Column

Pingelepingelepong

09-04-2010 18:00

Marja van der Toorn aka Sugar Lee Hooper stierf tragisch op 62-jarige leeftijd. Diezelfde dag blies ook de 80-jarige Rudy Kousbroek zijn laatste adem uit. Twee verschillende soorten mensen. De een wijdde een groot deel van haar leven aan het brullen van een soort carnavaleske jazz-liedjes voor woonwagenpubliek, de ander schreef intellectuele stukjes over intellectuele onderwerpen zoals literatuur en filosofie. De bewierroking van Lee Hooper geeft mooi aan waar de prioriteiten van het ‘gewone volk’ liggen: bij sappige leedverhalen en hersenloze entertainment.

Kousbroek was een zure oude filosoof, schrijver, essayist en journalist. Hij ontving van de Rijksuniversiteit Groningen het eredoctoraat Wijsbegeerte. Voor zijn essaywerk kreeg hij de P.C. Hooft oeuvreprijs, toch niet de minste der prijzen. Hij geloofde niet in de goedheid van de mens en was een fervent bestrijder van religieuze waanbeelden. Een sympathieke jongen dus, die Kousbroek. Van der Toorn was een levendige, grote kale vrouw. Zij kon heel banaal zijn, maar banaal is leuk.

Waar Kousbroek honderden stukken schreef voor het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad, schreef Sugar Lee de liedjes Jo met de Banjo en Oh, wat ben je mooi. Er zullen meer mensen zijn die de gehele tekst van Jo met de Banjo kunnen meebrullen dan hen die Kousbroeks boek Het Oostindisch Kampsyndroom hebben gelezen. Veel meer.

Jo met de Banjo, een stukje lyriek:

Wij zijn dol op de bossen/Daar kunnen we hossen/Daar kunnen we klossen […]Wij willen geen nicotine/ wij willen de mandoline/Van je pingelepingelepingelepingelepong.

Daar valt natuurlijk niet tegenop te filosoferen.

Misschien dat veel aandacht naar het verscheiden van Hooper ging omdat haar dood wat heroischer was. Nadat ze uit haar scootmobiel (!) viel, belandde ze met een gebroken heup in het ziekenhuis, raakte in coma en stierf aan een hartaanval. Kousbroek overleed thuis, wat toch een stuk saaier is. Een Google-zoekopdracht naar Sugar lee Hooper levert ongeveer 200.000 hits op. Rudy Kousbroek 50.000. Veel van die hits betreffen niet eens de filosoof maar zijn naamgenoot, een Arnhemse pooier.

Om door het publiek op handen te worden gedragen en in de media te worden gewaardeerd, moet je dingen doen die niets met het verstand te maken hebben. We elevate fools into rich heroes’, schreef Charles Bukowski ooit. En zo is het. Van je pingelepingelepong.