De Portugal Post – Het lekkerste broodje falafel van de Alentejo

30-10-2022 12:18

De Portugal Post, Arthur van Amerongen

OPINIE

Voor een broodje falafel en hummus doe ik een moord, maar in de Algarve zijn die Levantijnse lekkernijen nauwelijks te krijgen. In sommige shoppings – zoals die van MAR shopping – zit een Israëlische keten, maar die verkoopt slappe hap. Dan kan je beter even doorwandelen naar de exotische afdeling van de Auchan, want die verkopen prima producten om falafel te maken zoals deze van het merk Al’fez. Wel even oppimpen thuis (met tehina, zuur, yoghurt aangemaakt met knoflook en olijfolie, jalapeños en al die zooi) samen met de kekerkerwtenballetjes het liefst in een lekker grote wrap gerold, want dan knoei je minder dan met zo’n volgepropte pita. Of je moet doorkarren naar São Martinho das Amoreiras, het epibrerend centrum van de Alentejaanse new age.

In de Israëlische kwaliteitskrant Haaretz las ik het verhaal over honderden Israëlische hippies en new age-figuren die zich vestigen in de Alentejo. Ze krijgen een Portugees paspoort als ze kunnen aantonen dat hun voorvaderen ooit verdreven zijn door de inquisitie. De bijzonder lage prijzen van goed land en het goede weer maakt het extra aantrekkelijk voor hen. Je kan daar echt top-falafel scoren voor weinig. Maar je moet natuurlijk wel van hippies, én van de esoterische Israëlische hippies houden die een nieuw kibboetzim aan het oprichten zijn de in de Alentejo.

De armste kibboets van Israël

Het zit zo: sinds ik in 1980 na twee dagen met kop en kont uit kibboets Grofit in de Negev-woestijn werd gesmeten wegens openbare dronkenschap, krijg ik een spontane uitbarsting van psoriejasses als ik aan collectieve landbouwgemeenschappen denk. Begin jaren tachtig kwam ik voor het eerst aan in Israël, platzak en berooid en meldde mij daarom noodgedwongen aan bij de kibboets-centrale in Tel Aviv. Die onverlaten hebben me toen naar Grofit, een dump midden in de Arava-woestijn gestuurd, vlakbij de beroemde zuivel-kibboets Yotvata, waar ze de geliefde yoghurtjes en toetjes maken. Er zat ook een lullig safaripark in de buurt, waar je voor vijftig sjekel een paar schurftige struisvogels kon zien.

Grofit was volgens mij de armste kibboets van Israël. De eerste dag stopten ze me in de ‘loel’, de kippenfokkerij. Dat was keiharde bio-industrie, met duizenden knettergekke kippen in veel te kleine kooien die elkaar tot bloedens toe hadden kaalgepikt. Ik moest de bergen stront onder die kooien wegvegen. Na twee uur ben ik naar de leiding gelopen en heb toen op hoge toon gezegd dat ik in Nederland toch een iets andere voorstelling van het zionisme had gekregen en dat ik weigerde dit slavenwerk te doen. Toen mocht ik met een groot kapmes dadels plukken. Met behulp van een riem hing ik in die metershoge bomen en zat binnen de kortste keren onder de schrammen, striemen en diepe vleeswonden.

In plaats van loon kreeg ik tegoedbonnen waarmee ik sigaretten en drank kon krijgen in het kibboets-winkeltje. Na twee dagen had ik de bonnen voor een hele maand al omgezet in Keglevich-wodka, een blindmakend, maar koosjer bocht. Ik sliep in een tochtige barak, met een paar slijmballen uit Amerika en Canada die echt geloofden dat ze hun steentje bijdroegen aan het zionisme. Daar had ik meteen ruzie mee.

Chagrijnig en lomp

Wat me meteen al opviel, was hoe chagrijnig en lomp die kibboetznikim waren. Kibboetsnik is niet voor niets een scheldwoord in Israël. Als ik, vrolijk als ik van nature ben, ‘s morgens liep te fluiten in de gemeenschappelijke eetzaal, kwam er een baardaap in een overall op mij af en brulde dat ik mijn bek moest houden. Er waren veel spanningen in de benauwende leefgemeenschap. Een van de bewoners had zijn vrouw op heterdaad met een ander betrapt. Vervolgens zette hij haar naakt op zijn tractor reed en haar luid toeterend door de hele kibboets.

Ik werd na drie dagen oneervol ontslagen. Het was Poerim, het Joodse carnaval, en ik had me verkleed als een Palestijnse terrorist, met een theedoek om en een broodmes tussen mijn tanden, een act die niet zo in de smaak viel van de kibboetznikim.

Sommige mensen kijken met plezier terug op hun verblijf in de kibboets, maar je hebt ook idioten die achteraf hun dienstplicht leuk vonden.

Op weg ernaartoe, bezocht ik desolate stationnetjes die zo als decor voor een spaghettiwestern kunnen dienen. Een mopje Ennio Morricone bij de knarsende windmolens, de opgedroogde waterputten, de verwaarloosde graanakkers en de dolende kuddes vee en klaar is Carlos. Aan het einde van de middag arriveerde ik bij Gare d’Ourique, aan de dode treinlijn Funcheira-Beja. In de lege kroeg tegenover het onlangs volledig gerenoveerde station stond een volumineuze Braziliaanse achter de toog, met zwaar geëpileerde wenkbrauwen, een vechtlustige kaaklijn en werkkleding die het oudste beroep van de wereld doet vermoeden. “Wacht u op treinreizigers, senhorinha?”, vroeg ik schalks. “Nee”, lachte ze, “ik ben hier gestrand door de corona. Bovendien zit er verderop een kopermijn en in het weekeinde komen de mineiros mij hun loonzakje brengen.”

Een spookbordeel A Ruína do Homem: kan het nog spannender? Ik wilde wat meer weten over het prachtige spookstation Ourique en ontdekte op internet tot mijn aangename verrassing dat de bekende musicus Francisco Naia in het station geboren is en er een prachtig lied aan wijdde dat op YouTube staat: Ó Estação de Ourique-Gare. Zo ziet u maar: never a dull moment in the Algarve!

Hier is onze vakantieman Raulito met vurig nieuws uit Spanje!

¡Hola!

Nou, dat heb ik geweten. Dat ik weer ruiken kan bedoel ik.

Sinds april dit jaar is het, onder druk van de EU, in geheel Spanje verboden om restos de poda (snoeiafval) te verbranden. Terwijl dit de algemeen aanvaarde manier is om van het spul af te komen. Vers van de boom, zo op de fik. Gruwelijk milieu-onvriendelijk natuurlijk en sinds Frenske er bovenop zit (auw!) ook klimaatondermijnend. Omdat de Generalitat de Catalunya natuurlijk vriend is van de boeren (gemiddeld doet een stem van de rurale gemeenschappen 2,8 keer zoveel gewicht in de schaal leggen als die van city-slickers uit Barcelona, vandaar) en heeft de mogelijkheid tot ontheffing in het leven geroepen. Want tja, extra kosten voor de boeren (transport naar centrale inzamelingspunten) moeten we niet willen met zijn allen en bovendien is het transporteren met vieze dieselvoertuigen natuurlijk véél erger dan nat hout, dat bovendien twee, drie weken geleden nog is voorzien van een laagje insecticiden en fungiciden, in de hens te steken. *Kuch*

Nu werd er tóch al niet streng gecontroleerd op het verbranden van ‘agrarisch afval’ (de plastic zakken waar de kunstmest in geleverd wordt vallen daar kennelijk ook onder zegt mijn neus), zelfs niet in de bloedhete en gortdroge zomer die we achter de rug hebben. Twaalf maanden per jaar kan je de rookpluimen zien van de vuren die het platteland van haar afval ontdoen. Dat er af en toe een paar voetbalvelden (of erger) mee verbranden is collateral damage.

‘Beter milieu’ en een ‘pachtig klimaat’

Overdag zien we op vele plaatsen de rookpluimen van ‘de vrienden van de Generalitat‘, zij die goede contacten hebben of gewoon schijt. Zodra de zon ondergaat wordt ademhalen echt een uitdaging. De windstilte die nu al weken aanhoudt doet velen er toe besluiten de boel in de fik te steken, de rook is immers niet zichtbaar en er is geen wind dus geen gevaar dat de vlammen overslaan naar de buurman.

Sinds het stookverbod is het vrijwel onmogelijk om ‘s avonds buiten te zijn, terwijl de temperatuur het mogelijk maakt om rond 20:00 uur gewoon in T-shirt door je tuin te dwalen, mocht je daar zin in hebben. Op zich ben ik blij dat ik weer kan ruiken, maar dit had ik toch liever niet gehad. Maar zoals elke nieuwe regel in dit land zal het, na een gewenningsperiode van enkele jaren, op een gegeven moment echt afgelopen zijn met wildstoken en zal het snoeiafval gaan bijdragen aan een ‘beter milieu’ en een ‘prachtig klimaat’.

Het enige waar ik mij nu nog een beetje zorgen over maak: twee jaar geleden heb ik met een lakei van Frenske aan de telefoon gehangen, juist over dit onderwerp. Als iemand hier daar ooit achter komt ben ik toast. Tot die tijd, zoals the Killer pleegde te roepen:

Goodness gracious,

Great balls of fire!

Hasta pronto!

De in dit artikel geuite meningen en standpunten zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de meningen of standpunten van TPO.

 

Lees meer Portugal Post

DONEER AAN ARTHUR VAN AMERONGEN!