Het overgrote deel van de minderjarige asielzoekers die zijn afgewezen voor een kinderpardon, is nog steeds in Nederland. Slechts 80 van de 1400 minderjarigen zijn aantoonbaar vertrokken. Dat meldt de NOS op basis van cijfers van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
De blijvers, die het afgelopen jaar vaak in het nieuws kwamen door de slepende procedure rond de Armeense tieners Lili en Howick, zijn op te delen in drie groepen: 740 kinderen zijn hier zonder verblijfsvergunning, 400 kinderen kregen via een andere weg toch nog een verblijfsvergunning en van 180 is niet duidelijk waar ze zijn gebleven.
Het gaat in alle gevallen om minderjarigen die op het moment van aanvraag al ten minste vijf jaar in Nederland waren.