Groot nieuws. Nou ja, volgens Forum voor Democratie (FvD) dan: twee weken geleden werd de eerste provinciale FvD-lijsttrekker bekend gemaakt. De eer viel te beurt aan Johan Dessing. We zien hier meteen een groot probleem bij de uitbouw van FvD: de bekende Nederlanders zijn op. FvD dreef in de eerste twee jaar op min of meer bekende rechtse gezichten. Bekend bij een breed publiek waren ze niet, maar binnen rechts Nederland zeker wel: Thierry Baudet, Theo Hiddema, Annabel Nanninga, Derk Jan Eppink. Hoe groot was FvD geweest als de partij was begonnen door Johan Dessing?
Je vraagt je af hoe wanhopig Baudet op zoek is geweest naar zijn Amsterdamse lijsttrekker. Leuk hoor, zo’n aankondiging om aan de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen mee te doen, maar dan moet je wel een aansprekende lokale leider hebben: iemand met een beetje bekendheid en wat mediaprofiel. Wat fijn voor Baudet dat Nanninga het wilde doen, anders was FvD in Amsterdam waarschijnlijk met één gemeenteraadszeteltje geëindigd. Baudet zal minstens zo opgelucht zijn dat Derk Jan Eppink de Europese kar wil trekken.
Maar de provincies zijn een heel ander verhaal. Het belangrijkste probleem is dat deze bestuurslaag geen enkele aantrekkingskracht heeft op aspirant-politici en dus al helemaal niet op bekende Nederlanders. In het Europees Parlement en de Tweede Kamer kun je in ieder geval nog flinke sommen geld binnen harken en de Amsterdamse gemeenteraad heeft als voordeel dat de functie een zekere landelijke uitstraling oplevert. De gemeenteraad van de hoofdstad is immers niet die van Lelystad of Oosterhout. Dat vergemakkelijkt de zoektocht naar kandidaten.
De provincie levert echter geen statuur op, er staan nauwelijks journalisten op de stoep en de vergoeding is ook al beperkt. Ook FvD zelf heeft er geen interesse in: de partij doet mee aan de provinciale statenverkiezingen vanwege de Eerste Kamer. Kandideren voor FvD betekent dus dat je helpt anderen een plekje in de Senaat te krijgen om vervolgens zelf in de vergetelheid weg te kwijnen. Tel daarbij op dat FvD geen aanbeveling is op menig CV: de vijver van potentiële kandidaten is erg klein, zeker als je ook nog eisen aan die kandidaten wilt stellen.
Zo zien we het rare fenomeen dat een partij die het in de peilingen fantastisch doet en die kans maakt op een grote Senaatsfractie, opvallend stil is over de provinciale kandidaten die straks in maart gekozen moeten gaan worden. We zien dit aan de eerste lijsttrekker: Johan Dessing. De aankondiging van zijn lijsttrekkersschap interesseert eigenlijk niemand wat: deze leverde zo goed als nul publiciteit op. Het meest interessante aan Dessing is de onbevestigde roddel dat hij de broer van Floortje Dessing zou zijn. Geen idee of het waar is.
Dessing sprak een video in: niet de bravoure van Baudet, geen grapjes a la Hiddema of de geestige plaagstootjes zoals bij Nanninga. Een onbekende man die vertelt dat hij op de luchthaven werkt en vervolgens een verhaal afsteekt over een nationale luchthaven in zee, een onderwerp waarvan vaststaat dat de Provinciale Staten van Noord-Holland er niet echt over gaan. Het meest interessant is dat Dessing vindt dat ‘Schiphol niet verder kan groeien’. Dat hebben we uit rechtse hoek weleens anders gehoord. Maar zelfs deze uitspraak levert geen reuring op.
Een provinciaal programma heeft FvD in Noord-Holland ook al niet, laat staan een plan voor die luchthaven in zee. Bij andere provincies eveneens nul publiciteit voor onbekende lijsttrekkers als Ruud Burlet (Limburg), Johan Almekinders (Overijssel), Maarten Goudzwaard (Friesland), Wouter Weyers (Utrecht), Fred Walravens (Zeeland) en Eric de Bie (Noord-Brabant). Plannen hebben ze ook niet. In Friesland wil FvD ‘daadkrachtig en efficiënt bestuur’. Tja. Rob Roos (Zuid-Holland) heeft niet eens tijd voor deze open deuren, want die zit straks ook in het Europees Parlement.
Zo gaat de uitbouw van FvD: twee maanden voor de verkiezingen zijn niet alle lijsttrekkers bekend, op de rest van de kandidaten moeten we wachten, programma’s ontbreken overal en niemand heeft enig mediaprofiel of doet een serieuze poging dat te krijgen. Nergens opiniestukjes of interviews. De meeste lijsttrekkers krijgen niet eens een eigen FvD-video. Echt nieuw is deze manier van werken niet: de PVV doet dit al jaren op dezelfde manier. Dat mag natuurlijk, maar als FvD zich echt de partij van ‘durf, dynamiek en daadkracht’ durft te noemen, zou je toch wat anders verwachten. Zijn de provinciale kandidaten niet goed genoeg of duldt Baudet geen concurrentie van ze?
Speciaal voor FvD-kandidaten die hun durf, dynamiek en daadkracht willen bewijzen start binnenkort de rubriek ‘Koffie met FvD’. FvD-kandidaten kunnen zich daarvoor aanmelden via [email protected].