Minister Schippers verkwanselt volksgezondheid aan tabaks- en verzekeringslobby

22-02-2012 15:00

Keep your friends close, but your enemies closer.” Holleeder als vastgoedadviseur, Roemeense mensensmokkelaars die je bijstaan in het prostitutievraagstuk, Latijns Amerikaanse drug lords die Colombiaanse neusverkoudheid helpen genezen en de tabakslobby die onze kinderen van het roken houdt. Mooi man, polderen. Alleen jammer dat voorgenoemde partijen volstrekt tegenstrijdige belangen hebben ten opzichte van onze overheid, daarom gaan Nederlandse topambtenaren in de regel ook niet met dergelijke partijen om de tafel. Sterker nog, in 2008 ging Nederland nog akkoord met een VN-verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarin werd bepaald dat overheden de tabaksindustrie voortaan op afstand diende te houden. “De belangen van de tabaksindustrie zijn onoverbrugbaar en onverenigbaar met die van de volksgezondheid.” Klinkt logisch, maar op het huidige ministerie houdt men de kankerstaafproducenten liever te vriend.

Aangezien de innige vriendschap tussen het ministerie van VWS en de tabakslobby, aangetoond door Trouw, niet bij iedereen in goede aarde zal vallen, heeft minister Schippers haar woordvoerder opdracht gegeven om er dan maar over te liegen. Want je vrienden in de tabaksindustrie moet je natuurlijk beschermen, vooral tegen kwaadwillenden als KWF Kankerbestrijding. Het is een wederom een voorbeeld van de gevoeligheid van Edith Schippers en haar ambtenaren voor lobbyisten uit het bedrijfsleven, want ook de verzekeraars zagen hun belangen uitstekend behartigd door deze minister. In een tijd waarin de zorgkosten de pan uit rijzen voor overheid en burger, koos zij er namelijk voor om het percentage zorg waarover zorgverzekeraars zelf de prijzen mogen bepalen te verdubbelen naar zeventig procent, waardoor de belastingbetaler nu naast zijn zorgpremies ook nog eens persoonlijk duurder uit is. Eigen bijdrages worden verplicht, uitgebreid en verhoogd, terwijl zorgverzekeraars niet worden gedwongen hun kostbare deals met big pharma en zorgdienstverleners te herzien. Er wordt dus nog steeds aan alle kanten belastinggeld verspild in de zorg, maar net zoals in de bankwereld is de rekening voor de burger.

Belang bij snelle dood
Het is nu eenmaal allemaal te duur, dus we moeten meer gaan betalen voor minder zorg. Een pijnlijke constatering, waar misschien nog wel maatschappelijk draagvlak voor zou zijn, als de oplossing niet zo verdomd slecht zou worden uitgevoerd. Want nu al merken GGZ instellingen dat patienten wegblijven na de invoering van de eigen bijdrage, wat in eerste instantie misschien een besparing lijkt, maar uiteindelijk hogere kosten tot gevolg zal hebben. Bijvoorbeeld omdat mensen met een angstoornis nu niet op tijd aan de bel trekken en daardoor van kwaad tot erger geraken. Hoe erger een patient eraan toe is, hoe meer zorg hij vereist en hoe hoger de kosten. Ook het schrappen van de hulp met stoppen met roken uit het basispakket, toeval natuurlijk, is een potentieel gigantische kostenpost. Vooral als je bedenkt dat er na een korte tijd al positief resultaat meetbaar was. Alleen zal de minister die cijfers niet meer in haar huidige functie onder ogen krijgen. Misschien nog net wanneer ze haar carriere afsluit als dikbetaald adviseur en bestuurder van de corporaties die ze nu uit de wind houdt.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is er exact voor die drie dingen. Voor de burger, niet om aandeelhouders en zorgbestuurders tevreden te houden. Belangrijke en broodnodige veranderingen dwing je inderdaad af via de portemonnee, maar de lasten worden op dit moment enorm scheef verdeeld. Het is bizar dat minister Schippers zich zo nauw laat bijstaan door instanties en bedrijven wiens belang het niet is om mensen lang en gezond te laten leven. Sterker nog, in wiens belang het is dat mensen jong doodgaan aan kort lopende, efficiënte ziektes. Die bedrijven hebben daarbij geen hulp nodig, patiënten wel. Het wordt tijd dat de minister hun belangen weer gaat behartigen.

Joyce Brekelmans is iets te motorisch gestoord om zich prettig te voelen in een land zonder betaalbare gezondheidszorg.