Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) van de Verenigde Naties heeft geëist dat Azerbeidzjan de terugkeer van vluchtelingen naar Nagorno-Karabach mogelijk maakt. In september veroverde Azerbeidzjan dit betwiste gebied met een snelle militaire operatie, waarbij de overwegend Armeense bevolking, die voorheen zelfbestuur genoot, massaal naar buurland Armenië vluchtte. Het ICJ oordeelt dat Azerbeidzjan niet alleen de terugkeer van bewoners moet toestaan, maar ook de vrijheid moet waarborgen voor hen om te vertrekken als zij dat wensen, zonder gebruik te maken van geweld of intimidatie.
Beschuldigingen van etnische zuivering
Ondanks de uitspraak van het ICJ blijft Azerbeidzjan vastberaden om de controle over Nagorno-Karabach te behouden. Vorige week hield het land een militaire parade in Chankendi, de hoofdstad van Nagorno-Karabach (door Armeniërs Stepanakert genoemd), waarbij Azerbeidzjaanse vlaggen werden gehesen en de intentie werd benadrukt om de regio niet op te geven. Deze ontwikkelingen volgen op de beschuldigingen van etnische zuivering door de regering in Jerevan, die leidden tot het geschil bij het ICJ in Den Haag.
