Zoals elke Franse film betaamt, bevat deze een stukje zwart-wit beelden waaronder charmante Franse muziek is gemonteerd. Bij voorkeur gebeurt er iets wat totaal niet te plaatsen is. Bij La Bande à Picasso worden we daar in de openingsscène al op getrakteerd. Het luidt in wat een heerlijk typische, verwarrende en oh-zo-Franse film zal worden.
Wanneer we schilder Pablo Picasso (Ignacio Mateos) en zijn bende ontmoeten, rond 1911, wonen ze allen in Parijs. Het is een mooie tijd voor de kunst, hun voornaamste doel is om de kunst van de Franse bourgeoisie uit te dagen; en met bourgeoisie bedoelen ze vooral de bende van schilder Henri Matisse.
Schilder Braque (Stanley Weber), beeldhouwer Hugué (Jordi Vilches) en dichter Jacob (Lionel Abelaski) behoren tot zijn kring, maar zijn echte rechterhand is de schrijver Guillaume Apollinaire (Pierre Benezit). Apollinaire regelt voorschotten en stelt als een echte netwerker deals voor Picasso vast.
