Als Mija, de hoofdpersoon in de Zuid-Koreaanse film Poetry, een poëziecursus bijwoont, vraagt de docent zijn cursisten naar een appel te kijken. Goed te kijken. De textuur, de verschillende tinten, hoe het licht erop valt. Het openingsdeel van de beeldenstroom Samsara, gemaakt door Ron Fricke en Mark Magidson, zit vol met shots die ons de kans bieden op die manier te kijken. De boeddhistische tempels, de uitgestrekte woestijn; bijna kun je de ruwe bakstenen aanraken en het zand door je vingers voelen vallen.
Samsara is een film zonder dialogen. Het is een lange montage van beelden, gefilmd in vijfentwintig landen over een periode van vijf jaar, begeleid door muziek. Wie dat bekend in de oren klinkt, zal niet verrast zijn dat regisseur Fricke ook een van de mensen achter het alweer dertig jaar oude Koyaanisqatsi was, en achter Baraka, de min of meer voorganger van Samsara uit 1992.
Na het kalme en poëtische begindeel, schiet Samsara in een hogere versnelling. Van de trage precisie van de monniken die een zandmandala maken, gaan we naar jagend verkeerd, lopendebandwerk in een fabriek en machinaal in kratten geworpen kippen. De beelden zijn prachtig. Samsara werd gefilmd op 70mm, waardoor details en kleuren nog scherper uitkomen en Fricke laat er geen misverstand over bestaan dat time-lapse-fotografie een van zijn specialismen is.