Thijs tikt: Liever niet terug naar de 90’s

18-09-2012 12:08

‘Optimisme over economie is terug’, kopte De Volkskrant afgelopen zaterdag. De voor de Europese Unie gunstige uitspraak van het Duitse constitutioneel hof in Karlsruhe, gecombineerd met de financiële injecties, een stijgend consumentenvertrouwen in de VS en de verkiezingsuitslag, heeft de stemming op de beurzen gunstig beïnvloed. Ook consumenten in Nederland zijn blij. Volgens De Volkskrant zag reisorganisator OAD na de verkiezingsuitslag een grote stijging in het aantal boekingen voor zon- en wintersportvakanties.

De dag na de verkiezingen schreef De Groene Amsterdammer op de voorpagina, onder een foto van Mark Rutte en Diederik Samsom: ‘En nu samen aan de slag’. Daaronder stond: ‘Terug naar het open en tolerante Nederland’. Na bijna een decennium electoraal ongemak en lastige kiezers (de Europese Grondwet in 2005, de negen zetels voor Wilders in 2006 en zijn bijna verdriedubbeling in 2010, het eerste kabinet Rutte) is het nu weer tijd om terug naar de toekomst te gaan. Verder alsof er niets gebeurd is, hoera!

Scheidslijnen
Met die gedachte werd sinds woensdag al door verschillende commentatoren resoluut afgerekend. Martin Sommer wees afgelopen zaterdag op de diepe gespletenheid van Nederland die zichtbaar is op de electorale kaartjes. De polder gaat steeds meer op de Verenigde Staten lijken, met goedgemutste hoogopgeleiden in de Randstad en somberder kiezers in het ommeland. Eén van de belangrijkste successen van Rutte I was de opleving onder een deel van de kiezers die al jaren weinig vertrouwen had in de politiek. Door de gedoogsteun van Wilders kregen zij het idee dat er eindelijk naar hen geluisterd werd. Als men zegt dat het optimisme terug is, over wiens optimisme gaat het dan eigenlijk?

Sommer wijst terecht op de gespletenheid van Nederland. In het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) tekent zich al jaren een steeds dominantere scheidslijn af. Naast de economische tweedeling is er een culturele tweedeling. Kiezers van de PvdA, SP en PVV staan tegenover die van Groenlinks en D66. Ook VVD’ers en CDA’ers zijn veelal optimistisch.

Samenleven
De zorgen die het land verdelen gaan over het vertrouwen in de (eigen) toekomst, de Europese samenwerking en het idee dat de overheid genoeg doet voor ‘ons soort mensen’. Opleidingsniveau, de positie op de arbeidsmarkt en de vraag of je bijvoorbeeld student of gepensioneerde (meestal optimistisch) of huisman of –vrouw (overwegend pessimistisch) bent spelen een doorslaggevende rol.

Het grootste probleem, althans volgens de Nederlander aan het begin van 2012, was niet de economie, maar samenleven. Al kort na de millenniumwisseling zei de gemiddelde Nederlander: ‘Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht.’ Men is bezorgd over de manier waarop in Nederland samen wordt geleefd. Teveel ‘ik’, te weinig ‘wij’. Samenleven wordt steeds minder als zodanig ervaren.

Terug?
Wat betekent ‘terug naar het open en tolerante Nederland’ in die context eigenlijk? Terug naar de jaren ’90? Terug naar het tijdperk voor Pim Fortuyn, Rita Verdonk en Geert Wilders? Als de laatste iets heeft bewezen is het wel dat de PVV geen eendagsvlieg is, maar een politieke kracht die zich duurzaam in het landschap heeft verankerd. Wilders voert nog altijd de derde partij van Nederland aan. Hoezo ‘terug’ naar een Nederland dat – blijkbaar – verloren is gegaan?

Terug naar de jaren ’90 is geen vooruitgang. De overtuiging die ten grondslag ligt aan de opening van De Groene doet echter vermoeden dat er in progressieve kringen wel zo wordt gedacht. Het optimisme over de economie en de politiek mag langzaam terugkeren, een uitnodiging om terug te vallen op de clichés uit de jaren ’90 is dat niet. Progressieve politiek moet wegblijven van sentimenteel verlangen naar een tijd die lang vervlogen is. De jaren ’90 markeerden de triomf van de (economische) globalisering, de jaren ’00 de crisis daarvan. De jaren ’10 moeten in het teken staan van het nieuwe samenleven op een geglobaliseerde planeet. Lukt dat niet, dan zal de voorspelling van Sommer dat de stabiliteit geen twee jaar standhoud zeker uitkomen.