Het was een retorische raket die veel stof deed opwaaien. De oproep van Stephen Fry om de Olympische Winterspelen in het Russische Sochi te boycotten was mooi en dramatisch geschreven – dat kun je aan een (Britse) acteur wel overlaten. Ook de timing was perfect; de open brief kreeg massale weerklank.
Het internet zorgde voor indringend bewijsmateriaal. De foto’s van een jonge Russische homo die door lachende potenrammers wordt doodgemarteld deden een ieder walgen. Zij toonden aan dat President Putin met zijn anti-Propagandawet de deur verder openzet naar discriminatie en homohaat. Rusland zet hiermee een flinke stap terug in de tijd. Maar homo’s in Sint-Petersburg en Moskou kopen nu weinig voor ons morele gelijk.
In 2004 heb ik als kandidaat voor het Europees Parlement actief campagne gevoerd voor gelijke rechten voor homo’s. Ik ben dus de eerste om deze heilloze wet af te keuren. Maar dat is de vraag niet. Die luidt of een boycot van de Winterspelen bijdraagt tot een verbetering van de positie van homoseksuelen in Rusland. Ik weet zeker van njet. De kogel van Fry was een lege huls. Homo’s in Rusland winnen niks bij window-dressing, sterker, ze zullen met een boycot slechter af zijn. Daarom zijn zij er zelf fel tegen.
Laten we elkaar geen mietje noemen. De wet is aangenomen door een parlementaire meerderheid en wordt gesteund door 70 procent van de bevolking. Rusland bevindt zich in een onafhankelijke geo-strategische machtspositie. In de Realpolitik geldt: Erst das Fressen und dann die Moral. De verontwaardiging heeft ook iets selectiefs. Er zijn honderd andere landen te bedenken waar homo’s slechter af zijn, hoe afkeurenswaardig het Russische beleid ook is. Waarom wel een boycot van Sochi en niet van pak ’em beet Riyad of Khartoum? ‘Putin-bashen’ (“de nieuwe Hitler”) lijkt een nieuwe Olympische sport, al maakt het blijkbaar geen flikker uit of het uiteindelijke doel daarmee bereikt wordt.
Een boycot doet dat in elk geval niet. Het verbreekt elke kans op dialoog en dus op verandering. Dan gaan de macho-hakken verder in het zand en zijn de homo’s in Rusland pas echt de grote verliezers. De geschiedenis leert, ook in eigen land, dat homo-emancipatie generaties lang kan duren. Anno 2013 is het nog steeds geen feest om als 16-jarige homo uit de kast te komen in Urk of Staphorst. Het klinkt in deze context misschien suggestief, maar dit is een bottom-up proces dat zich niet laat afdwingen.
Dialoog en diplomatie hebben in potentie meer effect. Rusland is lid van de Raad van Europa en heeft het Verdrag voor de Rechten van de Mens ondertekend. Bovendien heeft het land ons nodig op gebied van economie, handel en buitenlands beleid. Daar liggen wel lobby-kansen voor Europa, niet bij een zoveelste symbolische gay parade die emancipatie juist ondergraaft. De Russen zullen bovenal zelf uit de kast moeten komen.
Wytze Russchen is lobbyist met ruim 18 jaar ervaring in Brussel. Hij werkte onder andere in het Europees Parlement en voor werkgeversorganisaties, en heeft zijn eigen public affairs bureau Russchen Consultants.