Bij D66 is de EU-lijsttrekkersverkiezing slechts een keuze tussen gezichten

12-08-2018 15:08

De planning is nogal wonderlijk. Deze maand vindt de campagne plaats voor de verkiezing van de D66-lijsttrekker voor het Europees Parlement. Nederland is massaal op vakantie, maar D66 gebruikt juist deze periode om te bepalen wie de kandidatenlijst van mei volgend jaar mag gaan trekken. Met deze planning zou je bijna denken dat D66 hoopt dat deze strijd zo min mogelijk publiciteit krijgt. Dat is eigenlijk ook wel logisch. Het gaat immers over het Europees Parlement.

In 2014 was er ook al zo’n strijd. Toen nam delegatieleider Sophie in ’t Veld – toen tien jaar in het Europees Parlement – het op tegen haar collega Marietje Schaake. Zij zat toen vijf jaar in Brussel. Schaake haalde als verliezer een nette veertig procent van de stemmen. In de landelijke politiek zou de verliezer worden afgevoerd en in de vergetelheid wegkwijnen, maar voor het Europees Parlement is zo weinig media-aandacht dat de verliezende kandidaat als gewone Europarlementariër kan terugkeren. Zo geschiedde.

En dus zitten we vijf jaar later weer met hetzelfde gedoe. In ’t Veld wil een vierde periode en Schaake een derde, beide als lijsttrekker. Het enige verschil met 2014 is dat ze vijf jaar ouder zijn geworden en dat zich een derde kandidaat heeft gemeld. Die is alleen niet serieus: D66-medewerker Felix Klos heeft nul steunbetuigingen op zijn goedkoop ogende website en is niet in staat een betoog van een paar alinea’s te schrijven waarom hij lijsttrekker moet worden en wat hij precies voorstaat. Vreemd, want hij schijnt wel boeken en speeches te kunnen schrijven.

Inhoudelijk maakt de keuze tussen In ’t Veld en Schaake niets uit. Ze vertegenwoordigen beide het gedachtegoed waar velen niets van moeten hebben: ze willen vooral heel veel Europese oplossingen op heel veel dossiers. We kunnen het allemaal zo uittekenen: Europees buitenlandbeleid is goed, de EU moet zich bemoeien met de democratie in Polen en Hongarije, de EU moet zich bekommeren om de mensenrechten en de privacy, EU-asielbeleid is hard nodig en de interne markt, de euro en de open grenzen zijn prachtige verworvenheden.

Een strijd tussen twee gezichten dus. Wie zou D66 het beste kunnen vertegenwoordigen bij die paar verkiezingsdebatten in het land waarvan hooguit eentje de publieke omroep haalt? Wie zou het beste boegbeeld voor D66 in de media kunnen zijn? Ook hier is niets te kiezen: In ’t Veld was al drie keer lijsttrekker en kan dus wel in een microfoon praten, maar we kunnen niet met droge ogen beweren dat Schaake die vaardigheid ontbeert. Ze maken beide een prima indruk op burgers die de EU leuk vinden en zullen beide geen eurosceptische burger ooit overtuigen.

Zo ligt er deze lijsttrekkersverkiezing eigenlijk een hele andere vraag voor: als de idealen van In ’t Veld en Schaake hetzelfde zijn en ze beide de media prima te woord kunnen staan, is er dan wel wat te kiezen? We moeten dan kijken wat ze in het Europees Parlement presteren en wie het meest effectief de D66-agenda werkelijkheid laat worden. Daar zit het echte probleem: we kunnen nauwelijks iets over de effectiviteit van het werk van deze Europarlementariërs zeggen. Wat is hun invloed binnenskamers? Een reconstructie daarvan zou jaren in beslag nemen. Die is er dus niet.

Oppervlakkig gezien lijkt het verschil tussen de twee kandidaten duidelijk: In ’t Veld is het belangrijkst want ze is vice-voorzitter van de liberale ALDE-fractie. Schaake is ‘een gewone Europarlementariër’. Ze moet zich behelpen met haar vermelding op de lijst van de 28 invloedrijkste Europeanen. Maar de maker van deze lijst – Politico – erkent dat deze uiterst subjectief is. Dat dit medium Schaake tipte als mogelijke minister van Buitenlandse Zaken helpt ook niet mee haar invloed erg serieus te nemen.

In ’t Veld is dus vooral een veiligere keuze dan Schaake, want ze zit vaker bij belangrijke vergaderingen en ze wordt daarmee vaker door allerlei mensen aangehoord. Maar of haar woorden ook beklijven weet niemand. Ook is het onduidelijk of In ’t Veld een goede vice-fractievoorzitter is die kans maakt op een nieuwe termijn in die invloedrijke rol. Zou men in Brussel stilletjes hopen op nieuwe leiding bij D66? Niemand weet het.

Als D66-leden niet kunnen bepalen welke Europarlementariërs in Brussel het meest effectief zijn, kunnen ze geen geïnformeerde voorkeur hebben voor een van de kandidaten. En als D66-leden dat niet kunnen, kunnen burgers mei volgend jaar ook niet geïnformeerd stemmen. Wordt het niet eens tijd dat D66 dat ongemakkelijke feit gewoon toegeeft?