Het verschil tussen Hansaplast en een pleister; het zijn dat soort subtiliteiten waarin de Japanse regisseur Kore-eda Hirokazu (Nobody Knows) zijn verhaal vertelt in het sterke drama Like Father, Like Son. Wanneer het echtpaar Nonomiya erachter komt dat hun zesjarig zoontje bij de geboorte per abuis verwisseld is met een ander kind, komen ze voor een hels dilemma te staan. Samen met de ouders van hun werkelijke zoon moeten ze beslissen of ze de kinderen wel of niet gaan omruilen.
Voornaamste protagonist is de op het eerste oog weinig sympathieke zakenman Ryota (Fukuyama Masaharu). Hij is de ‘vader’ van Keita, al is hij dat meer in naam dan daad. Zijn bijdrage aan de opvoeding bestaat voornamelijk uit het stellen van hoge ambities. Keita moet elke dag pianospelen, naar de beste school en mag vooral niet verwend worden.
Het staat in schril contrast tot de speelse vrijheid die de uit een arbeidersmilieu afkomstige ouders van Ryusei hun kinderen gunnen. In een soort Japanse versie van het huishouden van Jan Steen ravotten de kinderen op straat en in de ballenbak van het plaatselijke winkelcentrum. En gaat er iets kapot, een bestuurbare auto of een knie, dan wordt dat direct gerepareerd met een soldeerbout of een pleister.