De gemeente Bloemendaal heeft het leegstaande klooster Dennenheuvel als locatie aangewezen als tijdelijke opvang van 110 erkende vluchtelingen, vooruitlopend op hun definitieve huisvesting. De inhuizing van statushouders begint op 1 april. In Dennenheuvel kunnen daarnaast ook 10 tot 20 ‘gewone’ woningzoekenden gehuisvest worden, als zij tenminste bereid zijn een bijdrage te leveren aan de integratie van de vluchtelingen ter plaatse.
Het ‘leegstaande’ Dennenheuvel werd tot vorig jaar bewoond door een twintigtal jongeren die als antikraak fungeerden. Een van die bewoners nam vorig jaar september contact met mij op, toen ik nog fractievoorzitter van GroenLinks was en een motie wilde indienen waarin B&W verzocht werd het leegstaande klooster Dennenheuvel te bestemmen voor vluchtelingenopvang. Hij vroeg me of ik wel wist dat Dennenheuvel bewoond werd. Dat wist ik niet. Hij vroeg ook of ik liever vluchtelingen in Dennenheuvel gehuisvest wilde zien dan jonge mensen uit Bloemendaal. Dat was een retorische vraag.
Hij vertelde dat ik zijn vriendin kende. Zij was de dochter van kennissen van mij. Of dat geen enkele rol speelde bij mijn opstelling in de gemeenteraad, wilde hij weten. Ik moest hem teleurstellen: “Nee, dat speelt geen enkele rol bij mijn opstelling in de gemeenteraad.” Hij ontstak in woedde en bleef maar herhalen. “Dus dat u mijn vriendin kent speelt voor u geen enkele rol?” Ik probeerde het uit te leggen, maar mijn argumenten kregen geen vat op hem. Hij werd er alleen maar agressiever door. Uiteindelijk heb ik hem weggedrukt, maar dat hielp niet. Nu kreeg ik een stroom van woedende e-mails.
Terwijl hij zijn verontwaardiging de vrije loop liet moest ik denken aan mijn Antilliaanse schoonvader die op verjaardagspartijtjes placht te vertellen hoe vreselijk Nederland was. “Als je in Nederland een ongeluk krijgt, en je wordt naar het ziekenhuis gereden waar een neef van je toevallig als chirurg werkt, dan loop je de kans dat die neef zegt: “Goh oom, want vreselijk naar, maar U moet nog even wachten voordat ik u kan opereren, want u bent nog niet aan de beurt.”
“NOG NIET AAN DE BEURT!” riep mijn schoonvader verontwaardigd, ‘en dat zegt je NEEF tegen je!’
In dat opzicht is men op Curaçao veel menselijker. Op Curaçao help je, ook als volksvertegenwoordiger, eerst je familieleden, dan je vrienden en pas daarna kijk je of er voor andere Antillianen nog iets te doen valt. Aan (Cubaanse) vluchtelingen hebben Antillianen al helemaal geen boodschap. Dat die gevluchte Cubanen daar toch geholpen worden is vooral te danken aan Hollandse advocaten en journalisten op het eiland. Een familielid van de onlangs door een drugsbende vermoorde Janisairah Jano – wier zwager lid was van een rivaliserende drugsbende en die op het verkeerde moment in de verkeerde auto zat – zegt: “De makamba’s (scheldwoord voor Nederlanders, MF) geven nu een heleboel miljoenen uit aan de Syrische vluchtelingen. Onder hen kunnen gevaarlijke terroristen zitten. Ze kunnen beter hun geld naar Curaçao sturen.’
Zo is het maar net!
Inmiddels hebben de meeste antikraakbewoners van Dennenheuvel een alternatieve woonruimte geaccepteerd; vier weigeren te vertrekken. De lokale partij ‘Hart voor Bloemendaal’ neemt het op voor deze antikrakers die nu eigenlijk krakers geworden zijn. Krakers worden in Bloemendaal niet door GroenLinks gesteund. Hart voor Bloemendaal vind mij een onmens omdat ik liever vluchtelingen zou huisvesten dan eigen jongeren. Er zit inderdaad iets menselijks in de slogan ‘eigen volk eerst’. Iets logisch ook. Juist daarom is het voor de overheid zo moeilijk om vreemdelingen te helpen, terwijl er nog zoveel leed is onder de eigen burgers. Ook in Bloemendaal.
Het verbaast me dus helemaal niet dat de oud-bestuurder van de VPRO, Arend-Jan Heerma van Voss, de oud-Maagdenhuisbezetter en oud-PvdA wethouder Pitt Treumann en de oud-assistent van de PvdA burgemeester van Amsterdam, Philip van Tijn (broer van de oud-hoofdredacteur van Vrij Nederland Joop van Tijn) geen vluchtelingen willen opnemen in hun Harmoniehof in Amsterdam-Zuid. De woningbouwvereniging ‘Samenwerking’ – opgericht in 1908 – die de woningen daar beheert is alleen voor hogeropgeleiden. Sinds 1995 is er een ledenstop behalve voor de kinderen van de leden. Het is dus een vereniging van linkse adel, mooi beschreven door Robert Vuijsje in Alleen maar nette mensen.
Pal achter het concertgebouw wonen ze, en zoals Frank Bovenkerk bij het honderdjarig bestaan van de woningbouwvereniging Samenwerking liet zien, zijn het alleen maar blanken, die zich er in NRC Handelsblad en de Volkskrant (‘Statutenneukers’, Blendle-link)over beklagen dat de lager opgeleide blanken in Purmerend en Almere op de PVV stemmen. Frank Bovenkerk sprak in 2008 van indirecte discriminatie: Gauche caviar helpt alleen gauche caviar.
Gelukkig vormen de Heerma van Vossen, de Treumannen en de Van Tijntjes zowel in Amsterdam-Zuid als in Bloemendaal een minderheid, maar het is een groeiende minderheid.