DEN HAAG (ANP) – Voor 2023 wordt het doel voor duurzame energie meer dan waargemaakt, maar voor 2020 wordt de doelstelling nog steeds niet gehaald. Dat blijkt uit de donderdag gepresenteerde Nationale Energie Verkenning 2017 (NEV).
In 2013 is in het Energieakkoord afgesproken dat het aandeel hernieuwbare energie in 2023 moet zijn gegroeid naar 16 procent. Volgens de NEV komt dit cijfer nu uit op 17,3 procent. In 2030 zal dat naar verwachting bijna 24 procent zijn. Windenergie op zee levert hieraan een belangrijke bijdrage.
Maar op korte termijn wordt de doelstelling niet gehaald. In 2020 is het doel 14 procent hernieuwbare energie, maar dit blijft nu nog steken op 13 procent. Vertraging van windenergieprojecten op land zorgen ervoor dat de doelstelling nog niet wordt gehaald.
Maatregelen
,,Met de ingezette maatregelen is het fundament gelegd om de klimaatdoelen van Parijs te halen”, aldus minister Henk Kamp van Economische Zaken. Er is volgens hem extra inzet nodig om de doelen van 2020 te halen. Hij heeft daarom al afspraken gemaakt met gemeenten en provincies over extra windmolens. Die afspraken zijn nog niet verwerkt in de NEV 2017.
Verder zijn ook extra stappen nodig om de afspraken over energiebesparing in 2020 te halen. Afgesproken besparingen leveren minder op dan verwacht. Er zijn op dit vlak tegenvallers in de glastuinbouw, schrijft Kamp aan de Kamer.
Rechter
In 2015 bepaalde de rechter dat de Nederlandse Staat ervoor moet zorgen dat de uitstoot van broeikasgassen in 2020 minimaal 25 procent lager is dan die in 1990. Dat lukt als alle doelen van het Energieakkoord worden behaald, verwacht Kamp.
De 47 partijen betrokken bij het Energieakkoord gaan overleggen om te bezien hoe de doelstellingen gehaald kunnen worden. Eind dit jaar moet daar volgens Kamp meer duidelijkheid over zijn.
Medeopsteller van de NEV is het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het PBL stelt dat de energietransitie uit de startblokken is en het aandeel hernieuwbare energie een grote sprong maakt, maar dat er nog wel veel horden moeten worden genomen. Het PBL wijst er ook op dat werkgelegenheid in de sector van duurzame energie toeneemt en dat gemeenten en provincies steeds meer samenwerken aan plannen voor de energietransitie.