AMSTERDAM (ANP) – Een vijfde van de Nederlandse huishoudens komt in de problemen als de koelkast, televisie of wasmachine kapot gaat. Geld voor vervanging is er niet. Dat blijkt uit een onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), dat samen met bankverzekeraar ING is uitgevoerd.
Nog eens 20 procent van de huishoudens heeft een financiële buffer die minder is dan 2000 euro, en dat is volgens de berekeningen van het Nibud te weinig. Een alleenstaande zou 3550 euro achter de hand moeten hebben, voor een echtpaar is dat 4000 euro en voor een gezin met twee kinderen 5000 euro.
Deze bedragen zijn onafhankelijk van inkomen en van levensstijl. Voor een huishouden dat bijvoorbeeld ook een auto heeft, zou de buffer hoger moeten zijn.
De noodzakelijk geachte buffers zijn puur bedoeld voor het vervangen van inventaris en niet voor het opvangen van inkomensterugval, zoals bij werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en pensionering. En ook niet voor grote uitgaven, zoals bij brand en ziekte. Voor dit soort zaken zijn verzekeringen betere alternatieven, aldus het Nibud.
Uit het onderzoek blijkt verder dat 15 procent van alle huishoudens niet spaart, waarbij het vooral gaat om mensen met lage inkomens die toch al moeite hebben de touwtjes aan elkaar te knopen.
De huishoudens die wel sparen hebben nu samen meer spaargeld dan voor de crisis. Het totale bedrag dat in Nederland op spaarrekeningen staat, steeg tussen eind 2006 en eind 2011 van 221 miljard euro naar 305 miljard euro.