GENÈVE – Singapore heeft zijn cyberbeveiliging het best op orde. De stadsstaat heeft de minste gaten in zijn verdediging en is dus het minst kwetsbaar. In andere landen, ook in het Westen, laat de beveiliging te wensen over. ''Welvaart voedt misdaad, maar het zorgt niet automatisch voor beveiliging'', concludeert de Internationale Telecommunicatie Unie, een organisatie van de Verenigde Naties.
Volgens de unie zijn de landen zich niet genoeg bewust van de problemen en hebben ze niet genoeg kennis en mankracht om die aan te pakken. Alles staat bloot aan gevaar en alles kan in verkeerde handen komen, aldus de VN-organisatie.
De onderzoekers keken onder meer naar nationaal beleid, naar juridische aanpak en naar de organisaties die zich bezighouden met cyberveiligheid. Achter Singapore staan de Verenigde Staten, Maleisië, Oman, Estland, Mauritius, Australië, Georgië, Frankrijk en Canada.
Nederland
Nederland staat op de vijftiende plaats van de wereld en geldt daarmee als 'leading'. Ons land scoort goed op het gebied van wetgeving en qua inrichting van organisaties. Ook de samenwerking met andere landen is goed. Wat wel beter kan, is de 'capacity building': de maatschappij in staat stellen om zichzelf te beschermen. Dat kan bijvoorbeeld door voorlichting en stimuleringsmaatregelen.