De discussie over strafbaarstelling illegaliteit duurt voort. Het is in zo een discussie lastig om principes, gevoel en verstand te verenigen. Dat wordt nog ingewikkelder wanneer bewindslieden de feiten verkeerd voorspiegelen.
Midden in de interne discussie bij de PvdA werd Ronald Plasterk als bruggenbouwer naar voren geschoven.
In de Volkskrant schreef hij een betoog over de worsteling. Overduidelijk bedoeld als poging de PvdA-achterban te tonen hoe afgewogen en serieus de PVDA top met het onderwerp bezig is.
Op een zeer heikel punt, namelijk de strafbaarheid van hulp aan illegalen, schreef hij daarover de volgende zalvende woorden voor de PvdA-achterban: “Wat wel principieel is, is dat iemand die een illegaal helpt niet zelf strafbaar wordt, maar dat punt is in Nederland gelukkig zeker gesteld.”
Een stelling die onjuist is. Onlangs in het programma P&W werd dit nog eens onderstreept door de staatssecretaris van justitie Fred Teeven.
Volgens zijn voorstel is hulp aan iemand zonder verblijfsvergunning strafbaar. Dus het geven van onderdak of een kop soep aan een dakloze zonder verblijfsvergunning is in Nederland een misdrijf volgens de wet van Teeven. Dat wist Plasterk natuurlijk best toen hij zijn zalvende woorden sprak richting het PvdA-congres.
Rest de vraag of hij bewust deze foutieve voorstelling van zaken heeft gegeven, of gewoon geloofde in de werkelijkheid zoals hij die zou willen.
Pieter Kos is voormalig directeur VluchtelingenWerk en fractievoorzitter van GroenLinks in Leiden.