Column

De strijd tegen ISIS win je niet met bommen alleen

04-02-2015 14:22

Die filmpjes kijk ik allang niet meer. Ik heb het een paar keer aangezien, maar persoonlijk vind ik een paar stills meer dan genoeg om de naakte barbaarsheid van de horrormachine die zich de Islamitische Staat noemt te voorvoelen, en het liefst maak ik ook nog zelf de keuze: ik hoef het niet te zien op de voorpagina van de nieuwssites die ik bezoek, en ik hoef het niet in mijn timeline op de social media. Toch zijn de beelden belangrijk, en het is jammer dat we keer op keer niet verder komen dan de volkomen gratuite discussie over of je de ‘barbaarse’ propaganda van de Islamitische Staat nou wél of niet moet verspreiden. Laten we wel wezen: of het nou wel of niet op GeenStijl staat, of in uw en mijn timeline, die filmpjes bereiken het beoogde publiek echt wel.

Wat op het web belandt, zal bekeken worden, en gedeeld, en bij ISIS weten ze precies tot wie ze zich richten, hoe ze die mensen kunnen bereiken, en wat ze hen willen vertellen. De zelfverklaarde kalief heeft een verdomd goede Goebbels in dienst.

Het Public Relations Team van Al-Baghdadi

Me dunkt dat de makers van die filmpjes het prima vinden dat we ons in het westen bij ieder filmpje volkomen blind staren op de gruwelijke moord op een onschuldig mens, en ons verder niet zo bezighouden met manier waarop ISIS deze filmpjes inzet ter vergroting van de eigen rekruteringsbasis.

In zekere zin kan de barbaarsheid zelfs werken ter afleiding: hoe gruwelijker de dood van de gevangene, hoe groter de verontwaardiging, en hoe minder aandacht voor de rest van het verhaal dat het public relations team van Al-Baghdadi het beoogde publiek wenst mede te delen. Dat is jammer. En onhandig.

Hollywoodachtige geluidseffecten

Hoe gruwelijk de beelden ook zijn, de filmpjes moeten beter geduid worden. De executie van Mu’ath Al-Kasaesbeh had alles van een minutieus gepland en zorgvuldig geregisseerd spektakel: het oranje Guantanamopakje, de gevangeniskooi die het symbool werd van de behandeling van terreurverdachten door het westen, de naar Amerikaans voorbeeld vormgegeven militaire pakken van de ISIS-strijders, hun zorgvuldige positionering – als waren zij US marines – het is allemaal bewust en doordacht. Hollywoodachtige geluidseffecten worden gebruikt om suspense te kweken.

We wisten natuurlijk al dat ISIS de symbolen van de War on Terror gebruikt om jihadisten te werven, maar volgens mij werd het nog niet eerder zo groots aangepakt als nu. Dat is een relevant gegeven om over na te denken. Relevanter dan kissebissen over of die beelden nou wel of niet op GeenStijl moeten.

Hoofden en Harten

Het is uiterst belangrijk om de propaganda van de Islamitische Staat volledig te doorgronden, en om te begrijpen op welke manier deze effectief is. Propaganda maakt namelijk ook kwetsbaar: het zendt een boodschap uit over hoe je gezien wil worden, en over wie je wil zijn – en dus impliciet ook over hoe je pertinent niet gezien wil worden.

Iedere propaganda, hoe goed ook, is vatbaar voor een tegenboodschap, en in die tegenboodschap – let wel: ik heb het niet over theedrinken – is een onmisbaar onderdeel van de bestrijding van de terreurstaat. De Islamitische Staat vecht, op zijn eigen cynische manier, voor de harten en hoofden van potentiële jihadstrijders. Die strijd win je met een verhaal, niet met bommen, hoewel bommen onmisbaar zijn in het onschadelijk maken van de reeds gehersenspoelden die momenteel zwaar bewapend door de woestijn lopen voor een vermeend heilig doel.

Staatspropaganda

Wat die tegenboodschap zoal moet behelzen, daarover kun je soebatten. Als de leiding van de Islamitische Staat corrupt en hypocriet blijkt, dan is dat natuurlijk een onderdeel. Als de Islamitische Staat aantoonbaar de eigen principes schendt door te handelen tegen letter en geest van de religie die men zegt te verdedigen – de religieuze basis van het verbranden van een krijgsgevangene lijkt me aardig wankel – dan moet dat niet verzwegen worden. Als er een geloofwaardige, alternatieve versie van de radicale islam bestaat die ervoor zorgt dat potentiële jihadstrijders zich overgeven aan woorden in plaats van aan daden, podium en microfoon.

Punt is: we moeten het erover hebben en niet in afgrijzen de blik afwenden. In het vrije westen kunnen we staatspropaganda niet met staatspropaganda beantwoorden, maar we kunnen er wel veel krachtiger en explicieter weerwoord aan bieden dan nu gebeurt. Onder meer door niet mee te gaan in het oog-om-oog-tand-om-tand-gevecht waartoe de propaganda ons lijkt uit te dagen, maar vooral door lieden die – om wat voor reden dan ook – openstaan voor de jihad te verleiden tot een normaal burgerleven binnen de marges van de wet.