Er is woningnood. Wachtlijsten voor een sociale huurwoning lopen op tot 4 jaar in Den Haag en zelfs 15 jaar in Amsterdam. Door die krapte blijven starters langer thuis te wonen of worden ze gedwongen uit te wijken naar de dure, vrije sector. De huurprijzen stijgen daar enorm. Ook de belasting op sociale huurwoningen stijgt naar ongekende hoogte. Daarvan wordt uiteindelijk de huurder de dupe.
Tijdens de crisis werd de verhuurderheffing ingevoerd, een belasting op sociale huurwoningen voor woningbouwcorporaties. Als de WOZ waarde stijgt, stijgt die belasting automatisch mee. Aedes, de vereniging van woningcorporaties, heeft berekend dat de belastingen in 2020 oplopen tot in totaal maar liefst 2 miljard euro per jaar.
Hoe zou het met de wachtlijsten zijn als die 2 miljard gebruikt zou worden voor woningen? Je kan er elk jaar ongeveer 12.500 extra sociale huurwoningen voor bouwen. Daar kunnen zo’n 25.000 mensen in wonen. Dat is het aantal inwoners van Sliedrecht. In vier jaar bouw je er een stad mee zo groot als Delft.
Woningbouwcorporaties betalen ook vennootschapsbelasting. Dat is de belasting op winst voor bedrijven en sinds 2008 ook voor woningcorporaties. Dat is raar, want zij hebben geen winstoogmerk, zij dienen een maatschappelijk doel. De vennootschapsbelasting gaat eind 2018 omhoog. De EU heeft namelijk een regeling ontworpen, de Anti Tax Avoidance Directive (ATAD), om het ontduiken ervan door internationale bedrijven tegen te gaan. In praktijk leidt dat tot een beperking van de renteaftrek op leningen. Daardoor moeten corporaties naar eigen schatting aan het eind van deze kabinetsperiode 300 miljoen euro extra belasting afdragen. Geld lenen om huizen te bouwen wordt duurder. Corporaties worden zo gestraft als ze hun kerntaken uitvoeren.
In het regeerakkoord lezen we dat het kabinet 100 miljoen euro uittrekt voor woningcorporaties die investeren in duurzaamheid. Het lijkt heel wat, maar het is niets anders dan een korting op de verhuurderheffing. De woningbouwverenigingen krijgen dus helemaal niets extra’s. Ze krijgen slechts 5 procent korting op die 2 miljard, mits ze verduurzamen.
Het kabinet meent verder dat het middensegment (huren van 700 tot 1.000 euro per maand) prioriteit heeft: “Er moeten meer betaalbare woningen in de vrije sector komen. De mogelijkheden (…) om sociale huurwoningen te verkopen moeten ten volle worden benut.” Het klinkt als een verdienmodel ten koste van de sociale huurder. In het rapport “Samen bouwen aan middenhuur” wordt dat uitgewerkt: verkoop de grotere sociale huurwoningen en bouw er kleinere voor terug. De sociale huurder gaat dus vierkante meters inleveren. En dan moeten ze eerst ook nog gebouwd worden, iets dat met die stijgende belastingdruk onder druk staat.
50PLUS gaat met een gestrekt been het debat in. Er moet een streep door de belastingen op de sociale huurwoning. Het geld dat daar wordt weggehaald, is hard nodig om die krankzinnige wachtlijsten weg te werken en om de enorme huurstijgingen in de vrije sector te temperen. Als dit beleid niet verandert, betaalt de huurder de rekening.