ThePostOnline

Joint Strike Fighter: Nederland krijgt de minst slechte versie

06-04-2012 10:00

Een gevechtsvliegtuig via Europese samenwerking zal er voorlopig niet komen. Daarnaast loopt de Amerikaanse defensie-industrie bijna een generatie voor op haar concurrenten. Hierdoor lijken de Nederlandse defensiebelangen beter te behartigen via de Amerikanen dan via onderlinge Europese samenwerking. Dit waren in de jaren ’70 de beweegredenen voor de Nederlandse regering om de Starfighter 104 te vervangen door de F-16. Bijna veertig jaar later lijken zowel de argumenten als de omstredenheid ter vervanging van de F-16 door de JSF vrijwel identiek. Ondanks de gelijkenissen qua politieke onrust omtrent het aanschaffen van een nieuw gevechtsvliegtuig zijn er anno 2012 twee zaken die de JSF terecht omstreden maken: de kosten en de veiligheid.

Allereerst de kosten. De Verenigde Staten hebben met de JSF gekozen voor burden sharing in de ontwikkelingsfase. Zeker de VS sturen er op aan om de Europese bondgenoten meer bij te laten dragen aan defensie. Door een bepaalde regeling (de Berlijn Plus Regeling) kunnen bondgenoten tijdens NAVO-missies gebruik maken van NAVO-infrastructuur: in de praktijk komt dit neer op het gebruik van Amerikaanse militaire middelen door Europese landen. Het veelvuldig gebruik door de Europese NAVO-bondgenoten van deze regeling drukt op het budget. Binnen het JSF-programma bestaan drie niveaus waarop landen zich hebben kunnen inschrijven. Het eerste niveau houdt in dat het land voor 10 procent bijdraagt aan de ontwikkeling en uiteindelijk toestellen zal aanschaffen. Op het tweede niveau dragen landen voor 5 procent bij aan de ontwikkeling en zullen testtoestellen worden aangeschaft; hiervoor heeft Nederland gekozen. Op het derde niveau dragen landen voor 1 procent bij maar doen nog geen toezeggingen over de aanschaf van (test-)toestellen.

Minder goed dan de Amerikaanse versie
Het eerste voordeel voor Nederland is dat door het ‘inkopen’ van technologie banen worden gecreëerd. Dit is met name het geval voor het Nederlandse bedrijf Fokker. Daarnaast worden de kosten gedrukt: hoe meer landen zich inschrijven tijdens de ontwikkelingsfase, des te minder kosten er zullen worden doorberekend in het eindproduct. Dit creëert een zeker schaalvoordeel. Deze kosten zullen (althans in theorie) hoger liggen wanneer alleen het eindproduct wordt aangeschaft, ook wel bekend als ‘van de plank kopen’. Toch hebben steeds meer mensen begrijpelijkerwijs twijfels: de enige zekerheid binnen het programma is tot nu toe een continue stijging van de kosten.  Omdat de VS de gebruikte stealth technologie niet in zijn geheel willen vrijgeven zal de export-versie van de JSF uitgerust zijn met minder geavanceerde technologie. De investeringsrisico’s zijn hierdoor voor Nederland niet duidelijk.

De kwestie van veiligheid concentreert zich op een bekende achilleshiel van overheden: IT. De JSF leunt op 24 miljoen computercodes, 18 keer zoveel als de huidige Amerikaanse toestellen en maakt gebruikt van twee keer zoveel software als de F22. In 2009 werd bekend dat sinds 2007 de computersystemen van het JSF programma door hackers waren geïnfiltreerd. Doordat deze hackers (met ‘hoge mate van zekerheid’ uit China afkomstig) technologie gebruikten voor het ontcijferen van gecodeerde bestanden (data-encryptie), werd na forensisch onderzoek duidelijk welke informatie er precies gestolen is. Het ging om enkele terrabytes aan informatie met name over het ontwerp van de JSF, diens elektronische systemen en prestaties. De vitale systemen (vluchtcontrole, sensoren) zijn fysiek geïsoleerd van het publiek toegankelijke internet en hierdoor niet gecompromitteerd. Naast de IT veiligheid heeft Lockheed aangegeven nog veel problemen te ondervinden bij de integratie van hard- en software. Zo zijn de sensoren in de vlieghelm te traag, maar bestaat er ook brand- en crashgevaar door de generator en zit de trekhaak te dicht op het landingsgestel.

Het minst slechte toestel
Bij het gebrek aan een goed alternatief zal de discussie zich niet simplistisch moeten richten op de vraag of Nederland wel of niet de JSF zal moeten aanschaffen. Eerder zal gekeken moeten worden hoe Nederland het onderste uit de kan weet te halen. Afspraken en toezeggingen zijn gedaan, niet alleen door Nederland maar met name ook door de VS en Lockheed. Het is geen vreemde gedachte dat Lockheed, met een recordaantal aan orders door het JSF project en een jaarwinst van 2.6  miljard dollar, strenger gecontroleerd mag worden door de participerende staten indien zij extra kosten in rekening brengen.

Nederland is het aan de belastingbetaler verplicht om elke onnodige vertraging of kostenpost af te straffen, desnoods door met de overige participerende staten met de vuist op tafel te slaan. Tot slot, en veel belangrijker, is Nederland het aan haar militair personeel verplicht om elk veiligheidsrisico van het toestel goed in kaart te brengen.  Het is al erg genoeg dat er niet ‘het beste’ toestel beschikbaar is maar het militair personeel het zal moeten doen met ‘het minst slechte’ toestel.

Dieuwertje Kuijpers is wetenschappelijk medewerker van de prof. mr. B.M. Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau gelieerd aan de VVD en ten behoeve van het liberalisme. Dit artikel is een ingekorte versie, het volledige is hier te lezen.