Binnenland

Raad van State: ‘Overheidsplan voor schoolveiligheid kan averechts werken’

31-03-2025 14:53

Staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie Mariëlle Pau (VVD). Foto: Martijn Beekman/Rijksoverheid.

De Raad van State (RvS) uit kritiek op het overheidsplan om de veiligheid op scholen te verbeteren, waarschuwend dat de voorgestelde maatregelen mogelijk negatieve effecten kunnen hebben. Scholen zouden verplicht worden om incidenten zoals pesten te registreren en ernstige gevallen te melden, maar het adviesorgaan ziet niet hoe dit bijdraagt aan een veilige schoolcultuur.

 

Redactie, TPO, 31 maart 2025 – Het adviesorgaan vindt dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mariëlle Paul (VVD), het wetsvoorstel voor veilig onderwijs niet in zijn huidige vorm aan de Tweede Kamer moet voorleggen.

Het adviesorgaan benadrukt in het advies dat het verbeteren van de veiligheid op scholen niet kan worden bereikt zonder aandacht voor een veilige schoolcultuur. In de toelichting bij het wetsvoorstel heeft de staatssecretaris onvoldoende aangetoond hoe de voorgestelde maatregelen bijdragen aan een veilige schoolomgeving.

De RvS waarschuwt bovendien dat de voorgestelde maatregelen averechts kunnen werken, de vrijheid van scholen kunnen beperken en kunnen leiden tot extra administratieve lasten.

Beoogde maatregelen en focus op veiligheid op scholen

Het wetsvoorstel is bedoeld om de zorgplicht voor veiligheid op scholen verder uit te breiden, met als doel het veiligheidsbeleid te versterken. Het bevat maatregelen zoals de uitbreiding van de veiligheidsmonitor naar zowel leerlingen als onderwijspersoneel, de uitbreiding van de meld- en aangifteplicht voor seksuele misdrijven, en een verplichting voor scholen om vertrouwenspersonen aan te stellen.

Daarnaast stelt het wetsvoorstel voor dat scholen hun beleid jaarlijks moeten evalueren en incidenten moeten registreren en melden.

De Raad stelt dat het versterken van de veiligheid op school niet alleen moet focussen op administreren, monitoren, melden en controleren. Volgens het adviesorgaan is een veilige schoolcultuur waarin open gesprekken kunnen plaatsvinden over wat gewenst is en wat niet, van cruciaal belang.

Het huidige wetsvoorstel legt echter de nadruk op het voldoen aan procedurevoorschriften, wat kan betekenen dat er minder ruimte en tijd is voor open gesprekken binnen scholen.

Proportionaliteit en relatie met de Arbowet

Daarnaast wordt opgemerkt dat de voorgestelde maatregelen niet proportioneel zijn ten opzichte van de administratieve lasten die ze met zich meebrengen voor scholen en onderwijspersoneel. Er wordt niet voldoende gemotiveerd waarom deze maatregelen noodzakelijk zijn voor het behoud van de vrijheid van scholen om hun eigen beleid in te richten en hoe de lasten in verhouding staan tot de beoogde veiligheidsverbeteringen.

De Raad heeft ook bezwaren bij de relatie tussen de voorgestelde maatregelen en de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Maatregelen die betrekking hebben op de bescherming van onderwijspersoneel zouden volgens de Raad beter binnen het kader van de Arbowet kunnen worden opgenomen, aangezien deze wet al voorziet in bescherming van werknemers.

Het opnemen van deze maatregelen in de onderwijswetgeving zou leiden tot een onnodig complexe toezichtspraktijk voor zowel de Inspectie van het Onderwijs als de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Er wordt geadviseerd om dubbele wetgeving over vertrouwenspersonen en klachtregelingen te voorkomen. Het wetsvoorstel zou kunnen leiden tot overlap tussen onderwijswetgeving en Arbowetgeving, wat de administratieve lasten voor scholen zou vergroten. De RvS benadrukt het belang van helderheid en consistentie in de wetgeving en adviseert om aandacht te besteden aan deze punten in de toelichting van het voorstel.

Privacybescherming en aangifteplicht: zorgpunten in het advies

Het uitgebrachte advies maakt ook opmerkingen over de verwerking van persoonsgegevens, met name bijzondere persoonsgegevens die betrekking hebben op de registratie en melding van veiligheidsincidenten. Er wordt geadviseerd om passende waarborgen te treffen voor de toegang tot en bewaartermijn van dergelijke gegevens.

Dit zou moeten gebeuren op het niveau van de wet in formele zin om te zorgen voor bescherming van de privacy van betrokkenen.

Een ander punt van zorg betreft de uitbreiding van de aangifteplicht voor seksuele misdrijven naar meerderjarige leerlingen en studenten. De Raad van State adviseert om de motivering van deze uitbreiding te versterken, met name door aandacht te besteden aan de autonomie van het slachtoffer en de impact van het strafproces op hen. De Raad pleit voor een zorgvuldige en respectvolle benadering van slachtoffers, waarbij hun wensen serieus worden genomen.

Ten slotte concludeert de Raad van State dat het wetsvoorstel in zijn huidige vorm niet bij de Tweede Kamer ingediend moet worden. De Raad heeft verschillende bezwaren en adviseert de staatssecretaris om het voorstel aan te passen voordat het verder wordt behandeld.

Bron: Raad van State