De wetenschap heeft gefaald. Ze heeft het klimaatdebat late ontaarden in een platvloerse strijd tussen twee fanatieke sektes. ‘De twijfelbrigade’. Zo heet het boek dat milieuadviseur Jan Paul van Soest afgelopen dinsdag in De Balie ten doop hield. Die brigade, dat is het clubje Nederlanders dat weigert te accepteren dat de mens het klimaat aan het veranderen is. En ze vormen een brigade, want ze herhalen braafjes wat hun ideologisch gedreven leiders in de VS, de Amerikaanse ‘twijfelindustrie’, allemaal uitkraamt.
In een interview in de Volkskrant van 22 april begint van Soest met te zeggen dat hij gaandeweg het schrijven van zijn boek ‘een stuk milder’ is geworden. Om vervolgens als volgt uit te barsten:
“Ik denk dat ze onzin verkondigen over het klimaat en soms word ik echt niet goed van de smaad en laster die daarbij kennelijk nodig zijn. Maar het is meer verbazing: hoe kunnen mensen de wetenschappelijke feiten zo niet onder ogen zien? Waarom praten ze voor een habbekrats of zelfs gratis de argumenten van de vooral Amerikaanse twijfelindustrie na?”
De lezer vraagt zich verbaasd af hoe Van Soest over klimaatsceptici dacht voordat hij ‘een stuk milder’ werd. Waarschijnlijk pleitte hij toen nog voor standrechtelijke executie. De kern van de discussie heeft niks met wetenschap te maken, zegt Van Soest. Klimaatsceptici hebben een psychologisch tekort. Op de vraag van de interviewer waarom die mensen toch zo dom zijn, antwoordt Van Soest:
“Iets heel menselijks, de automatische neiging om onwelgevallige informatie te kleuren en weg te drukken. De scepticus zit in ons allemaal. Dat moeten klimaatwetenschappers zich realiseren.”
Echte klimaatwetenschappers zijn, kortom, moreel superieur. Zij weten de neiging om ongewenste feiten weg te redeneren, te onderdrukken. En komen zo bij de waarheid. En de sceptici? Van Soest:
“Het gaat hun niet om de waarheid.’ Ze lopen volgens hem aan de leiband van een heel klein clubje anti-wetenschappelijke dwarsliggers: ‘Honderd man, wereldwijd, meer is het niet.”
Drie weken geleden stapte econoom Richard Tol uit de IPCC, de officiële VN-klimaatclub, nadat hij jarenlang co-auteur was geweest voor het onlangs verschenen Vijfde Assessment Report. In een opiniebijdrage in NRC Handelsblad van vijf april legde hij uit waarom. Waar hij vooral op afknapte was de samenvatting voor beleidsmakers, dat ene onderdeel waar politici mee aan de haal gaan en waarin de gevolgen van klimaatverandering staan beschreven – en ook steevast worden overdreven, aldus Tol. Mogelijk ernstige gevolgen worden vet aangezet; veranderingen die juist gunstig kunnen uitpakken worden daarin niet of nauwelijks genoemd. De achterliggende oorzaak is dat regeringsfunctionarissen daaraan meeschrijven, en een groot deel daarvan is gebaat bij overdrijving. Ze eisen immers bakken vol geld van het ‘schuldige’ Westen. Maar ook de wetenschap treft blaam. Het IPCC selecteert automatisch de overdrijvers. Tol:
“Onderzoekers die wakker liggen over klimaatverandering zijn eerder geneigfd onderzoek te doen naar de gevolgen. Onderzoekers die veel over het onderwerp geubliceerd hebben, worden eerder uitgenodigd aan het IPCC mee te schrijven. IPCC auteurs zijn geen willekeurige wetenschappers – ze zijn meer dan gemiddeld bezorgd over de gevolgen van klimaatverandering.”
Men kent elkaar, waardeert elkaars werk, men schuift elkaar naar voren. En zo raakte het ooit vol wetenschappelijke goede moed van start gegane IPCC overvol met wetenschappers die het roerend met elkaar eens zijn dat we aan de vooravond staan van een ramp, en die ten strijd trekken tegen het ongeloof in de wereld. Om Van Soest te parafraseren: de onheilsprofeet zit in ons allemaal. Dat moeten klimaatwetenschappers zich realiseren. Volgens Tol heeft dat vijanddenken daarmee ook het klimaatbeleid om zeep geholpen:
“De bevolking opzwepen met een overdreven boodschap werkt als je mensen voor korte tijd wilt mobiliseren tegen een externe vijand. (…) Alarmisme wordt nu al zo’n 25 jaar gebruikt in het debat over klimaatbeleid, zonder veel succes. (…) Het debat polariseert steeds verder. Een alarmistisch IPCC is een partij in het debat geworden, waar de ene kant alles wat het IPCC zegt klakkeloos aanneemt, en de andere kant alles verwerpt.”
Het maakt niet meer uit. De feiten doen er niet meer toe. De feiten hebben er nooit echt toe gedaan, want niemand weet hoe het klimaat ‘werkt’, wat het doet, of zal doen. En ondertussen reizen de donderpredikers door stad en land. Of ze nu gedreven worden door afkeer van het ‘socialisme’, door geldzucht, geldingsdrang, behoefte aan aandacht of gewoon de behoefte om te profeteren, ze kijken allemaal omhoog. Allemaal staren ze naar de wolken en tikken ongeduldig tegen de thermometer. Maar het klimaat is slechts een Rorschachtest. Iedereen ziet in de wolken zijn eigen gelijk. Klimaatverandering was een geloof, en dat geloof is nu in sekten uiteengevallen. Twee sekten die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden. Die elkaar voor gek verklaren, voor dwazen, leugenaars.
Kijk, zo kennen we de mens weer.