Vorige week is de film Kenau in première gegaan. Kenau, gespeeld door Monic Hendrickx, is het verhaal van een vrouw die de Nederlandse geschiedenis verandert. Ze vecht tegen de Spaanse bezetter met een vrouwenleger, in tijden dat vrouwen niet veel meer rechten hadden dan het aanrecht. Anno 2014 zijn vrouwen volwaardig lid van de Nederlandse samenleving – we hebben dezelfde rechten als mannen. Wereldwijd is er echter nog veel te winnen. ‘Plan Nederland’ strijdt voor gelijke rechten en kansen voor meisjes, zodat ze kunnen uitgroeien tot zelfstandige, krachtige vrouwen die het verschil kunnen maken.
Afgelopen november reisde Lizette Verboom samen met Monic Hendrickx naar Zambia om met eigen ogen te zien, horen en ervaren hoe het leven van meisjes en vrouwen daar is.
Het is zaterdagochtend 23 november 2013 en ik ben op weg naar Schiphol. Ik heb veel gereisd en zelfs in het buitenland gewoond (Griekenland, Israël), maar niet eerder was ik in Midden-Afrika. En al helemaal niet om vrouwen te vragen hoe hun leven is. Ik wil hen spreken over de rol die Plan Nederland in hun leven speelt en wat het voor ze betekent als Plan Nederland een vrouwenleger zou mobiliseren. Vanuit het veilige Nederland kan ik me geen voorstelling van hun bestaan maken, maar ik ben er wel erg nieuwsgierig naar. In Nederland wordt rondom de film Kenau een vrouwenleger op de been gebracht. Een movement van sterke vrouwen die aandacht vraagt en geld inzamelt voor de meisjes in ontwikkelingslanden, o.a. via een online game en een sportevenement.“
Het is donker als we in Lusaka, de hoofdstad van Zambia aankomen. Onderweg naar het hotel zien we levensgrote billboards met daarop meisjes en mobiele telefoons. Zo ver weg, maar toch zo vertrouwd. We checken in in ons hotel en gaan slapen. Om de volgende ochtend in een totaal andere wereld wakker te worden: Monic en ik ontbijten op een terras aan het water. Bamboe, palmen en gele vogels die nestjes maken. In het water zwemmen vijf krokodillen. Monic kijkt uit naar de ontmoetingen met de Zambiaanse vrouwen; meisjes en vrouwen voor wie een Nederlands vrouwenleger veel kan betekenen.
De reis door Zambia begint. Ons doel is Chipata, een stad in het oosten vlakbij de grens met Malawi. Het ligt in een rechte lijn ongeveer 600 kilometer van Lusaka. We gaan met twee auto’s op pad en al snel zijn we de hoofdstad uit. De hoofdweg wordt smaller en langs de weg zien we veel hutjes van leem en riet en wonderschone kleine ‘stalletjes’ met groenten en fruit. De ‘stadjes’ waar we doorheen rijden zijn een verzameling betonnen blokjes met daarin winkeltjes. Indrukwekkend. De eerste grote stad die we bereiken is Chipata.
In Chipata worden we ontvangen door de community workers van ‘Plan’. Zij zijn dagelijks bezig met het leven van meisjes en vrouwen en zullen ons verder begeleiden. Hiervandaan duurt de reis nog anderhalf uur over een onverharde weg naar Chadiza. Hier en daar zien we iemand fietsen, maar verder loopt iedereen. Een bagagedrager is nog een bagagedrager: alles wordt er op vervoerd. Geiten voor de markt, zakken met 50 kilo maïsmeel, torens met pannen. De enige auto is onze auto.
Een van de eerste bijzondere ontmoetingen die we hebben, is bij een school. In de overvolle klas krijgen kinderen wiskundeles. Ze zeggen de leraar na. Het schoolbord is een stuk steen met versleten krijtverf. We ontmoeten Mary. Ze is 14 jaar en draagt haar witte bloesje en blauwe schoolrok met trots. We wandelen met haar en voelen hoe het is om dagelijks vijf kwartier over kronkelende zandpaadjes in de hitte te lopen. Heen én terug. Haar ouders, broers en zussen ontvangen ons hartelijk.
Ze zitten bij een boom en laten ons zien waar het toilet – een gat in de grond – is en waar je je handen kunt wassen. De wasgelegenheid is een bouwwerkje waar je met je voet een pedaaltje intrapt om zo het water te laten lopen. Zowel het toilet als de school zijn in samenwerking met ‘Plan’ tot stand gekomen. Stromend water, schuimende zeep en een blower voor het drogen van je handen zijn voor ons een vanzelfsprekendheid, terwijl het hier uitzonderlijk is om een plek te hebben om je handen te wassen of naar een toilet te gaan. Op een van de scholen bezoeken we de nieuwe toiletten, latrines genoemd. Ik probeer het uit en kom erachter hoe moeilijk het is om precies in dat gat in de grond te richten. Ik moet er niet aan denken dat ik mis en de spetters tegen m’n benen aan krijg! School en leerlingen zijn blij met zoiets vanzelfsprekends als de latrines. Ze hoeven niet meer de bush in om te plassen. En ze hebben nu een privé plekje als ze ongesteld zijn.
“I’ve learned so much from all of you”, zei Monic tegen de kinderen op school. “Ik kwam erachter dat ik wel directer zou willen zijn dan ik eigenlijk ben. Ik vond het bijvoorbeeld moeilijk om te horen dat een meisje al jong zwanger raakt en dan alleen achterblijft met een kind terwijl ze er nog helemaal niet aan toe is. Ze kan niet eens meer naar school, terwijl de man gewoon verder gaat met zijn leven. Het meisje moet alleen verder, alsof het haar fout is dat ze zwanger is. Ik raakte van slag van deze gesprekken en had tijd nodig om mijn beduusdheid te overwinnen. Zelf ervoer ik het als een enorm cadeau dat ik mijn dochter kreeg; misschien wel het meest intieme om mee te maken. Ik vind het dus heftig om te horen dat de meisjes het hier vaak in hun eentje moeten doen, zonder man. Tegelijkertijd ben ik ook positief verrast. Veel van de meiden die ik sprak zeiden dat ze verliefd waren geweest op die jongens. Ze waren heel openhartig. Ik was eigenlijk bang voor verkrachtingsverhalen, die er zeker zullen zijn, maar waar ik minder over hoorde dan ik had gedacht.”