Winter Nomads vertelt het verhaal van schapenhoeders Pascal (52) en Carole (28) die met achthonderd schapen, drie ezels, puppy Léon en herdershonden Kiwi, Titus en Tutsi een reis van zeshonderd kilometer afleggen. Het is niet zomaar een trip, maar een tocht van vier maanden door de barre, ondergesneeuwde natuur van Zwitserland.
Het doel is om de schapen het zogenaamde landafval te laten eten zodat ze goed kunnen aankomen. Dit landafval bestaat voornamelijk uit akkers en velden waar het gras niet is gemaaid, er nog planten groeien die niet gerooid zijn of achtergebleven zaden en vruchten. Als de schapen goed vet zijn geworden worden ze alle achthonderd uiteindelijk verwerkt tot voedsel.
Dat niet alles tijdens de ‘sheeptrip’ goed verloopt laat de film binnen zeer korte tijd al zien. Na ongeveer twee dagen lopen de schapen in een veld met koolzaad, waardoor de zeer kalme en bekwame Pascal flink tegen relatieve nieuwkomer Carole tekeer gaat. Maar toch blijft het niet bij dit ene akkefietje. Zo zijn er regelmatig auto’s die de honderden dieren op de weg niet al te prettig vinden, is er door boeren en dorpsinwoners kritiek op de vele beesten en lijkt één van de honden ook niet altijd even gehoorzaam is.