Het is gezellig in de Nederlandse media. Gezelliger dan ooit misschien wel. Hoe guurder het weer buiten is, hoe dichter de praathoofden van Hilversum en Amsterdam (rijp voor een fusiegemeente?) op elkaar kruipen en elkaar schaamteloos het balletje toe spelen. Een nieuw hoogtepunt in de theekransjessfeer op het mediapark is de benoeming van Eric Corton tot vaste presentator bij Het Oog Op Morgen, onlangs van commentaar voorzien in die ook al met steeds meer gezellige columnisten vol gekakte Volkskrant. De manier waarop Eric in het betreffende stuk bezongen en opgehemeld werd, was, in mijn ogen dan, ronduit lachwekkend. Waar je zou mogen verwachten dat een journalistiek programma op de late avond – dat de pretentie heeft ‘de balans op te maken’ – toch vooral op zoek is naar vuurwerk onder leiding van de scherpste interviewer dan wel de meest pientere criticus, begreep ik uit het gezellige stuk in De Volkskrant dat Corton’s kwaliteiten vooral liggen op zijn vermogen ook als ‘vriend’ van de luisteraar te kunnen poseren.
Poseren, ja! Hij is immers acteur, een man uit de spannende wereld van veinzen, glanzen en ‘first impressions’, zo benadrukte zijn eindredactrice half kirrend: ‘Hij gebruikt zijn stem als een fijn instrument’. In zijn reportages voor dat andere gezelligheidsproject, ‘Serious Request’, vindt Corton ook al de juiste toon. ‘Daar wist hij je echt te raken,’ aldus Corton’s stemcoach Strijbis. En om het geheel nog wat lachwekkender te maken vindt deze Strijbis ook zijn fysiek heel geschikt voor ‘Het Oog Op Morgen’ (‘zijn verschijning geeft hem ook iets van een leider’).
Let op. Het gaat mij niet om de figuur van Eric Corton. Wat kan hij eraan doen dat hij bepaalde dingen beheerst? Of groot en indrukwekkend is? Ik zie hem af en toe voorbijkomen als een gezellig onderdeel van een gezellig bedoeld (muziek)programma, wat hij, puur in termen van gezelligheid, naar behoren doet. Waar het om gaat is dat de aanstelling van zo’n Corton een onthutsend kijkje geeft in één van de kerntaken van de NPO: het verschaffen van informatie. Zoals wel vaker het geval is bij de NPO, wordt het ons, nieuwsconsumenten, niet gegund om zelf met de (soms gruwelijke, soms bizarre, soms saaie) feiten van de buiten-Hilversumse werkelijkheid alleen gelaten te worden, met als mogelijk gevaar dat we gaan nadenken of twijfelen.
Nee, wij krijgen, als het even kan, een gelikte stemmenschakelaar als Eric Corton op ons af gestuurd, die alles met het juiste timbre en op de juiste toonhoogte voor verpakt en naar binnen laat glijden, opdat we, als we niet al indutten op de late avond, dat wel gaan doen dankzij het goede hart, de prettige stem en de vederlichte kwinkslagen van Eric Corton. De man schijnt perfect te passen in de familiestam van het programma (‘écht “Het Oog”, betrokken, nieuwsgierig’) en dat hij zelden iets opmerkelijks heeft beweerd of tegen de stroom in heeft geroeid, hé, dat is toch juist fijn? Gezellig? ‘Je merkt dat hij het nieuws uitstekend bijhoudt,’ zegt Marion van de Wouw, zijn eindredactrice, bij wijze van legitimering. Tja, het nieuws bijhouden. Dat is toch ruim voldoende voor een journalistiek programma bij de publieke omroep? En de Volkskrant tikt het allemaal zonder een zweempje ironie uit.
Je kunt zeggen: dit is nu eenmaal de NPO. Je kunt zeggen: de NPO is al decennia dat zich herhalende naaikransje waarin iedereen moet kunnen meekomen en mee hossen. Maar als de benoeming van Eric Corton ‘business as usual’ is, de maatstaf van de huidige NPO, dan mag je toch God op je blote knieën danken dat er nog ‘alternatieve’ media zijn waarin de wereld wordt besproken? Dan mag je toch dankbaar zijn dat er media bestaan waar tattoos, lichaamslengte, stemgeluid en acteertalent niet bepalend zijn voor de keuzes die gemaakt worden? In dat verband zou het goed zijn als, bijvoorbeeld, Volkskrant-redacteur en columnist Kustaw Bessems zijn waffeltje eens houdt en niet zulke denigrerende en gefrustreerde tweets rond schettert over Rob Wijnberg en De Correspondent.
De benoeming van Eric Corton bij NPO’s “Het Oog” (en de manier waarop Bessem’s Volkskrant daarover bericht) lijkt me bijna al voldoende bewijs dat er ruimte is, en moet zijn, voor een ‘alternatief’ medium als De Correspondent.
Het is een onmisbare vluchtheuvel, terwijl de Cortonisering van de media in volle vaart voortwoekert.