Column

Feuilleton: The Ana-files (41)

15-06-2010 14:00

‘Mag ik eerst, ik moet echt heel nodig plassen.’ Het meisje naast mij in de rij kijkt me vragend aan en wiebelt daarbij constant van haar ene op haar andere been. ‘Ik moet vandaag twee kilo aangekomen zijn, anders heb ik een probleem. Dus heb ik net een paar liter water gedronken.’ Even voelt het alsof ik in een slechte B-film ben beland. Natuurlijk, ik kende de verhalen over anorexiapatiënten die voordat ze op de weegschaal moeten liters water drinken of gewichtjes aan hun benen binden om hun therapeut voor de gek te houden. Dat het in werkelijkheid ook zou gebeuren, daar had ik eigenlijk nooit over nagedacht. Maar dit is geen film. Dit is mijn leven en over vijf minuten ben ik zelf aan de beurt. 

Ondergoed 
Als ik de deur opendoe, staan de twee therapeuten vast op me te wachten. ‘Kleed je maar uit tot op je ondergoed’, zegt de ene vriendelijk. ‘Heb je enig idee hoeveel je inmiddels weegt?’ Dat heb ik niet, dus mag ik gewoon op de weegschaal gaan staan. Het valt mee, al betekent dat in mijn optiek het tegenovergestelde. Sinds de laatste therapiereeks ben ik in ieder geval niet veel verder afgevallen. Nu nog acht kilo te gaan tot een minimaal gezond gewicht. Nadat mijn score keurig in een map is genoteerd, mag ik me weer aankleden. En dan beginnen we pas echt. 

In de woonkamer hebben zich acht meisjes verzameld. Eentje kijkt opgetogen om zich heen, een doos appelgebak aan haar voeten. Om te vieren dat ze beter is. En dus vandaag officieel afscheid neemt van de kliniek. Echt enthousiast lijkt de rest van de groep niet te zijn over de traktatie. Maar iedereen eet alles op. Uiterst traag verdwijnt de taart naar binnen. Behalve bij mij, want ik zit nog in mijn wenweek, wat betekent dat ik de komende zeven dagen nog alles mag afslaan, zonder dat er strafmaatregelen volgen. Toch neem ik voorzichtig een hapje. Terwijl ik langzaam kauw, voel ik de rest van de kamer naar me kijken. Dus laat ik de rest staan. Te veel, te snel. 

Praten 
Nadat de genezen groepsgenoot iedereen succes heeft gewenst en vaarwel gezoend, is het tijd voor het officiële programma. Dat betekent vanochtend een uurtje eetregistratie, waarin iedereen zijn eetlijsten van de afgelopen week met de rest van de groep bespreekt. Een diëtiste is aanwezig om eventuele vragen te beantwoorden en ons van allerlei handige tips te voorzien. Zo is zuivel onontbeerlijk voor sterke botten. En heeft je lichaam vet nodig om goed te kunnen werken. Omdat ik vermoed dat een cynische houding wel eens averechts zou kunnen werken, zeg ik niks en erger me in stilte. 

De rest van de ochtend en middag gaan in een waas aan me voorbij. Ik volg de rest van therapiesessie naar therapiesessie, van ochtendtussendoortje naar oefenlunch (met deze keer in de hoofdrol: een Italiaanse bol met kruidenkaas en gerookte zalm) en van sigarettenbreak naar sigarettenbreak. Er wordt één keer gehuild (niet door mij), een paar keer ruzie gemaakt (idem) en vooral heel erg veel gepraat. Over gezonde voeding, angsten en aankommenu’s. Over braken, laxeren en compenseren. Jeugdtrauma’s, stress, verboden voedsel en schaamte. ‘Heb jij ook zo’n waardeloze jeugd gehad?’ vraagt één van de boulimia-meisjes als we tussen de sessies door even buiten staan. Nee, wij eetstoornispatiënten nemen doorgaans geen blad voor de mond. 

Aan het einde van de eerste dag hebben we lichaamsbeeldtherapie. Ik moet voor de spiegel gaan staan en drie positieve uiterlijke kenmerken van mezelf benoemen. Minutenlang draai ik een beetje onwennig heen en weer. Daarna ga ik weer zitten. Ik wist er nul.

Kijk hier voor een overzicht van eerdere Ana-files.