Opinie

Hoog tijd voor een scheiding tussen school en staat

07-01-2016 16:05

Praat met mensen over onderwijs en iedereen heeft er een andere visie op. Over de basis is iedereen het eens. Rekenen, schrijven en lezen moet iedereen kunnen. Stel aanvullende vragen zoals “moet school ook moraliteit bijbrengen? En zo ja, welke waarden?” of “moet school ook handige vaardigheden bijbrengen zoals het invullen van belastingaangiftes?“. Vanaf dat moment blijkt hoeveel verschillende visies er zijn over het onderwijs.

Dit is problematisch aangezien al die verschillende visies geforceerd samenkomen in één grote overheidstrechter. Veronderstel dat we als samenleving gingen bepalen wat iedereen moet eten bij het ontbijt. Je zou een enorme verdeeldheid krijgen tussen de witbrood- en de bruinbroodeters. Het alternatief is eenvoudig: laat de productie van brood over aan de markt en laat mensen vrij om hier keuzes in te maken.

Slinkse uitbreiding overheidscontrole

Hetzelfde kunnen we stellen over het onderwijs. We zouden in Nederland vrijheid van onderwijs hebben. In werkelijkheid is het Ministerie van Onderwijs de baas in de klas. Pogingen om het onderwijs te decentraliseren bleken veelal slinkse manieren om de staatscontrole te vergroten. Zo stelt het wetenschappelijk bureau van het CDA:

“[…] in de praktijk was deze grotere beleidsruimte voor scholen en schoolbesturen vooral een aanleiding voor de overheid om de controle op scholen uit te breiden. Zo stelde het regeerakkoord van het tweede kabinet-Kok dat tegenover minder regels en een grotere vrijheid van de school staat dat de kwaliteit van het onderwijs in toenemende mate getoetst en bewaakt moet worden (door de overheid). Van het onderwijs wordt dan ook steeds meer verantwoording aan de overheid geëist.”

Kwaliteit ondergeschikt aan papieren werkelijkheid

Het is de overheid die bepaalt wat onderwijs concreet is. Dit resulteert erin dat de overheid de primaire klant van het onderwijs wordt. Scholen moeten in de eerste plaats de overheid tevreden stellen. Hierdoor komt er een focus op toetsen, aangezien toetsresultaten meetbaar zijn. Dat de inhoud van toetsen in het kortetermijngeheugen wordt gepropt en later wordt vergeten, geeft aan hoe groot de verspilling is in het publiek onderwijs. Aangezien de overheid de baas is, blijft kwaliteit altijd ondergeschikt aan de papieren werkelijkheid.

Een alternatief op staatscontrole van het onderwijs is de volledige privatisering van alle scholen. Universiteiten, hogescholen, middelbare scholen en ook basisscholen kunnen volledig aan particulier initiatief overgelaten worden. Scholen kunnen opereren met een winstmotief of als stichting zonder winstoogmerk.

Dat roept bezwaren op. Onderwijs zou te belangrijk zijn om aan de markt over te laten. Gek genoeg horen we nooit dat voedsel zo belangrijk is dat de overheid de voedselproductie maar moet nationaliseren. Dat de voedselproductie prima aan de markt kan worden overgelaten is evident. Hetzelfde gaat ook op voor het onderwijs. Het bezwaar zou juist omgedraaid moeten worden: het onderwijs is te belangrijk om aan een inefficiënte overheid over te laten.

Niemand heeft recht op onderwijs

Maar heeft niet iedereen het recht op goed onderwijs? Los van de vraag wat ‘goed onderwijs’ is, kan er niet anders geconcludeerd worden dan dat niemand het recht heeft op onderwijs. Niemand heeft het recht om geld te stelen van een ander, al zou het gestolen geld voor onderwijs gebruikt worden. Een recht dat je niet hebt kun je ook niet geven aan de overheid. Ook de overheid heeft niet het recht om geld te stelen om onderwijs voor een ander te financieren.

Wie gaat dat onderwijs dan betalen? Dat doen ouders zelf. Net zoals ouders dat nu al betalen. De overheid heeft namelijk geen geld. De enige manier waarop de overheid aan geld kan komen is via de belastingbetaler. In 2012 kostte een leerling in het voortgezet onderwijs gemiddeld €650 euro per maand. Dat is geld dat terug kan worden gegeven aan belastingbetalende ouders. Veel mensen realiseren zich amper hoezeer ze financieel uitgekleed worden door de overheid. Ook mensen met een minimuminkomen betalen ruim 600 euro per maand aan de overheid, aangezien btw, accijns en veel gemeentelijke heffingen niet inkomensafhankelijk zijn. Bovendien drijven belastingen op het bedrijfsleven de kosten van producten op, die uiteindelijk betaald worden door de consument. Op deze manier weet de overheid op een slinkse manier meer geld naar zichzelf toe te trekken.

Gezonde concurrentie

Maar wat als mensen, ondanks de forse belastingverlaging, niet genoeg geld hebben om hun kinderen naar school te sturen? Dat roept de wedervraag op: hoe wordt dat nu geregeld? Dat doet de overheid. Maar wáárom doet die overheid dat? Omdat de meerderheid wil dat ook kinderen uit arme gezinnen naar school kunnen. Aangezien de meerderheid wil dat iedereen onderwijs geniet is die overheid een overbodig tussenpersoon. Laat de meerderheid maar geld doneren aan een of ander goed doel. Ook weer opgelost.

Gezonde concurrentie kan het huidige onderwijs volledig op de schop nemen. Veel van de bovengenoemde kosten van het voortgezet onderwijs komen door vakken die weinig praktische waarde hebben in het dagelijks leven. Waarom zou je moeten weten waar China ligt op een wereldkaart wanneer het veel praktischer is als je weet hoe je een vliegtuig naar China kunt nemen? Nu wil ik hiermee niet zeggen dat topografie waardeloos is. Wat ik wel beweer is dat school slechts een klein deel is van alle kennis die je vergaart.

Laat kinderen nieuwsgierig zijn

En nu komen we tot de essentie. De olifant in de kamer die door onderwijskundigen wordt genegeerd. Ieder kind is van nature nieuwsgierig aangelegd. Deze natuurlijke nieuwsgierigheid sloopt het reguliere onderwijs eruit. Roosters, toetsen, schoolbellen zijn allemaal neergezet om producten af te leveren. Dat terwijl het doel moet zijn om deze nieuwsgierigheid te cultiveren, door kinderen vrij te laten om hun eigen nieuwsgierigheid na te jagen. We hebben er als samenleving veel meer aan wanneer er een pluraliteit aan kennis bestaat dan wanneer we doen alsof we allemaal hetzelfde weten.