Groot-Brittannië heeft de afgelopen twaalf maanden ten minste zes terroristische aanslagen voorkomen. Dat zei de Britse premier David Cameron maandag in een toespraak in het Lagerhuis.
De Britten namen ter voorkoming van aanslagen in eigen land onder meer actie tegen Britse extremisten die als strijder voor Islamitische Staat naar Syrië trokken.
Groot-Brittannië schakelde in augustus met een drone een extremist uit die op dat moment in Syrië voor IS vocht. Twee reisgenoten, waaronder één Brit, werden daarbij ook gedood.
Cameron benadrukte dat de aanval nodig was uit zelfbescherming en dat de drone-aanval op geen enkele manier onwettig was, ondanks dat de actie op eigen initiatief werd uitgevoerd, buiten de bestaande coalitie tegen IS.
Het land heeft geen mandaat van het parlement om militaire actie te ondernemen in Syrië, maar vliegt wel met drones over het land om inlichtingen te verzamelen.
In Irak komt het al langer wél militair in actie, maar in tegenstelling tot enkele coalitiepartners kreeg Cameron in 2013 geen meerderheid in het Lagerhuis om ook in Syrië aanvallen uit te kunnen voeren.
“Er was geen alternatief”, zei Cameron. “We konden aanslagen op ons land niet anders voorkomen dan door direct actie te ondernemen.”
Anp