Een rollende donderslag, de bliksem die hem opfleurt. De bonkende beats uit de auto van de man op de parkeerplaats. Kwakende eenden in het kleine vijvertje naast de parkeerplaats. Maar het is stil. Stil in zijn hoofd, in zijn lichaam. Zijn bloed stroomt niet meer, zijn gedachten gaan niet meer. De ruimte tussen zijn oren is leeg. Zijn benen gekruist voor zijn lichaam, een rechte rug en zijn handen op zijn knieën. Een bries ging over zijn wangen, zijn neus. Zijn adem was langzaam regelmatig geworden. Niet was er nog, niets dan hij. De hoogste staat van meditatie was bereikt.
Beeld: Shutterstock