AMSTERDAM, 6 december (Reuters) – Koning Willem-Alexander heeft opdracht gegeven tot een onafhankelijk onderzoek naar de rol van het koningshuis in het koloniale verleden van Nederland, aldus de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) dinsdag.
Drie Nederlandse historici en een mensenrechtendeskundige zullen het onderzoek uitvoeren, dat drie jaar zal duren en de periode van het einde van de 16e eeuw tot het “postkoloniale” heden zal bestrijken, aldus de RVD, zonder in detail te treden.
“Diepgaande kennis van het verleden is essentieel om historische feiten en ontwikkelingen te begrijpen en de gevolgen ervan voor mensen en gemeenschappen zo helder en eerlijk mogelijk te zien”, zei de koning in een verklaring.
De Nederlandse regering zal zich later deze maand verontschuldigen voor haar rol in de slavernij tijdens het koloniale verleden van het land, en zal naar verwachting ongeveer 200 miljoen euro (210 miljoen dollar) besteden aan een fonds ter bevordering van het bewustzijn over de rol van de koloniale macht in de slavernij en 27 miljoen euro aan de opening van een slavernijmuseum.
De aankondiging volgt op de aanbeveling vorig jaar van een adviescommissie aan de regering om te erkennen dat de 17e-19e eeuwse trans-Atlantische slavenhandel misdaden tegen de menselijkheid waren.
De Nederlandsche Bank bood eerder dit jaar haar excuses aan voor haar rol in de slavenhandel en zei projecten te zullen financieren om het bewustzijn over slavernij te vergroten en de gevolgen ervan voor mensen te verzachten.
De Nederlanders speelden een belangrijke rol in de wereldwijde slavenhandel vanaf de 17e eeuw tot Nederland de slavernij eind 19e eeuw afschafte.
Met de herdenking van de 150e verjaardag van de afschaffing volgend jaar versterken Surinaamse belangengroepen en anderen hun roep om herstelbetalingen voor de nakomelingen van tot slaaf gemaakte mensen.
De Nederlandse West-Indische Compagnie exploiteerde schepen die naar schatting zo’n 600.000 mensen eeuwenlang tot slaaf hebben gemaakt, volgens gegevens van de Nederlandse staat. Slaven werden met geweld gedwongen om onder zware en mensonterende omstandigheden te werken op plantages in de Nederlandse overzeese koloniën in het Caribisch gebied en Zuid-Amerika.
In april bood de Nederlandse bank ABN Amro haar excuses aan voor de vergelijkbare betrokkenheid van haar rechtsvoorgangers bij de slavenhandel, de plantageslavernij en de handel in producten die hun oorsprong vinden in de slavernij.