Beste Saskia,
Ik schreef een paar dagen geleden een stukje over jou en je laatste ex, een reclameman die vreemdging toen zijn vrouw de strijd tegen kanker aan het verliezen was en die daar een bestseller over schreef.
Gisteren had dat stukje jou ook bereikt.
Je vond de tijd om er een screenshot van te maken.
Je plaatste het op Twitter.
En je zette er bij: “Nog even over niet deugen: dit soort bagger schrijft Jan Dijkgraaf, hoe ziek ongelukkig en blind van afgunst moet je dan zijn.”
Ik denk dat je boos was.
Anders was de interpunctie wel in orde geweest.
Ik kan natuurlijk gaan uitleggen dat ik ziek noch ongelukkig noch blind van afgunst ben (want waarop dan?). Of dat het een beetje raar is dat je over me twittert, terwijl je nog maar een paar weken geleden voor altijd was gestopt met Twitter. En dat je helemaal uit de bocht vloog toen je ook nog even ging liegen over de werkzaamheden van je eigen neef Jan Roos, met wie je, zo lijkt het, een hele boomgaard vol appels te schillen hebt.
Maar laat ik volstaan met een gezegde.
‘Wie met één vinger naar de ander wijst, wijst met drie vingers naar zichzelf’.
Dat ‘ziek’ (in je hoofd) en ‘ongelukkig’ kan ik in jouw geval wel plaatsen.
Maar je hoeft op mij niet ‘blind van afgunst’ te zijn.
Je ging van kleurloos Viva-meisje tot ‘geweten van de grachtengordel’ aan tafel bij DWDD.
“Niks mis mee”, zou ‘die voetballer‘ zeggen.
Je weet wel, die ene die in 2017 wél de NS Publieksprijs won ;-)
Groet,
JanD