In 2011, net na het afschuwelijke drama in Alphen aan de Rijn, schreef ik een column voor het slijtersvakblad over angst. Vorig jaar kwam ik de slijter uit Alphen aan de Rijn, die ik in de column noemde, tegen op een beurs. Ik ken hem al jaren, we hebben wel eens samen deelgenomen aan wijnreisjes. Ik vroeg hem hoe het nu met hem en met het winkelcentrum was. De lol was er voorgoed af vertelde hij. Zijn ogen waren leeg.
Hij vertelde wat hij die zaterdagmiddag had gezien en hoe die middag voorgoed zijn wereld had veranderd maar hij nog wel doorging met de winkel. Hij vertelde ook over de winkeliers die hun deuren inmiddels hadden gesloten of failliet gingen omdat ze er psychisch niet mee om konden gaan. Ze bleven steeds maar die lijken zien van hun klanten en collega-winkeliers. Elke dag opnieuw zagen ze ze liggen en hoorden ze het geschreeuw.
Een tijdje terug kwam ik bij een collega in het midden van het land. Hij hielp me even uit de brand. Er moesten wat beelden gefilmd worden van mij in een slijterij, maar mijn eigen slijterij was wel wat te ver voor de makers, dus waren we welkom bij hem. De schappen waren zowat leeg, de winkel leefde niet meer. Hij vertelde dat hij enkele maanden daarvoor was overvallen en was neergestoken. Sindsdien interesseerde het hem allemaal niets meer. Ook hij had een doffe blik.
Vorig jaar werd de juwelier bij mij om de hoek overvallen door vier gemaskerde mannen met machinegeweren. Ook de winkeliers in de aangrenzende panden lagen onder hun toonbank. De straat was direct leeg en de Vlaamse mevrouw die net bij de juwelier in de winkel stond en voor het eerst in Sluis was zal nooit meer naar Sluis komen. Ik spreek die juwelier regelmatig. Eén van de overvallers is opgepakt door DNA-sporen. Hij is ook veroordeeld maar heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht zodat er nog steeds drie rondlopen.
Dit zijn slechts drie verhalen, maar er waren in 2013 1633 soortgelijke verhalen in dit land. 1633 ‘ incidenten’ waarbij winkeliers en hun personeel voor het leven getraumatiseerd werden waardoor ze vaak hun zaak niet eens meer kunnen voortzetten of arbeidsongeschikt worden. Doordat we in de afgelopen pakweg 15 jaar allemaal meer gingen investeren in beveiliging, al dan niet gedwongen door de verzekering, verplaatsten de overvallen zich ook. Vroeger waren gewapende overvallen iets uit de randstad, tegenwoordig al lang niet meer. Ook worden er nu vaak zwaardere wapens gebruikt. Google maar eens op overval en machinegeweer.
Zo’n 34 procent van die overvallen werd opgelost in 2013, daarvan werd de dader gestraft. Dat betekent dat nog steeds 66 procent er beter van werd in 2013. Dat is een veel en veel hogere kans dan dat je hebt met een gekocht lot in de staatsloterij. En elk bericht over een gewelddadige overval doet menig winkelier sidderen en zich afvragen wanneer hij aan de beurt is. Ik weet niet wat er zich precies afgespeeld heeft in Deurne afgelopen vrijdag. Volgens mij weet niemand dat precies op dit moment. Ik weet wel dat er columnisten en politici zijn die die gebeurtenissen willen bagatelliseren of willen terugbrengen naar een etnische groep. En daarmee sluit je je ogen dus voor het werkelijke probleem. Een crimineel is een crimineel, ongeacht zijn afkomst.
Ter linkerzijde wil men graag mededogen voor de daders en zou men het liefst willen dat elke winkelier inderdaad een racist is die achter zijn toonbank staat te wachten tot er een Marokkaan voorbij komt die hij kan pakken. Maar zo eenvoudig ligt het niet en dat wereldbeeld klopt ook al niet. We hebben het hier over winkeliers, niet over the A-team.
Ter rechterzijde wil men eigenlijk stigmatisering van een hele etnische groep en zou men het liefst zien dat inderdaad elke allochtoon een crimineel is. Maar zo eenvoudig ligt het ook al niet. Niet elke juweliersvrouw is een PVV’er.
Ik heb nieuws voor jullie. Er bestaan echt winkeliers die geen racisten zijn maar wel de pest aan criminelen hebben, ongeacht hun afkomst. Er zijn nog veel meer winkeliers die bang zijn. En er bestaan ook werkelijk allochtonen die crimineel zijn maar direct in de slachtofferrol kruipen met de steun van anderen die hen het liefst doodknuffelen. Ondertussen vallen er wel elke dag echte slachtoffers waarvoor men liever de ogen sluit.
Feit is dat er groepen mensen in onze samenleving zijn die gewapende overvallen slechts kattenkwaad en kwajongensstreken vinden en zo lang die mensen bestaan blijven wij winkeliers nog steeds vogelvrij. Ik werd zelf bijna agressief van de column gisteren in de Volkskrant van Bart Smout. Zo’n columnist die een column moet tikken voor brood op de plank en waarschijnlijk nog nooit van zijn leven achter een toonbank heeft gestaan.
Beste Bart, dat gevoel van onveiligheid bij winkeliers komt niet door Prem, die ik zelf wel eens de vuvuzela van de Nederlandse media heb genoemd, nee dat gevoel van onveiligheid komt door de overvallen die steeds gewelddadiger worden. Die angstige winkeliers kennen niet alleen de verhalen van TV zoals broodcolumnisten dat doorgaans doen, nee ze kennen en spreken ook allemaal de slachtoffers of waren zelf al slachtoffer. Juweliers staan helaas helemaal boven aan die lijst van slachtoffers en ik kan me dan ook heel goed voorstellen dat elke juwelier een soort van noodscenario gereed heeft.
Hoeveel van mijn collega-winkeliers overwegen zich te bewapenen of hebben dit inmiddels gedaan? Ik weet het niet. Niemand weet het en zolang we niet in die situatie komen – en daar bid ik elke dag voor – zal ook niemand dat ooit weten. Over hoe je je gezin, bedrijf en personeel beschermt hou je nu eenmaal beter je mond. Zelfs ik, en ik bid op mijn blote knieën dat het ook nooit nieuws zal worden hoe ik dat doe.