NEW YORK (ANP) – Wanneer in de nabije toekomst sprake is van genoeg juridische basis in het volkenrecht voor militair ingrijpen in Syrië, maakt Nederland een nieuwe afweging om ook in te grijpen in dat land. Het is niet zeker of Nederland dan ook daar gaat optreden tegen strijders van Islamitische Staat (IS). Dat zei premier Mark Rutte na afloop van een vergadering van de VN-Veiligheidsraad, die hij woensdagmiddag in New York toesprak.
,,Als Nederland hebben we strikte opvattingen over een militaire bijdrage en de noodzaak van een volkenrechtelijk mandaat. Volgens mij moeten we heel precies zijn. In Irak is er een volkenrechtelijk mandaat. In Syrië is het er niet.” De Nederlandse regering maakte eerder woensdag bekend dat ze zes F-16’s en 380 militairen naar Irak stuurt om IS te bestrijden.
De Verenigde Staten voerden dinsdagochtend luchtaanvallen uit in Syrië. Eerder hadden de VS al bijna 200 aanvallen uitgevoerd op strijders van IS in Irak. De Amerikanen gebruiken Artikel 51 van het VN-handvest als mogelijkheid om IS in Syrië met luchtaanvallen te bestrijden. Artikel 51 stelt dat landen ‘het recht hebben op zelfverdediging’.
Te smal
,,Nederland vindt een dergelijke basis te smal”, zei Rutte. ,,Overigens wijs ik erop dat op dit moment geen enkel land in Europa actief gaat worden in Syrië. Het lijkt een beetje alsof wij als enige alleen in Irak actief zijn, maar volgens mij geldt dat voor alle Europese landen.”
De minister-president spreekt niet zijn steun uit voor de Amerikaanse luchtaanvallen in Syrië. ,,Het woord ‘steun’ heeft voor het volkenrechtelijk mandaat allerlei betekenissen. We hebben begrip voor de actie.”