Ajax is in de Champions League opnieuw hard onderuitgegaan. De ploeg van John Heitinga verloor woensdagavond op Stamford Bridge met 5-1 van Chelsea en staat na drie wedstrijden puntloos onderaan in de groep.
Redactie TPO, 23 oktober 2025 – Na een solide openingsfase sloeg het noodlot al snel toe: Kenneth Taylor kreeg na ruim een kwartier rood na een harde overtreding op Facundo Buonanotte, na ingrijpen van de VAR. Binnen tien minuten profiteerde Chelsea optimaal met twee doelpunten, waarna de Amsterdammers nauwelijks nog onder de druk vandaan kwamen.
Uit het niets bracht Wout Weghorst zijn ploeg halverwege de eerste helft terug met een benutte strafschop, maar dat bleek een korte opleving. Heitinga haalde vervolgens spelmaker Oscar Gloukh naar de kant, een beslissing die op weinig begrip kon rekenen van het meegereisde uitvak.
𝐊𝐎𝐌𝐀𝐀𝐀𝐍! ❤️🔥
Wout Weghorst schiet raak op Stamford Bridge: 2-1 👀#ZiggoSport #UCL #CHEAJA— Ziggo Sport Voetbal (@ZS_Voetbal) October 22, 2025
Twee strafschoppen breken Ajax voor rust
In de slotfase van de eerste helft liep Chelsea verder uit. Na een overtreding van Weghorst op Enzo Fernández benutte de Argentijn zelf de penalty: 3-1. Enkele minuten later mocht ook Estêvão aanleggen vanaf elf meter, na een lichte overtreding van Youri Baas. Ajax ging met een 4-1-achterstand rusten, en kort na de hervatting tekende invaller Tyrique George al voor de 5-1. Daarmee was de wedstrijd na 48 minuten feitelijk beslist.
𝐎𝐯𝐞𝐫 en 𝐬𝐥𝐮𝐢𝐭𝐞𝐧.. 🔒❌
Estêvão benut de tweede strafschop voor The Blues, en nog voor rust lijkt het doek te vallen voor de Amsterdammers 😬#ZiggoSport #UCL #CHEAJA— Ziggo Sport Voetbal (@ZS_Voetbal) October 22, 2025
Ajax blijft puntloos in groepsfase
Omdat Chelsea in de tweede helft het tempo verlaagde, bleef Ajax een nog grotere afstraffing bespaard. De zwaarste Europese nederlaag, 6-1 tegen Napoli in 2022, werd niet geëvenaard, maar het contrast met eerdere Europese jaren is groot. Na drie wedstrijden heeft Ajax nul punten, slechts één doelpunt gemaakt en elf tegentreffers geïncasseerd.
Bron: VI