Pero bueno, paar daagjes bedrust, daarna mijn geliefde echtgenote lo mismo, klaar om weer te genieten van de nog steeds aanhoudende zomerse temperaturen met een totaal ontbrekende wind. Wind is iets dat oktober normaal gesproken behoorlijk weet te versjteren, dit jaar niets van dat alles.

Die bak water die we Middellandse Zee noemen is dusdanig opgewarmd dat de verschillen tussen land en water kennelijk dusdanig zijn dat een normaal verloop van de herfst -Pats! Boem! Winter!- dit jaar uitblijft. Jammer dat door de covid-nasleep mijn reuk wekenlang nul (zéro) was. Wat me gelukkig wel in staat stelde onze hondjes voor een alcoholverslaving te behoeden. Onze butia capitata liet zijn rijpe vruchtjes namelijk vallen. Dit gebeurt als de vruchtjes echt heel rijp zijn. En met de temperaturen van dit jaar -HOOG- fermenteert dat spul als een dolle. Normaal gesproken zou ik dat geroken hebben, maar dankzij het gevalletje covid dus niet.

“Wat loopt ‘dinges’ raar”, meldde mijn vrouw op een dag, ergens in de middag na de siësta van de hondjes. Zij houden namelijk van regelmaat. Ik kijken en verdomd, het beestje -de kleinste die we hebben rondhobbelen- waggelt als een dronken banaan voor het huis langs en wil alleen maar liggen op zijn matrasje. Daar waar hij normaal gesproken al zou beginnen om ons er aan te herinneren dat we over anderhalf uur toch ècht geacht worden een rondje met de roedel te gaan lopen, lijkt hij nu liever nog een dutje te doen. Wij vermoeden overeten aan een vet konijn. De konijnen zijn momenteel ‘voor het opscheppen’ voor onze rakkers, want moddervet. De regen van onlangs heeft ons terrein, als enige in de buurt, weer omgetoverd tot een prachtig groene weide met gras en kruiden en bloemetjes waar de zoemende bijtjes blij van worden. Dus, vette konijnen, vette duiven, snack heaven zeg maar.

Gaandeweg de week viel ons op dat de hondjes regelmatig een lager gedeelte van de tuin indoken, wat ze normaal gesproken ook doen, op zoek naar duiven en konijnen, maar dan wel veel minder frequent. En met een gelukzalige glimlach en een dromerige blik in hun ogen terugkwamen.

Kwartje viel. Raúlito dus met zijn kruiwagentje en een paar handschoenen om zijn knuistjes op de knietjes onder de jelly fruit palm, zoals de angelsaksisch getaalden het boompje noemen, om de fermenterende vruchtjes op te ruimen.

Onder normale omstandigheden een verschrikkelijk klus vanwege de zoet weeïge lucht van spiritus vermengd met fruit. Als je een meloen een maandje te lang laat liggen krijg je ook zoiets. Kruiwagentje vol, ook met zaden van vorig jaar die waren blijven liggen. En omdat het een best wel decoratieve palm is, Raúl groene vingertjes heeft èn we over een tijdje de vijfduizend vierkante meter tuin willen uitbreiden met, laten we zeggen, nóg eens vijfduizend vierkante metertjes, zijn een paar leuke palmpjes niet verkeerd om alvast opgekweekt te hebben.

Nu gaat dat met dit specifieke geval nogal langzaam. Ik heb er hier één staan in een kuip die tien jaar geleden zijn koppie boven de grond uitstak. Het is nu een leuk palmpje hoor, daar niet van, maar pas over een jaar of tien of meer kan je spreken van een palm van een ornamentale omvang voor in de tuin. Zo langzaam groeit dat spul.

Maar goed, ik dus boven een kruiwagen gevuld met alcoholbommetjes, honden om mij heen cirkelend, loerend of er iets ‘per ongeluk’ hun kant op zou vallen, om zaden uit te zoeken voor mijn gedroomde palmenplantage. Niets geroken. Maar of ik wel even de douche wilde opzoeken en mijn kleding in de wasmand wilde achterlaten. Niet die in de slaapkamer aub.

Geinig Raúl, hoor ik jullie denken, maar wat maakt die week van je nou zo geweldig? Kan ik jullie vertellen. Het was niet de regen, die van harte welkom was, sterker nog, die wij juichend ontvingen. Ook niet de absolute windstilheid, ‘s nachts vooral, waardoor de dauw ons groene veld van voldoende water voorzag om nóg groener te worden. Zelfs onze ‘Waar is het feestje? Hier is het feestje’-Bella, hond zoals een hond hoort te zijn, blij, onderzoekend, vol energie en vooral vol liefde voor alles, was niet geheel alleen de reden. Hoewel ik moet bekennen dat als ik Bella ‘s ochtends om een uur of zeven voor mij uit zie huppelen, één oor dubbelgevouwen wegens blijven hangen achter een tak of iets vergelijkbaars, mijn dag gemaakt is. Kan niet meer stuk. Ook de vogels die in de war zijn door de hoge temperaturen, ik maak mij daar eigenlijk een beetje zorgen over, uitbarstend in voorjaarsgezang, kennelijk bedoeld om territoria af te bakenen en potentiële verkering te verleiden, ze dragen weliswaar bij, maar zijn niet de reden.

Artikel gaat verder na afbeelding.

En de raven zagen dat het goed was.

Wát dan wel ouwe zeur? Het begon met de depuradora van Cambrils. Opeens rook ik Franse toeristen, een verdwaalde Duitser wellicht en een paar Engelsen. Later, in de stad want boodschappen doen, uitlaatgassen, benzinewalm bij een garage en het riool. Weinig om blij van te worden zou je zeggen. Maar als je door covid al zes weken niets meer hebt geroken is het net alsof je gestopt bent met roken. Geur! Wat had ik het gemist.

Jullie trouwens nog iets meegemaakt deze week?

De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.

 

DONEER AAN ARTHUR VAN AMERONGEN!