Een ontmoeting in Huis ter Duin

25-03-2013 12:13

Twee grote houten deuren slaan open. Een gezelschap van twintig deftige heren loopt de Keizerszaal uit, op zoek naar de koffieschenkers. Gepoetste schoenen staan op geelgroen ruitjestapijt, donkerblauwe pakken nemen plaats aan glimmende tafels met servetten en grote waxinekaarsen. Chique bedoeling. Om de nek van de heren hangt een koord met aangeknoopt naamplaatje. Ze hebben elkaar duidelijk iets te vertellen. Netwerken, vergaderen, praten.

Koffie.

Aan de overkant van de ruimte schuifelt een groep jongens binnen. Slippers op het tapijt, korte broekjes boven witte sokken, shirtjes of trainingsjackies en tatoeages. Jongens van de camping. Ze kauwen op een tandenstoker, lachen ondeugend of spelen met telefoons.

De nette heren kijken op. Brilletjes zakken op de neus of stellen de ogen juist scherp. De sociale lach wordt gedempt, gesprekken zwakken af. De zakenmannen die vroeger op het schoolplein al opvielen door hun grote mond, doen alsof er niets aan de hand is. Ze roeren met klinkende theelepels boven het gemompel uit, praten juist harder om het gefluister van de groep te compenseren.

Zenuwachtig

De afstand tussen de kampen is vijftien meter. Een centraal trappenhuis vormt de middenlijn. Langs donkerhouten leuningen draagt bedienend personeel kleine hapjes naar boven, richting de rode stoelen waar de mannen in pak op rusten. Het campingelftal krijgt geen snacks. Ze kijken in korte broek verongelijkt toe.

Dan stapt de selectie op. Droog kluivend aan de tandenstokers.

De jongens slenteren richting de trap bij de Keizerszaal, waar de heren met naamplaatjes verstommen. Zelfs de stoere praters giechelen licht zenuwachtig. Het eerste trainingsjack wandelt door de verzameling pakken, het is Robin van Persie. Doodse stilte. Men stoot elkaar aan.

“Zal ik zijn handtekening vragen?” overlegt een grijze vijftiger snel met zijn collega. Te laat. Wesley Sneijder volgt. “Nu dan?” Weer te laat. De selectie van het Nederlands elftal smelt samen met het congres zakenmannen. “Heb jij kinderen dan?” vraagt zijn collega nog. De voetballers klimmen de trap op. Geen handtekening. Te weinig durf of teveel fatsoen.

Het gesprek komt weer op gang, de koffieschenkers halen lege kopjes op. Vijf minuten later klappen de deuren van de Keizerszaal dicht.

De mannen vergaderen verder.