Hola amigas e amigos!
Wist u dat de Portugese keuken in Engeland als exquis wordt beschouwd, en met name culinaire hoogstandjes als de piri-piri en de pastel de nata? Nou hoor ik u ietwat cynisch brommen: “zeker omdat de keuken van het perfide Albion de goorste ter wereld is, doctorandus van Amerongen. Dat smerig voer dat die gasten vreten geef ik zelfs niet aan mijn varkens.”
Ik kwam voor het eerst in Engeland in 1975 en de keuken daar leek verdacht veel op de gerechten die mijn moeder Mientje elke dag bereidde in haar koninkrijk, dus ik vond het vertrouwd smaken. Alle groenten werden stukgekookt – van de andijvie tot de spruiten – en dat was handig want mijn vader schrokte het met liefde bereide voer toch met grote happen naar binnen, onderwijl de Donald Duck en Tom Poes lezend. De blender bestond toen nog niet, niet op de Veluwe althans, maar ik weet zeker dat pa een smoothie van groentesoep, boerenkool, pieperpuree en roze Saroma-pudding heerlijk had gevonden.
Mijn vader, een zeer geletterd en belezen fysicus, zei tijdens het schrokken door: Tuurtje, je mag naast mijn bord schijten als je maar niet spettert. Ik vertelde namelijk toen al vieze verhaaltjes aan mijn broertjes en mijn zus. Mijn moeder moest dan besmuikt lachen maar ze vond mij best geestig. Tijdens mijn voyage door de Midlands at ik – de homo universalis die ik ben – vrijwel uitsluitend etnisch: Pakistaans, Indiaas, Thais, Chinees, Vietnamees, Libanees en wat dies meer zij. Dat kost geen drol in Engeland, in de regel ben je niet meer dan 10 pond kwijt. Gewoon uit nostalgische overwegingen nam ik 1 keer een Engelse ontbijt en 1 keer de zondags brunch. Zo’n English Breakfast is alleen nuttig als je dagelijkse diensten van veertien uur in een steengroeve draait. Wat een cholesterolbom is dat toch, en wat smerig. En in de regel ben je al snel 8 tot 9 pond kwijt voor zo’n bord vet. Bah.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Die zondagse brunch nam ik in Fleetwood, een vissersdorpje even boven Blackpool. De fabriek van Fishermans’ Friend staat hier en is beslist het omfietsen waard, amigos. De zondagse brunch bestond uit groentesoep zonder enige specerijen (de inhoud van een potje Olvarit, aangelengd met heet water) en het hoofdgerecht was uiteraard de roast beef. Nou, die was gaar! Verder bremzoute roast potatoes en als groentegarnituur stukgekookte kool. Gelukkig kreeg ik er een bakje mierikswortelsaus bij, vermoedelijk van Maggi, maar dat was in ieder geval nog iets waar mijn getrainde smaakpapillen mee konden worstelen. Ik moet wel zeggen dat Cafe Royal heerlijk Engels-kneuterig is, met zo’n truttig country house stijl, lekker eclectisch dus, en een zeer hartelijke gastvrouw die mij constant ‘luv’ noemde. Bovendien keek ik uit op de haven. Het was heerlijk noodweer, hetgeen die gekke Britten er niet van weerhield gewoon hun partijtje bowls te spelen. Genieten dus. Maar dat Engelse voer: brrrrrr. En dan heb ik de Fish’n Chips nog overgeslagen, kunt u nagaan.
Ach, die goeie ouwe Ludwig Feuerbach schreef het al: Der Mensch ist, was er isst. Je bent wat je eet, en dat geldt zeker voor het Engelse volk, dat achteraan in de rij stond toen de Grote Pottenbakker in de Hemel zijn schepsels ging kleien.
Die Engelsen halen hun piri-piri uiteraard uit een zakje van Knorr (in de fameuze serie wereldgerechten) maar ik wil het met u over echte piri-piri hebben. Ik heb het recept even voor de lezer opgezocht bij Wikipedia. Vroeger was kennis macht maar tegenwoordig haal je alles van internet. Ik zit soms wel eens in een filosofische discussie in de kroeg en als ik dan als een slimmertje voor de dag wil komen, ren ik naar de wc en google dan de desbetreffende quote van Plato.
De piri-piri (Swahili voor rode duivel) is een variëteit van de pepersoort capsicum frutescens. Die peper komt oorspronkelijk uit Amerika en is door Portugese zeevaarders naar Afrika gebracht. Daar werd het al snel deel van een kruidenmix, ook wel in de vorm van een olie. De Portugezen namen deze uit Mozambique en Angola mee terug naar Portugal waar het nu een populair ingrediënt in de nationale keuken is.
Vanuit Portugal begon het zich via Zuid-Afrika en India over de rest van de wereld te verspreiden. De restaurantketen Nando’s richt zich op met piri-piri gemarineerde kipgerechten. Overigens heb ik in Zuid-Afrika, Zimbabwe en Zambia uit pure noodzaak een paar keer bij Nando’s gedineerd maar dat was nou bepaald niet om over naar huis te schrijven. Laat ik me voorzichtig uitdrukken: ik kreeg ineens vreselijke heimwee naar een satékroket van Febo (die desnoods een paar uur in de muur had liggen garen en dientengevolge niet helemaal knapperig meer was).
Piri-piriolie bestaat in zijn eenvoudigste vorm uit olie, cayennepeper, chilipeper en keukenzout. Een veelgebruikt mengsel bestaat uit een handgemalen melange van de Spaanse paprika, sel gris (Frans zeezout), piri-piripepers, oregano, gember, kardemom, knoflook en uiensnippers. Dus dames en heren: na het insmeren van de kip met piri-piri altijd even de handjes gaan wassen voor het plassen..
Ramires, waar de expats dol op zijn, is wat aan de prijzige kant. De beste en goedkoopste piri-piri vindt u op de zondagse vlooienmarkten in de Algarve. De kippen worden daar gegrild op enorme roestige en rokende installaties die zo als decor zouden kunnen dienen in een willekeurige Mad Max film. De frango piri-piri eet men aan lange houten tafels, op een klapstoeltje, en al met al kost een hele maaltijd met een halve kip, patat, sla en wijn hooguit 6 eurootjes. Tel uit uw winst! Mijn favoriete kippentent is Frango da Ria, aan de N125 tussen Olhao en Fuseta. Ze hebben een schoorsteen die niet zou misstaan tussen de Hoogovens en dat is een goed teken. Eet u ongans aan kip en hou een plekje over de doce de casa, het toetje van het huis. De doce de casa roept herinneringen op aan Saroma maar ook aan tiramisu. Pudding of gecondenseerde melk, slagroom, een koekje en nog wat geheimen van de kok: het is een goddelijk dikmakertje. Neem een lekkere bel Portugese brandy bij de bica! Hier geen nat glas zoals in Nederland, waar je zo maar 8 euro aftikt voor een smerige Joseph Guy, maar een vorstelijke bel Macieira voor een schijntje. Portugal is niet de juiste plek als u met drinken wilt stoppen. Saúde!
Ha Caracois! Ofwel: Er zijn weer slakken! Nou ja slakken is een groot woord, want ze zijn piepklein en je kunt het slakje er alleen met een speld of tandenstoker uitpulken, maar het is hier nationale folklore. Het is slakkenseizoen. Overal langs de weg zie je restaurants hun slakken aanbieden en krijg je een diep bord met een berg zwart/grijze hummeltjes met wat brood gepresenteerd. Waar smaakt het naar? Naar laurier, want daar worden ze in doorgekookt. En veel olie en zout en peper. Want een slak smaakt naar niks. Vinden we het lekker? De Portugezen zijn er helemaal gek op. Ik vind het behoorlijk overrated, maar over smaak valt niet te twisten, uiteraard. Of je er nou van houdt of niet het is vooral een sociaal gebeuren. Je eet het bij de borrel of als voorgerecht. Terwijl de slak in Frankrijk een delicatesse is, is het in Portugal vooral een volksgerecht.
Toen mijn vegetarische vriendin uit Nederland een keer op bezoek was wilde ik haar verrassen met een caracois feestje. Eenmaal op tafel zag je haar gezicht verbleken. Het enige dat ze kon uitbrengen was dat ze het vond ruiken naar het menstruatie-emmertje dat op de dames wc staat. Sowieso is voor haar het opeten van een dier een vreselijke hobby. Ook een slak heeft recht op een waardig einde. En deze caracois worden gekookt in water met olijfolie. En als ze gaar zijn steekt hun kopje naar buiten en heb je eigenlijk geen gereedschap nodig want je zuigt ze zo naar binnen. Gruwelijk! Over eettradities kun je niet oordelen. Ieder land heeft het gerecht dat het verdient.
¡Hola! Y buenos días lieve lezeressen en aanverwante letterconsumenten. Het was me weer een weekje, niet alleen bij ons op het Iberisch schiereiland, maar vooral ook bij jullie in het ver weg gelegen Holanda – los Países Bajos – zoals ik heb mogen vernemen van diverse toeristen die het is gelukt om een zitplaats te bemachtigen in één van de weinige vliegtuigen die de Nationale Vluchthaven genaamd Schiphel hebben weten te verlaten mèt bagage en veilig zijn geland in toevluchtsoord Barcelona. Een mediabrede hetze schijnt jullie landje te hebben overspoeld, gelijk een tsunami van fecaliën uit een overlopende beerput, uiteindelijk uitmondend in het cancelen van het enige goed bekeken programma van Neerlands campingzender. Betere argumenten voor een vastgoedzoektocht in Iberia kan men nauwelijks verzinnen. Nog even over die beerput waarover onze geliefde hoofdredacteur een sappige anekdote oplepelde. Dat was natuurlijk een pozo negro, een letterlijk bodemloze put waarin het ‘grijze’ en het ‘zwarte’ (vandaar negro) afvalwater wordt opgevangen dat zich vervolgens de bodem in ‘filtreert’.
Dezelfde bodem waar men zijn drinkwater aan onttrekt, al dan niet via de gemeentelijke waterleiding. Het zal jullie dan ook niet verrassen dat deze vorm van uitwerpselverwerking al vele jaren taboe en verboten is. Foei ome Arthur! U gedroeg zich weer eens als een archetypische anarcho pre-jubilado. En ondertussen maar schelden op geriatrisch campervolk dat haar behoefte in de blanke duinen achterlaat, gewoon zichtbaar voor het blote oog. Overigens, dat van die dooie kip dat klopt wel, tot op zekere hoogte, maar hier aan de Iberische oostkust zijn wij toch iets meer sofisticado en kopen gewoon zakjes bacteriën in de supermarkt. Superhandig en geen stank en verstoppingen meer.
Artikel gaat verder na afbeelding.
“Waar wil je heen met dit poep-en-piesverhaal Raúl?” hoor ik jullie alweer luidop denken. Wel queridos amigos, naar Baix Camp. Een comarca (een streek zeg maar, onderdeel van een provincie) alwaar men het plan heeft opgevat het rioleringswater te gaan hergebruiken.
Onder het gebied ligt een immens aquifer dat, onder andere Cambrils van drinkwater voorziet. Het plan is om vanuit de waterzuivering van Cambrils via een pijpleiding het gezuiverde rioolwater vele kilometers landinwaarts in een immense kuil te laten lopen alwaar het door de grond gefilterd het ondergrondse waterreservoir indruppelt. Goed plan.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Echter, een goed plan werkt alleen zoals bedacht als de uitvoerenden ook daadwerkelijk alles volgens plan uitvoeren, én als aan elke mogelijke calamiteit is gedacht, én een fluks uit te voeren herstelprocedure is uitgewerkt. Laat dat nu nét niet de specialiteit zijn van de lokale ambtenarij. Ervaringen met de nabijgelegen golfbaan Aigües Verds, waar er met afvalwater van de stad Reus de greens en fairways werden gesproeid, na een natuurlijke filtratiebehandeling en ‘écht écht écht goed gezuiverd water dat geen gevaar voor de gezondheid oplevert’. Dood gras was het resultaat, regelmatig. Zeg maar iedere keer dat de systemen in Reus overliepen door bijvoorbeeld een hoosbui of door een iets te lang uitgelopen pauze van een verantwoordelijk type een flink aantal kuubs onbehandelde bagger het systeem inliepen. In Cambrils zal dat natuurlijk nóóit voorkomen.
En mocht het tóch, dan zal degene die de storing veroorzaakt heeft natuurlijk meteen zijn leidinggevende verwittigen. En die meteen de verantwoordelijke wethouder die acuut, u snapt het al de verantwoordelijke gedeputeerde belt. Net zoals in beide nabijgelegen kerncentrales níet, ik herhaal niet, jarenlang gezwegen is over het weglekken van radioactief koelwater. Oh wacht, slecht voorbeeld. Want dat gebeurde wel.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Maar nog geen reden om je zorgen te maken. Dat water is onder de grond dus of de verdunde uitwerpselen van een half miljoen Fransozen en ander toeristisch volk daarin terecht komen maakt niets uit.
Nou, misschien is dat wel zo, maar dat water blijft niet ondergronds. Als onze geliefde hoofdredacteur weer eens een redactievergadering gepland heeft in het Catalaanse kantoor van de Portugal Post Pan-Iberische-branche pleegt hij altijd een smakelijk kopje koffie te nuttigen, soms zelfs twee, alvorens de lange reis naar de thuisbasis te aanvaarden. Het water waarmee dat lekker bakkie wordt gezet komt uit mijn pozo (waterput) die óók de reden is waarom de pozo negro die van oudsher bij mijn masía hoorde reeds een halve eeuw buiten werking is gesteld. Het idee alleen al, getverdemme. Afijn, de tijd zal het leren. In ieder geval zal ik in de toekomst éérst het water besnuffelen alvorens er een kop geurig dampende troost van te brouwen. Als absolute liefhebber zal meneer van Amerongen zich binnenkort wel weer melden voor een dringende vergadering. Zo’n delicatesse laat hij zich echt niet ontzeggen vrees ik. En natuurlijk even lekker douchen voor de reis. Dè manier om een gehele coupé voor jezelf te krijgen. We wachten het maar af. Natuurlijk kan ik het jullie niet aandoen om onder deze omstandigheden een stukje vastgoed op het platteland aan te smeren, bovendien liet een lezeres me weten dat een ‘half miljoentje’ misschien niet voor iedereen even haalbaar is. Vandaar dat ik op zoek ging naar een piso (appartementje) in een geürbaniseerd gebied. Met waterleiding! En dat voor nét iets meer dan een ton. Nou ja, kijk zelf maar even. Ik geef alvast wat fotootjes voor de sfeer;
Artikel gaat verder na afbeeldingen.
De advertentie vindt u hier. Het risico bestaat wel dat de koffie een lichte bijsmaak van chloor heeft, maar dat moet u maar op de koop toenemen. Hasta volgende week. Hopelijk en vermoedelijk verlaten wij dan dit uitgekauwde onderwerp.
Lees meer Portugal Post: