ThePostOnline

Ja, meester! Ik, meester!

30-03-2011 14:00

Op de protestants-christelijke Julianaschool in Rhoon, onder de rook van Rotterdam, stond hij meestal alleen op het schoolplein. Bij het voetballen, in de pauze, werd hij niet – dus niet eens als laatste – gekozen. Behalve als er geen jassen genoeg waren om vier doelpalen te vormen. Dan konden ze hem opeens wel gebruiken.

Hij was een studiebolletje, net als enkele meisjes uit zijn klas. Hij zat ook in een apart blokje – van leerlingen die vóór waren op de rest. Voorbestemd om  naar het ‘gym’ te gaan – niet dat waar lenigheid en kracht gevraagd werd, want dat had ie niet, nee, het gymnasium.

Zo’n jochie dat zich bij de andere jongens niet geliefd maakte, omdat hij wel aansluiting had bij de meisjes. Met wie hij na schooltijd huiswerk ging doen, maar de jongens dachten natuurlijk dat hij al voorzichtig in hun broekje mocht.

En dat hij zo nadrukkelijk aanwezig was in de klas, dat vonden ze ook nogal irritant. Als de onderwijzer nog maar halverwege een zin was, dan wisten de andere jongens: ja hoor, daar komt ‘ie! En verdomd: “Ja, meester! Ik, meester!” schalde er door de klas. “Wanneer was…” had de onderwijzer dan gevraagd. En hij antwoordde: “…de Slag bij Nieuwpoort was in 1600, meester!” En dat bij rekenen…

In de klas zat ook een heel zielig jochie. De enige die nog sneuer was dan hij,  al vond hij zichzelf door die rapporten met al die u’s (van ‘uitmuntend’) en 10’en een hele pief. Uitgerekend dat jochie pestte hij te pas en te onpas. Maar altijd heel stiekem, met woorden. Zeiken en zuigen, etteren en peuren. Dat hij dat deed, kwam pas uit toen de ouders van de sneuneus diens afscheidsbrief vonden.

Daarna had hij geen leven meer. De stoere gasten uit de klas namen hem op de korrel. Voortdurend. Overal. Hij werd fysiek mishandeld. Zijn spullen waren niet meer veilig. Hij werd te schande gezet toen hij tijdens de schoolreis van de zesde klas werd uitgekleed en vastgebonden aan een boom.

Toen hij huilend thuis kwam van die schoolreis en later in bed werd ingestopt door zijn moeder, die speciaal voor hem nog één keer ‘Slaap kindje, slaap…’ zong, zwoer hij wraak.

“Mama”, zei hij.

“Ja, jongen”, zei zij.

“Als ik later groot ben, pak ik ze allemaal terug. Dan word ík de fractievoorzitter van D66.”

Auteur: Jan Dijkgraaf*

* Dit is de Jan Dijkgraaf in wiens Kliko door onderzoeksjournalisten van het opinietijdschrift Propria Cures een doosje van een tube eeltverwijderaar werd gevonden. De zakjes waspoeder had Dijkgraaf wijselijk in de buitenhaard verbrand.