Laat geluk nooit afhangen van andere personen, maar vindt het eerst zelf. Dit moederlijk advies is gericht aan Paul Whiteridge, de hoofdpersoon in dit boek.
Centraal in dit boek staat zijn zoektocht, naar zichzelf, naar geluk, naar Old New York.
In een slingertocht, vergelijkbaar met een reuzenrad van de kermis, van New York en Connecticut en weer terug wordt deze zoektocht in niet-chronologische volgorde, beschreven.
Aanvankelijk verlaat Paul zijn ouderlijk huis om literatuur te gaan studeren in New York, want literatuur is voor hem, een naam in druk, en dus de beste kans op onsterfelijkheid.
Daar leert Paul leert zijn niet grote liefde Tanya kennen. Opeens wordt hij naast haar wakker en opeens is hij met haar getrouwd en opeens verhuist hij met haar naar Connecticut. Daar doet hij zich zelf (en Tanya) tekort; het voelt of het echte leven hem daar ontglipt. Hij besluit op weinig elegante wijze Tanya te verlaten en terug te keren naar zijn vroegere New York.
Doch, het New York is zijn New York niet meer. Hij verbeeldt een vluchtige relatie met Jessica tot zijn grote liefde, doch voor haar is hij slechts een one-night stand. Is New York ook tot een one-night stand voor hem verworden?
Hij slaapt, slaapt uit, en slaapt weer verder, en vereenzaamt steeds meer. Mooi is zijn uitspraak: ‘Creëert een gevoel van ongeluk een gevoel van speciaal zijn?’
Is dit zijn laatste strohalm, dit ongeluk? Wordt hij dan zo toch nog speciaal?
Het boek laat zich op een plezierige manier lezen, zowel om het humoristische taalgebruik, de nihilistische visie, als om de gefragmenteerde beschrijving van zijn leven.
Uitgever: | Artus |
Pagina’s: | 192 |
Prijs: | 15.95 |
ISBN: | 9789079048175 |
Jaar: | 2011 |
Website auteur: | http://www.frederickmorel.com/ |