Zijn er eindelijk mensen die zich verzetten tegen de oude politieke partijen en iets nieuws proberen, worden ze onmiddellijk teruggefloten. Sylvain Ephimenco (Trouw) is als de dood dat Nederland ‘onregeerbaar’ wordt (Blendle-link). Ozcan Akyol (AD) verdenkt de nieuwelingen van onzuivere motieven: elitehaat, eigenliefde, chronische ontevredenheid en een onverzadigbare geldingsdrang.
Om dat laatste moest ik heel hard lachen, want waar denkt Aykol dat de recente openlijke vrijage van D66 en SP vandaan komt? Uit edele motieven? Of zou het zo zijn dat Roemer en Pechtold nu onderhand óók weleens aan de knoppen willen zitten – uit eigenliefde, chronische ontevredenheid en onverzadigbare geldingsdrang? Het zijn eigenschappen die je ook bij doorgewinterde politici niet met een lantaarntje hoeft te zoeken.
Ephimenco en Aykol vrezen dat Nederland onbestuurbaar wordt als er partijen in de Kamer komen wier volksvertegenwoordigers op één tandem of fiets passen. Met al die eenpitters ‘verwordt de vaderlandse democratie’ tot een ‘stuurloze freakshow’ (dixit Aykol). Hier moest ik ook hard om lachen, want degene die bijna wekelijks een stuurloze freakshow weggeeft, staat momenteel met zijn partij in de peilingen op 24 zetels.
Ephimenco op zijn beurt pleit voor een districtenstelsel, wat zou neerkomen op 150 districten waarin wordt gekozen volgens het principe the winner takes it all. ‘Niet het meest democratische systeem’, schrijft hij, maar ja, het maakt ‘snel gevormde en krachtige kabinetten eindelijk mogelijk’. He ja. Waarom niet meteen voor een ‘krachtige leider’ gepleit? Die kan nog eens snel werken!
Wat we nodig hebben is niet minder, maar meer democratie. Onze parlementaire democratie lijdt al heel lang aan een representativiteitscrisis, en die los je niet op door nog meer mensen buiten te sluiten van politieke processen dan nu al gebeurt. Daar komt bij dat partijen geen helder politiek profiel meer hebben; er is geen duidelijke links-rechts-scheiding meer (zo zijn de uitersten, PVV en SP, allebei sociaal conservatief), en een echte liberale partij bestaat ook niet. Geen wonder dat de politiek steeds verder personaliseert; een ontwikkeling die we niet moeten stoppen, maar juist moeten omarmen!
Hoe ingewikkelder problemen worden, hoe lastiger mogelijke oplossingen nog in het format van een partijprogramma te vangen zijn. Uiteindelijk gaat het er, wat mij betreft, altijd om of mogelijke oplossingen proportioneel zijn, rechtvaardig en verbindend (en nog honderd dingen meer, maar dit is mijn top-3). Mensen die zulke kwaliteiten als richtsnoer voor hun handelen gebruiken, vertrouw ik eerder mijn stem toe dan politieke diehards die zich tussen alle beginselen, programma’s en amendementen door zó ver omhoog hebben gewerkt dat ze in het kielzog van hun lijsttrekker mee mogen naar de Tweede Kamer.
Mijn voorstel: om te beginnen wordt twee derde van de Tweede Kamerleden uit politieke partijen gekozen, en een derde uit individuele burgers die op persoonlijke titel een zetel veroveren. Uiteindelijk zal de gehele Tweede Kamer bestaan uit deze laatste groep volksvertegenwoordigers.
Dat is een ingewikkeld proces en dat kan niet een-twee-drie. Maar onze democratie en onze samenleving zullen er een stuk steviger van worden. De omgekeerde weg is dan ook beslist af te raden. Wie kiesdrempels wil opwerpen en democratie reduceren tot een ‘alles of niets’-spel, bereikt precies het omgekeerde.