Wonen bij een hospita. Het was ooit zo romantisch: een surrogaatmoeder met wie je de afspraak maakte voor enen thuis te zijn en in wiens huis waar je het kamertje van twaalf vierkante meter zonder wasbak huurde je geen vrouwelijk bezoek mocht ontvangen. Zulks was hip in tijden dat het nog vies was met het haar tot over den ooren te lopen, toen het Maagdenhuis werd bezet, maar tegenwoordig passé, achterhaald en hopeloos ouderwets. Een beetje student woont zelfstandig, of thuis bij paps en mams.
Uit de Studentenwoonmonitor 20011, die vandaag in Utrecht openbaar werd gemaakt, blijkt echter dat nog altijd drie procent van de Utrechtse studenten bij een hospita woont. De rest woont op een kamer via de particuliere huurdersmarkt (60%) of in een fijne studentenflat of andere eenheid van een (studenten) woningcorporatie (37%). Die drie procent die nog bij een hospita woont is overigens bijna uitgestorven want op dit moment zoekt nul van de Utrechtse studenten een kamer bij een hospita.
Andere feiten waar u van wakker mag liggen: sinds 2007 is het tekort aan studentenwoningen in Utrecht verdubbeld. Overigens moet bij de studentenwoonmonitor 2011 worden opgemerkt dat van de 94.000 ondervraagde studenten ook 20.000 ROC-scholieren zijn ondervraagd, waarvan twintig procent niet thuis woont.
Wie in Utrecht gaat studeren kan rekenen op betrouwbare statistiek die voorspelt dat eenvijfde van de kamerzoekers er binnen een maand in slaagt een kamer te vinden. 30 procent zoekt langer dan een half jaar maar in Utrecht is men hard aan het bouwen voor de noodzakelijke studentenhuisvesting.
CC-Foto: El Cabron