In een tijd dat niet alleen betaalde banen, maar ook stages schaars zijn, wordt vanuit de Europese Unie de noodklok geluid over de situatie van stagiairs. Brussel wil de stagiaris binnen de EU beter gaan beschermen.
Volgens eurocommissaris Laszlo Andor (werkgelegenheid) worden stagiairs veel te vaak gezien als goedkope of gratis arbeidskrachten. Hij wil dat er normen komen om de leerzaamheid en het nut van stages te verzekeren.
Geen fulltime koffie halen en excel-bestanden rechtzetten voor 150 euro per maand, maar werkzaamheden die bijdragen aan de ontwikkeling van de stagiair. Daarvoor moeten werkgevers vooraf betere informatie geven over het eventuele salaris, werkomstandigheden en leerdoelstellingen. Daarnaast zou de maximale periode van een stage nog maar 6 maanden mogen bedragenb.
De Europese Commissie maakt de niet bepaalde gedurfde analyse dat een stagiair met werkervaring van hoge kwaliteit meer kans heeft op het vinden van een goede baan. Volgens hen is momenteel één op de drie stages onder de maat wat betreft arbeidsvoorwaarden of leerinhoud.
Andor stelt dat veel werkgevers stagiairs onheus behandelen: “Stages zijn van cruciaal belang om de inzetbaarheid van jongeren te verbeteren en om te zorgen voor een soepele overgang van onderwijs naar werk. Het is onaanvaardbaar dat sommige stagiairs momenteel worden uitgebuit als gratis of goedkope arbeidskrachten”
Of het plan gaat werken is de vraag. De arbeidsvoorwaarden voor stagiairs zijn op papier vaak aantrekkelijk, maar blijven in de praktijk weinig te betekenen. Stagiairs wordt vaak ten onrechte een baan in het vooruitzicht gesteld, op die manier blijven ze gemotiveerd en is de kans dat ze klagen over hun situatie aanmerkelijk kleiner.