Pieterburen heeft de bestuurscrisis doorstaan. De vrienden van Lenie ‘t Hart zijn aan de kant gezet, en alom gerespecteerd natuurliefhebber Henk Bleker moet de zeehondenopvang gaan redden. En nu maar hopen dat Henk tot de enige juiste conclusie komt: sluiten die tent. Lenie was jaren geleden al teruggetreden als directeur, maar hield via haar vriendjes in de Raad van Bestuur (om te beginnen Wibo van der Linde) een dikke vinger in de pap. En dat betekende dat de jacht op zielige zeehondjes onverkort werd voortgezet en dat die, eenmaal opgesloten, vooral veel medicijnen kregen en maandenlang flink werden vetgemest. Want, zo luidde haar filosofie, dan konden ze er weer goed tegen in de barre Waddenzee.
En al die tijd kon Lenie poseren als de dappere redder der zeehonden. Met grote vreugde nam het personeel in 2012 afscheid van haar; de meesten moesten immers met lede ogen toezien hoe (reeds na enkele weken) kerngezonde zeehonden nog maandenlang werden opgehokt en vetgemest, om aan het publiek te tonen hoe vreselijk het wel niet gesteld was met de Waddenzee. Slechts na veel trekken en duwen was Lenie bereid zo’n lui geworden vetzak eindelijk zijn vrijheid terug te geven.
Lenie spaarde zeehonden. Hoe meer hoe beter. Naar buiten toe om te ‘bewijzen’ dat het slecht ging met de Waddenzee in het algemeem, en met de zeehond in het bijzonder. Maar in feite ging ze gebukt onder een ernstige vorm van aandachttrekkerij en missioneringsdrang. Het mens moest iets te doen hebben, het mens wilde zo graag helpen. Of dat nou nou nodig is of niet. En in dit geval was dat allang niet meer nodig. Het gaat uitstekend met de zeehond. Met name in het Duitse Waddengebied, waar ze overigens geen enkele opvang hebben. De zeehond redt zich prima.
De populatie groeit al decennialang als kool – en ja, er spoelt wel eens een loser aan. En als de populatie groeit, groeit ook het aantal losers. Dat heet: natuurlijke selectie. De meeste losers sterven en worden opgevreten,. Die opvang in Pieterburen zet absoluut geen zoden aan de dijk – en dat moeten ze daar ook helemaal niet willen. Een halve eeuw geleden dreigde het beest hier te verdwijnen. In die dagen van ecologische apocalyptiek werd dat verdwijnen beschouwd als het eerste teken van het einde der Tijden. Inmiddels weten we beter. De zeehond komt en gaat. Hij is een opportunist. Hij overleeft toch wel. En een paar maandjes vreten in Pieterburen vinden ze ook prima.
Het ware probleem met Pieterburen is niét de vraag hoe lang je een zeehond moet pamperen; het probleem is ook niet dat zo’n opvang nutteloos is, en dat je de natuur zijn gang moet laten gaan. Het probleem is dat van deze vorm van ‘hulpverlening’ een volstrekt verkeerd signaal uitgaat. Alle idealistische rookgordijnen ten spijt is Pieterburen natuurlijk gewoon een bedrijf. Pieterburen moet quite draaien. En in de dagen dat Lenie de visemmers bezat, moest Pieterburen ook nog het Evangelie van de Grote Redder Lenie uitdragen. En dat betekende dat de zeehond ziek en zielig moest zijn, en ook jaar op jaar steeds zieker en zieliger moest worden. Pieterburen creëerde in de media een probleem dat helemaal niet bestaat. Het heeft de Waddenzee opgescheept met een symbool dat geen symbool is. Drommen toeschouwers komen zich vergapen aan luie, volgevreten vissenvreters en roepen ach! en wee! En als de vetzak zich weer eens omdraait: Ach jee, ach jee!
En nu moet Henk Bleker, Henk (‘ik hou van de natuur want ik heb pony’s’) Bleker het gat in de begroting gaan dichten. Want Henk heeft connecties, zeggen ze in Pieterburen. Ja.. gehad. Maar als het om natuur gaat, weet Henk wat slopen is. Henk staat voor een eenvoudige keuze. Als opvang is Pieterburen zinloos. Als noordelijk pretpark kan het alleen voortbestaan dankzij Lenie’s leugen van de kwetsbare zeehond. Alle deskundigen wisten dat dat nergens op sloeg, maar hielden wijselijk hun mond. Bang voor de toorn van Lenie, en haar warme banden met de media. Die haar verpleegstercomplex jarenlang hebben gestimuleerd. Maar Lenie is uitgerangeerd. Er is geen redding voor Pieterburen. Sluiten dus, die hypocriete tent. Dan kan de zeehond straks eindelijk zonder zielig stigma door het leven. Gewoon zijn wat-ie moet zijn: een fraai stuk natuur.