Entertainment

Michiel de Ruyter moest rollercoaster worden

26-01-2015 07:16

AMSTERDAM – Na zestien Amerikaanse films keerde regisseur Roel Reiné terug naar Nederland om een film te maken over het leven van zeeheld Michiel de Ruyter. “Het moest een dramatische, emotionele rollercoaster worden”, blikt Reiné vooruit op de première van maandagavond in het Scheepvaartmuseum.

“In Amerika heb ik geleerd dat je bigger than life kunt denken met cinema. Veel Nederlandse films zijn minimalistisch en klein. Het zit niet in de Nederlandse filmcultuur groots te denken, zoals je dat bijvoorbeeld wel in Franse films ziet”, zegt de regisseur.

Reiné zocht zelf contact met filmproducent Klaas de Jong die al sinds 2006 rondliep met ideeën de beroemde zeeslagen te verfilmen. Reiné: “Ik maak in Amerika twee actiefilms per jaar, waardoor ik daar in een hokje ben geduwd. Ik voelde dat ik terug moest naar Nederland om een film te kunnen maken met inhoud, historie en kwaliteit. Nederlandse regisseurs hadden Klaas altijd voorgehouden dat het verfilmen van zeeslagen onmogelijk en veel te kostbaar zou zijn. Hij vond het verrassend dat ik geen obstakels zag.”

On-Nederlands

Reiné pakte het on-Nederlands aan. “Ik hou van drie, vier draaiende camera’s en een hoge energie op de filmset. Een crew die zegt ‘dat doen we hier anders’, daar ben ik allergisch voor. We hadden met 42 draaidagen maar kort de tijd, dat is slechts de helft van het aantal draaidagen van Zwartboek. Het tempo was dus moordend. We moesten daarom goed voorbereiden en geconcentreerd werken.”

Met een budget van 8 miljoen euro staat Michiel de Ruyter op de vierde plaats van duurste Nederlandse films ooit. “Voor mij een vrij normaal budget, in Amerika maak ik lowbudgetfilms voor 5 tot 10 miljoen dollar. Maar internationaal gezien is 8 miljoen euro erg weinig voor wat we gemaakt hebben. Alleen met een efficiënt plan konden we met dit bedrag de speelfilm maken.”

Batavia

Tijdens de zeeslagen die werden gefilmd op het Markermeer maakte de regisseur slechts gebruik van drie schepen, waaronder de Batavia uit Lelystad. “Alle overige schepen op de achtergrond zijn met de computer geanimeerd. Van het Scheepvaartmuseum hebben we tekeningen gekregen van De Zeven Provinciën. Die hebben we precies nagebouwd in de computer, samen met zes andere oorlogsschepen.” Deze visual effects ‘plakte’ Reiné over de beelden van de zeilschepen. “Soms zien kijkers de boeg van De Zeven Provinciën, maar is de rest van het schip echt.”

Reiné is met een helikopter over een leeg Markermeer gevlogen om daar na afloop met de computer schepen, wrakstukken, rook en kanonnen in te plakken. “Tien jaar geleden had dit nog niet gekund en vijf jaar geleden was ik er zelf nog niet toe in staat. Pas twee jaar geleden kreeg ik het idee dat ik genoeg geleerd had om zo’n film te maken. Om zo’n spektakel geloofwaardig te krijgen.”

Zeeslagen

Vijf zeeslagen zitten in de film verwerkt. De Vierdaagse Zeeslag wordt zelfs over zestien minuten uitgesmeerd. “Ik heb geprobeerd iedere zeeslag uniek te maken”, zegt Reiné. Het gebruik van filmbloed was taboe. Dat zou in het hout van de geleende schepen kunnen trekken.

De regisseur is nog steeds boos dat hij niet op Het Binnenhof in Den Haag mocht werken, het benodigde luchtshot draaide hij nota bene in Madurodam. Reiné werd naar eigen zeggen tegengewerkt door de filmcoördinator van de gemeente Den Haag. “Tot op de dag van vandaag vind ik dat spijtig. We maken dé film over de Gouden Eeuw, dé film over de bakermat van de politiek en mogen niet eens een dagje een koets over Het Binnenhof laten rijden.”