Essay

Over tweet van een GroenLinkser, ‘echte journalisten’ en wederhoor

06-06-2023 13:32

Is het nieuwswaardig als de fractievoorzitter van een lokale GroenLinks-afdeling in 2018 twittert dat wat hem betreft Bart Schut, Joost Niemöller, Wierd Duk en Roderick Veelo geen ‘echte journalisten’ zijn maar ‘propagandisten’ die niet aan ‘hoor en wederhoor’ doen en we daarom ‘rechts moeten laten liggen’? Misschien niet.

Maar is het nieuwswaardig als diezelfde fractievoorzitter op 3 juni 2023, dus vijf jaar later, diezelfde tweet opnieuw publiceert met daarbij het commentaar “In 2018 plaatste ik deze tweet, ik denk dat dat 5 jaar later nog steeds het beste is”? Ik denk van wel.

 

Artikel gaat verder na tweet.

 

Niet alleen omdat Marko Ruijtenberg, de GroenLinks-factievoorzitter van gemeente Lansingerland in kwestie, een lokale fractievoorzitter is van een oppositiepartij met landelijke invloed, waarvan de landelijke kopstukken doorgaans de mond vol hebben van ‘fatsoen’, ‘inclusiviteit’ en ‘tolerantie’ en zich openlijk verzetten tegen polarisering.

Is beweren dat journalisten ‘geen echte journalisten’ zijn nog ‘tolerant’ en ‘inclusief’? Of ‘fatsoenlijk’?

Maar ook omdat journalisten, net als wetenschappers en politici, steeds vaker te maken hebben met (online) intimidatie, bedreigingen, laster, persoonlijke aanvallen. Iets waar dezelfde Ruijtenberg zich op Twitter openlijk tegen verzet, al gaat het in dat geval alleen om bedreigingen  tegen politici. Maar de boodschap is duidelijk: bij Ruijtenberg geen ruimte voor haat.

Propaganda-orgaan Twitter

Toch meent hij het noodzakelijk te vinden om journalisten als Niemöller, Duk, Veelo en Schut bij naam te noemen en, zonder daarvoor enige onderbouwing te leveren, weg te zetten als ‘propagandisten’ die eigenlijk ‘geen echte’ journalisten zijn. Alsof het werk wat deze vier journalisten doen op de een of andere manier buiten het journalistieke metier valt, ook al is Wierd Duk in dienst van De Telegraaf en werkte Veelo in 2018, toen Ruijtenberg voor het eerst twitterde dat Veelo geen ‘echte journalist’ is en niet aan ‘hoor en wederhoor’ doet, nog fulltime voor RTL Nieuws, net als De Telegraaf een serieuze, gerespecteerde journalistieke organisatie waar dagelijks miljoenen mensen hun nieuws consumeren.

Natuurlijk, allen maken zich wel eens schuldig aan ‘propaganda’, want allen zijn meer dan gemiddeld actief op Twitter. En Twitter is vooral dat: een propaganda-orgaan. Bovendien nemen ze, omwille van al dan niet door algoritmes afgedwongen propaganda, immer stevig stelling, gegarandeerd vrij van nuances (precies ook de functie van Twitter). En nee, op Twitter is geen ruimte, of zelfs maar de wil, voor ‘hoor- en wederhoor’.

Maar is dat voldoende reden om te concluderen dat ze dus ‘geen echte journalisten’ zijn? De implicatie van de ‘propagandisten zonder hoor- en wederhoor’-beschudldiging is namelijk dat Niemoller, Duk, Veelo en Schut zich, naast hun persoonlijke uitingen op Twitter, in hun journalistieke werk niet houden aan klassieke journalistieke basisbeginselen. En zo wel dan in elk geval dat hun journalistieke producties het sowieso niet waard zijn te consumeren.

#iksteunwierdduk

Dat ze er zelf voor kiezen om ook ‘propaganda’ te bedrijven op een propagandaplatform als Twitter betekent nog niet dat ze dus door anderen zomaar moeten worden weggezet als ‘propagandisten’ die ‘geen echte journalisten’ zijn en ‘niet aan hoor- en wederhoor’ doen. Laat staan door een politicus.

Die dat vijf jaar later nog een keer doet. Precies op een moment dat ministers als Kaag (D66) en Dijkgraaf (D66) de noodklok luiden vanwege de enorme hoeveelheid aan intimidatie en bedreigingen waarmee respectievelijk politici en wetenschappers te maken krijgen. Precies in een tijdperk waarin de bedreigingen aan het adres van journalisten wordt geadresseerd als serieus maatschappelijk probleem. Op dezelfde dag dat de hashtag #iksteunwierdduk trending topic is omdat Wierd Duk omgekeerd evenredig aan de steun te maken heeft met steeds extremere vormen van haat. Door anoniemen, maar ook, met naam en toenaam, door collega-journalisten, wetenschappers en BN’ers. En blijkbaar door een lokale politicus.

Reactie Marko Ruijtenberg

Ik heb Ruijtenberg een mail gestuurd en hem daarin onder meer gevraagd hoe hij hier zelf over denkt: loopt hij niet het risico dat zijn tweets ‘op persoonlijke titel’ ook, bijna als vanzelf, worden gezien als politieke tweets van de fractievoorzitter van GroenLinks Lansingerland?

Maar ook, en dat is een belangrijk punt, of hij het niet met me eens is dat het op deze manier wegzetten van journalisten juist zorgt voor meer polarisering en minder inclusiviteit en tolerantie en dat door zijn tweets de genoemde journalisten juist nog vaker worden bedreigd en geïntimideerd. omdat mensen zich door zijn tweets gesterkt zullen voelen die journalisten te belagen?

Een dag later mailde hij zijn antwoord:

“Laat ik allereerst beginnen met het uitleggen van mijn tweet van afgelopen weekend, het tweede deel, dus na de komma, gaat over mijn advies om de genoemde journalisten te negeren, niks meer en niks minder.

“Negeren is dus letterlijk dat, ik roep niet op tot een beroepsverbod, niet tot cancellen, niet demoniseren of criminaliseren maar letterlijk, laat ze schriftelijk of via gesproken media publiceren wat ze willen maar besteed er geen aandacht aan.

“Tevens heb ik in een andere tweet, die ik als screenshot naar jullie getweet heb, duidelijk aangegeven dat er is ons medialandschap ook plek moet zijn voor media als TPO, GS, DDS of De Telegraaf. Ik ben wel van mening dat ON niet in ons publieke stelsel thuishoort vanwege de journalistieke wanprestatie die zij leveren, maar nadrukkelijk niet vanwege de mening. Mocht ON uit het bestel stappen en commercieel gaan dan wens ik hun veel succes.

“Het doel is dus letterlijk, negeer ze, geef er geen aandacht aan, alles dat aandacht krijgt groeit immers.

“Ja, een echte journalist verslaat en/of duidt het nieuws en indien deze nieuws maakt dan is dat omdat het een onderzoeksjournalist is waarbij het nieuws van twee kanten belicht wordt, als je ‘van Breskens tot Beerta’ door het land reist en je interviewt alleen maar mensen die exact dezelfde mening hebben dan propageer je een bepaald standpunt en vergroot je deze uit, je kan een propagandist dan ook een woordvoerder gaan noemen.

“De mensen zien de persoon [die zijn mening ‘op persoonlijke titel’ Twittert] en de functie [fractievoorzitter, politicus] als één, maar ik ben van mening dat daar wel degelijk verschil in zit. Als fractievoorzitter geef ik de mening van mijn fractie weer en dat kan een andere mening zijn dan ik persoonlijk heb. Als voorbeeld: ik ben tegen het referendum als persoon, maar als partij zijn wij voor, ook lokaal, in mijn politieke werk zal ik dan ook voor zijn

“Elke vorm van intimidatie en bedreiging veroordeel ik pertinent, het debat mag wat mij betreft zeer scherp op de inhoud zijn, maar zacht op de relatie. Het werk van Duk, Veelo en de overigen daar ben ik uitgesproken kritisch op, als mens gun ik hun alle geluk en liefde van de wereld toe

“Ja, de toon van het debat slaat over op anderen en daar zijn ‘spraakmakers’ mede debet aan, ik moet de hand in eigen boezem steken en erkennen dat ook ik me daaraan schuldig maak maar dat komt ook omdat ik me nog steeds boos maak over onrecht.

In een van je tweets schrijf je dat ik moet stoppen als fractievoorzitter en actievoerder moet worden. Dat ben ik niet met je eens, omdat juist GroenLinks een ‘actiepartij’ is. Als ik geen boosheid meer voel en onrecht wil rechtbreien, juist dan moet ik uit de politiek gaan. Daarbij schiet ik soms uit de slof, dat is denk het Rotterdamse in mij.

“Verder mag er geen onderscheid zijn tussen journalisten, maar zoals ik eerder geneigd zal zijn om kritiek te hebben op rechtse media, zal Wilders eerder geneigd zijn om kritiek te hebben op linkse media. Ik zal echter nooit zover gaan om journalisten tuig te noemen.”

 

Artikel gaat verder na tweet.

 

Reactie Wierd Duk

Voor Wierd Duk is het worden beschimpt op twitter inmiddels zo gewoon als de regen en worden weggezet als ‘propagandist’ is nog mild vergeleken met wat hij dagelijks, in elk geval op Twitter, over zich heen krijgt. Want volgens Duk is “Ruijtenberg niet de enige politicus” die hem aanvalt.

Zo mailt hij in een reactie aan TPO:

“Deze GL’er is al jaren over mij aan het lasteren en liegen. Om die reden heb ik hem op Twitter geblokt. Hij is niet de enige politicus die mij aanvalt. Zo tweet een ex-Tweede Kamerlid zo vaak agressieve teksten over mij dat het inmiddels grenst aan stalking. Tegen hem zal ik, op advies van zijn collega’s notabene want hij is advocaat, een klacht indienen bij de Orde van Advocaten.

“Het is een buitengewoon kwalijke ontwikkeling dat sommige politici hun aversies jegens journalisten niet onder controle hebben en structureel proberen om die journalisten openlijk te intimideren. Helaas geeft het OM zelden of niet thuis als je aangifte doet. Vreemd dan dat hetzelfde OM wel capaciteit heeft om mensen te vervolgen die zich beledigend hebben uitgelaten over dat ex-Kamerlid. Dit verhoogt het vertrouwen in de democratische rechtsstaat natuurlijk niet.”

Reactie bestuursvoorzitter GroenLinks Lansingerland

Aangezien het bij de tweet van Ruijtenberg gaat om een aanval op journalisten, terwijl hij fractievoorzitter is van een lokale afdeling (met familie: ‘een verre achterneef’) van een politieke partij die onlangs nog, bij monde van Tweedekamer-lid Corinne Ellemeet, duidelijk heeft laten weten “intimidatie tegen journalisten als samenleving niet langer te accepteren” (die zelfs opriep tot:”Spreek u uit wanneer journalisten worden aangevallen. En spreek uw omgeving erop aan wanneer u het ziet gebeuren”) (waarvan akte), heb ik ook Jorgen van de Burgt, de bestuursvoorzitter van GroenLinks Lansingerland, gevraagd om een reactie.

Hem vroeg ik of de opvatting van Ruijtenberg over genoemde journalisten wellicht een opvatting is die breder wordt gedeeld bij GroenLinks Lansingerland. En of je als fractieleider wel een onderscheid kunt maken tussen tweets ‘op persoonlijke titel’ waarin je oproept een onderscheid aan te brengen tussen ‘echte’ en ‘niet-echte’ journalisten, maar tegelijk als fractieleider een politiek bedrijft over ‘het samenleven in een sociale en inclusieve wereld’. Is dat geen dubbele moraal?

Dat laatste is nogal van belang omdat het hier gaat over een partij die doorgaans niet bepaald onder stoelen of banken steekt hoe zij vinden dat mensen zich moeten gedragen, hoe goed te leven en wat de juiste moraal is, aangezien GroenLinks, volgens de woorden van Ruijtenberg, een ‘actiepartij’ is.

Degene binnen GroenLinks Lansingerland die daarover het meeste heeft te zeggen zal dan toch wel de partijvoorzitter zijn?

Maar in tegenstelling tot fractievoorzitter Ruijtenberg is afdelingsbestuursvoorzitter Van de Burgt nogal kort van stof:

“Ik begrijp dat online relletjes creëren een interessant business model is, maar daar werken wij niet aan mee. Iedereen recht op een eigen mening.

Groet,

Jorgen”

Politici verantwoordelijk houden

Nu is het ‘online relletjes creëren’ zeker een interessant business model, maar mijn vragen zijn oprecht. Ik stel ze niet in de hoop op materiaal voor een artikel wat duizenden bezoekers trekt.  Wel stel ik ze omdat ik nieuwsgierig ben naar de drijfveren achter degenen die ‘online relletjes creëren’, zoals op Twitter activistische fractievoorzitters van een politieke partij. Of de afdelingsvoorzitter van hun partij.

Het is, al met al, weinig meer dan het verantwoordelijk houden van politici voor hun uitspraken. Dan moet het niet uitmaken of die uitspraken worden gedaan door de premier, een minister of de lokale fractievoorzitter van een politieke partij.

Is dat niet precies wat ‘echte journalisten’ doen? Politici verantwoordelijk houden en kritische vragen stellen?

Het zou in ieder geval schelen als de ‘wij’ (van ‘daaraan werken wij niet mee’) binnen politieke partijen vragen beantwoorden. Want zonder antwoorden op de vragen wordt het wel heel lastig om ‘hoor- en wederhoor’ te plegen. En voor politici heel erg gemakkelijk om ‘propaganda’ te bedrijven.

Maar, to be fair, het gaat natuurlijk om de twitterende politicus zelf. En die heeft er, overduidelijk, geen moeite mee verantwoordelijk te worden gehouden voor zijn uitspraken of om daarover vragen te beantwoorden. Ook als die vragen afkomstig zijn van een ongetwijfeld ‘rechts te laten liggen’ ‘onzin’medium als TPO. Dát valt in elk geval te respecteren.

 

Reactie van Joost Niemöller (via email):

“Ik zal niet voor alle genoemden spreken, want er zitten ook Niemöller-haters tussen, maar in het algemeen is er juist  -heel voorzichtig! Heel erg in de marge!- een nieuw soort journalistiek ontstaan omdat er in het openbare debat geen sprake meer was van hoor- en wederhoor.

“Hier uit deze GroenLinks-koker vinden we dus een argument zo absurd dat het alleen kan ontspruiten uit de diepste bubble. Let ook op het krankzinnige gebruik van het woordje ‘we.’

“De wijze waarop nu Wierd Duk door deze ‘we-zeggers’ in de nazismehoek wordt gedrukt is er een levensgevaarlijk voorbeeld van. Het waren deze demoniseringen die de kogels in Fortuyn dreven. En, oh ja, Gideon van Meijeren (FvD) mocht dat deze week van de voorzitter niet in de Tweede Kamer zeggen, maar die kogels kwamen van GroenLinks uit het Wageningse netwerk.”

 

Reactie van Bart Schut (via Twitter):

“LOL! Who cares wat de neofascistische opvattingen over persvrijheid zijn van een of andere extreemlinkse boomerwappie uit een k*tdorp in de polder? (Over Niemoller ben ik het trouwens helemaal eens met hem)”

 

Roderick Veelo wilde geen reactie geven.

 

Aanpassingen: eerder werd in de reactie van Niemöller ‘Gideon Meijer’ genoemd, dit moet uiteraard ‘Gideon van Meijeren’ zijn.